FakeNews en leesvaardigheid

320CH
Eindtoets maken? 
Naar het studiecentrum.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

320CH
Eindtoets maken? 
Naar het studiecentrum.

Slide 1 - Slide

Nieuws: echt of nep?
Stelling: 
Ik kan feiten en meningen onderscheiden.
Na deze les kun je:
  • Onderscheid maken tussen feiten en nepnieuws
  • De echtheid van berichten achterhalen
  • Beter beoordelen of je veilig op een link kunt klikken

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij het woord 'nepnieuws'?

Slide 3 - Mind map

"Nepnieuws is misleidende en onjuiste informatie in de vorm van een nieuwsbericht, die wordt verspreid om geld te verdienen of om de publieke opinie te beïnvloeden. Het is een vorm van desinformatie".

Slide 4 - Slide

Waarom maken mensen nepnieuws?
Deepfake: beïnvloeden publieke opinie

Slide 5 - Slide

Deepfake
Deepfake is een techniek voor het samenstellen van menselijke beelden op basis van artificiële intelligentie.


Wat is het gevaar van Deepfake?

Slide 6 - Slide

Nepnieuws en...
gerechtigheid!

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Quiz: herken jij nepberichten?
Maak de quiz op de volgende pagina.
Zet jouw uitslag (../10) in de chat.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Wat vind jij?

Slide 17 - Slide

Verschillende soorten 

Slide 18 - Slide

In welke landen is er sprake van propaganda denk je? Komt propaganda ook voor in Nederland?
<--Clickbait

Slide 19 - Slide

Lees
dit 
--->

Slide 20 - Slide

Wanneer wist je dat dit nepnieuws is?

Slide 21 - Open question

ANDERE KOP, DEZELFDE GEBEURTENIS

Slide 22 - Slide

Maak de volgende koppen objectiever:
'Groepje domme pubers is opgepakt voor het verwoesten van een bushokje'

'Geweldig concert Jay-Z was het grootste succes ooit'

'Gemene Poolse man mishandelt oud vrouwtje'

Slide 23 - Slide

Waar haal jij je informatie vandaan?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

LEES HET ARTIKEL
  1. Wat kan je zeggen over de betrouwbaarheid van de bron?
  2. Wat kan je zeggen over de betrouwbaarheid van het artikel?
  3. Geef minstens 2 voorbeelden waardoor het artikel betrouwbaarder wordt. 
  4. Geef minstens 2 voorbeelden waardoor het artikel onbetrouwbaarder wordt.


Slide 27 - Slide