oefen

oefen
1 / 49
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

oefen

Slide 1 - Slide

opdrachten Tot uw dienst
  1. dag 2 opdracht 4: voorraad kantoorartikelen controleren
  2. dag 2 opdracht 8: voorraad opslaan 
  3. dag 4 opdracht 2: krijgen we wat we hebben besteld
  4. dag 4 opdracht 6: voorraad sportkleding controleren
  5. dag 5 opdracht 6: bestelling controleren
  6. dag 7 opdracht 1: voorraadadministratie bijwerken
  7. dag 8 opdracht 5: sportartikelen bestellen

Slide 2 - Slide

Opdrachten

SPL
Assistant Business services: Leermiddelen
Leef je uit 
Tot uw dienst
 Dag 2:  opdracht 2, 3, 4, 7 en 8
Dag 7: opdracht 1, 4 en 7

Slide 3 - Slide

Opdrachten

SPL
Assistant Business services: Leermiddelen
Leef je uit 
Tot uw dienst
 Dag 5: 5.6
Dag 7: opdracht 1, 4 en 5 

Slide 4 - Slide

Opdrachten

SPL
Assistant Business services: Leermiddelen
Leef je uit 
Tot uw dienst
 Dag 4:  opdracht 1, 2, 5 en 6 
Dag 8: opdracht 1, 2 en 5

Slide 5 - Slide

Opdrachten

SPL
Leef je uit 
Tot uw dienst
 Dag 2:  opdracht 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8

Slide 6 - Slide

Opdracht
Lees de tekst over ergonomie en RSI die hier onder staat en maak de volgende opdrachten: 
SPL-> Leef je uit ->
Goede ontvangst: dag 4, opdracht 5, 
                                            dag 7, opdracht 4 en 6
Tot uw dienst: dag 1, opdracht 3

Slide 7 - Slide

opdracht
ga naar de website van het voedingscentrum
maak een account aan en gebruik je gegevens van schoolmail
maak de eetmeter
vul 1 dag in wat je hebt gegeten
lees het advies van het voedingscentrum

Slide 8 - Slide

Voorraad-
administratie 1

Slide 9 - Slide

Wat gaan we doen?
Formulierenstroom voorraad
Inventariseren wat er besteld moet worden
Bestellingen doen
Controleren van geleverde goederen
Voorraadadministratie bijhouden
Goederen in het magazijn plaatsen

Slide 10 - Slide

Voorraad inventariseren
= controleren of er voldoende voorraad is
Maximale voorraad = hoeveel stuks er maximaal op voorraad mogen zijn
Minimum voorraad  = hoeveel stuks er minimaal op voorraad moeten zijn
Als de voorraad onder het minimum komt, moet je bij bestellen tot de maximum voorraad.

Slide 11 - Slide

Bestellen

Bedrijven gebruiken bestellijsten om de benodigde goederen te bestellen. 
Meestal gebeurt dat digitaal op de site van de leverancier.

Slide 12 - Slide

Orderbevestiging

Het bedrijf waar je de goederen bestelt, stuurt een orderbevestiging. 
(Order = bestelling)

In de orderbevestiging herhaalt het bedrijf de bestelling en geeft het informatie over de leverings- en betalingsvoorwaarden.
Ook kan er aangegeven worden dat er goederen uitverkocht zijn.

Slide 13 - Slide

Controleren 

Vergelijk de bestelling met de orderbevestiging. Klopt het?
  
Het zou kunnen zijn dat er sprake is van een nalevering, dat wil zeggen dat sommige goederen later worden geleverd.

Slide 14 - Slide

Goederenontvangst en vrachtbrief

De vrachtbrief is een document van de vervoerder. Hierop staat hoeveel pakketten hij je komt brengen.
Op een vrachtbrief staat niet wat er in het pakket zit. Dat staat op de pakbon die in de doos zit.
Een vrachtbrief kan ook digitaal zijn, dan staat de informatie op een kleine handcomputer.
Controleer of het aantal pakketten overeenkomt met het aantal op de (digitale) vrachtbrief. 


4. Teken de vrachtbrief voor ontvangst en geef deze weer mee aan de vervoerder.
o Als je de vrachtbrief tekent, kan de vervoerder aan zijn opdrachtgever bewijzen dat hij het pakket heeft bezorgd.
5. Laat de ontvanger, voor wie het pakket bestemd is, weten dat het pakket is binnengekomen.

Slide 15 - Slide

Vrachtbrief
Controleer of de pakketten onbeschadigd zijn.
Als je ziet dat een doos kapot is, haal je de leidinggevende erbij. Hij/zij kan dan beslissen of je het pakket kunt ontvangen.
Teken de vrachtbrief voor ontvangst en geef deze weer mee aan de vervoerder.
Als je de vrachtbrief tekent, kan de vervoerder aan zijn opdrachtgever bewijzen dat hij het pakket heeft bezorgd.

Slide 16 - Slide

Goederenontvangst en pakbon


Op de pakbon staat welke goederen geleverd zijn. 
De pakbon zit in de dozen of pakketten.

Slide 17 - Slide

Controleren
Vergelijk de orderbevestiging met de pakbon. Heb je gekregen wat je besteld hebt?

Vergelijk de pakbon met de levering. Zit in de doos wat op de pakbon staat? 

 Let op aantallen, kleuren, maten, afmetingen.

Slide 18 - Slide

Goederen in het magazijn of de winkel plaatsen


De goederen moeten op de juiste plaats opgeborgen worden in de winkel, het magazijn of de voorraadkast (kantoorartikelen/koffie en thee enz.).



Slide 19 - Slide

Administratie bijwerken
 -  voorraadadministratie 
- financiële administratie  

Slide 20 - Slide

Financiële Administratie

In de financiële administratie wordt de waarde van de voorraad in geld uitgedrukt. 
De financiële administratie is ook verantwoordelijk voor de betaling van de facturen van de leverancier.



Slide 21 - Slide

Opdrachten

SPL
Leef je uit 
Tot uw dienst
 Dag 2:  opdracht 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Waarvoor gebruik jij een agenda?

Slide 29 - Mind map

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Welke informatie mist hier?

Slide 33 - Slide

Welke informatie miste je?
A
Wie
B
Wat
C
Waar
D
Wanneer

Slide 34 - Quiz

Welke informatie mist hier?

Slide 35 - Slide

Welke informatie miste je?
A
Wie
B
Wat
C
Waar
D
Wanneer

Slide 36 - Quiz

Welke informatie mist hier?

Slide 37 - Slide

Welke informatie miste je?
A
Wie en wat
B
Wat
C
Waar
D
Waar en Wanneer

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide