unit 4 taaldorp uitleg, leerstrategie, woordtrainer

Ruben
Fenna
Loni
Marije
Damian
Auke
Esmee
Nita
Jayvano
Hidde
Jarno
Manaal
Oane Pieter
Damien
Jelmer
Gwen
Ramon
Lisanne
Jellina
Rianne
Jitze
Nora
Femke
Elina
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ruben
Fenna
Loni
Marije
Damian
Auke
Esmee
Nita
Jayvano
Hidde
Jarno
Manaal
Oane Pieter
Damien
Jelmer
Gwen
Ramon
Lisanne
Jellina
Rianne
Jitze
Nora
Femke
Elina

Slide 1 - Slide

Jorrick
Wesley 
Sytze
Yannick
Liam
Harmen
Nina-Linn
Leonie
Iris
Nina
Keano
Damien
Jelmer
Sander
Iwan
Dyon

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Bobby
Aladar
Jarno
Vincent
Janyke
Justin
Fenna-Lian
Esmée
Tess
Sophia
Anna
Liesbeth
Andries
Julia
Anne
maartje
Jesse
Ahmed

Slide 4 - Slide

Lesson planning
  • Taaldorp uitleg

  • 5 zinnen klassikaal

uiteen in 2 groepen:
  • Leerstrategieën woordenschat
    OF Woordtrainer



You need:
- book
- pen

Slide 5 - Slide

5 words from the word list
translate to English


  1. Wilt u er een tasje bij?
  2. Heeft u een goedkopere optie?
  3. Heb je zin om iets te doen vanmiddag? 
  4. De ananassen zijn minder duur, maar ook minder zoet. 
  5. Je moet je zwemkleding meenemen

Slide 6 - Slide

Hoe leer jij de Engelse woorden?
  • Werkt dit voor jou? 

  • Zijn er nog andere manieren om woorden te leren?


Slide 7 - Slide

Gaat het woordjes leren bij jou al goed?

Zelfstandig aan de slag met woordtrainer unit 4.2 t/m 4.5 (op je laptop)

Slide 8 - Slide

Woorden leren: Welke methode?
  • 1. 'ouderwets': lezen, herlezen, overschrijven
  • 2. vanuit de online methode: woordtrainer
  • 3: flitskaarten op papier
  • 4. geheugentechneieken: verhalen maken, associëren met 'hulpwoorden', tekenen

  • Voor en nadelen?

Slide 9 - Slide

Optie 1: verhaal en tekening
election                   -       verkiezing
idea                           -       idee
speech                     -       toespraak 
bakery                      -       bakkerij
emgergeny exit       -       nooduitgang
trolley                       -       winkelwagen 
farmer                      -       boer
fence                        -        hek
  
  • 1. bedenk in het Nederlands een kort verhaal bij deze woorden 

  • 2. teken de NL woorden in de volgorde van je verhaal

  • 3. Zet de Engelse woorden bij je tekeningen

  • 4. Vertel je verhaal en zeg na het NL woord, het EN woord

Slide 10 - Slide

Flitskaarten maken
  • schrijf op de ene kant van het kaartje de Nederlandse zin / woord

  • schrijf op de andere kant van het kaartje de Engelse zin / woord. 


Slide 11 - Slide