4.2 Allerlei formules en grafieken deel 2

Maken 26 en 31
timer
5:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Maken 26 en 31
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Succescriteria
  • Formules maken bij een stippengrafiek
  • Data aan negatieve getallen hangen.

Slide 2 - Slide

Formule
  • Door de stippengrafiek over de gemiddelde lengte van een  19-jarige kun je een rechte lijn trekken.
  • Niet alle stippen liggen precies op de lijn.

Slide 3 - Slide

Formule
  • Bij de rechte lijn is een lineaire formule gemaakt.
  • Die formule is:
  • lengte (mm) = 1630 + 1,25t.
  • Hierin is t de tijd in jaren na 1900. 

Slide 4 - Slide

Formule
  • Natuurlijk klopt die formule niet precies met de werkelijkheid,
  • maar hij is goed te gebruiken.
  • Zo is het met de meeste formules in de praktijk. 

Slide 5 - Slide

Formule
  • Formules worden gebruikt om voorspellingen te doen.
  • Met dat voorspellen moet je wel voorzichtig zijn.
  • Misschien heeft de formule alleen maar betekenis voor een bepaalde periode of hebben tussenliggende waarden geen betekenis. 

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
Om de lengte van een 19-jarige uit te rekenen kun je een formule gebruiken. lengte (mm) =1630 + 1,25t
Hierin is t de tijd in jaren na 1900.
Hoeveel meter is volgens de formule de lengte van een 19-jarige in 2050? Rond af op twee decimalen. Geef commentaar bij je antwoord.

Slide 7 - Slide

Maak testopgave blz. 193
Klaar? kijk na op blz. 281
0-3 punten: 26, 29, 31 + nakijken
4-5 punten: 26, 29, 31 + nakijken
6 punten: 26, 29, 30, 31 + nakijken
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Assenstelsels en tijd
  • Een grafiek teken je in een assenstelsel.
  • Een assenstelsel heeft een horizontale as en een verticale as.
  • Bij de assen staan variabelen en eenheden. 

Slide 9 - Slide

Assenstelsels en tijd
  • In het assenstelsel hiernaast is de horizontale as naar links doorgetrokken
  • Daar staan negatieve getallen bij.
  • Dat betekent dat je terug gaat in de tijd. 

Slide 10 - Slide

Assenstelsels en tijd
  • t = -2 betekent dus 2 dagen voor 1 september
  • en t = 4 betekent 4 dagen na 1 september. 

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
In de figuur is de grafiek van de formule V = 13 -0,4t  getekend.
Hierin is V de voorraad in kg en t de tijd in dagen met t=0 op 5 juli.
a. Welke datum hoort bij t = 4?

Slide 12 - Slide

Voorbeeld
In de figuur is de grafiek van de formule V = 13 -0,4t  getekend.
Hierin is V de voorraad in kg en t de tijd in dagen met t=0 op 5 juli.
b. Welke datum hoort bij t = -2?

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
In de figuur is de grafiek van de formule V = 13 -0,4t  getekend.
Hierin is V de voorraad in kg en t de tijd in dagen met t=0 op 5 juli.
c. Bereken de voorraad op 2 augustus.

Slide 14 - Slide

Voorbeeld
In de figuur is de grafiek van de formule V = 13 -0,4t  getekend.
Hierin is V de voorraad in kg en t de tijd in dagen met t=0 op 5 juli.
d. Bij de aankoop had de eigenaar 17 kg hondenvoer gekocht. Op welke datum was dat?

Slide 15 - Slide

Maak testopgave blz. 196
Klaar? kijk na op blz. 281
0-7 punten: 26, 29, 31, 32, 33 , 34, 35, 36, 37+ nakijken
8-12 punten: 26, 29, 31, 34, 35, 36, 37, 38 + nakijken
13-16 punten: 26, 29, 30, 31, 36, 37, 38, 39, 40  + nakijken
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Aan het werk...
0-7 punten: 26, 29, 31, 32, 33 , 34, 35, 36, 37+ nakijken
8-12 punten: 26, 29, 31, 34, 35, 36, 37, 38 + nakijken
13-16 punten: 26, 29, 30, 31, 36, 37, 38, 39, 40 + nakijken

Slide 19 - Slide

Huiswerk
Maken 29, 36, 37 + nakijken
28 oktober SE H2 en H3
12 november SE H1
25 november SE H4
16 december SE H5



Slide 20 - Slide