Fictie - uitleg boekadvertentie

Fictie - boekadvertentie
T2
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Fictie - boekadvertentie
T2

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- je leest 25 minuten in je leesboek
- je weet wat je moet doen voor de fictie-opdracht

Boekadvertentie
deadline
woensdag 18 juni

Slide 2 - Slide

Fictie-opdracht
Boekadvertentie maken

DOEL
  • Je weet hoe je een advertentie opstelt.
  • Je weet hoe je een advertentie laat opvallen.
  • Je weet wat een slagzin is en kunt een goede slagzin maken.
  • Je gebruikt de juiste taal (toon) in je advertentie, afgestemd
      op je publiek.

Slide 3 - Slide

CHECK ZELF
Opdr. 3

Stap 1: Wat ga je vertellen?
Stap 2: Verzamel de boekgegevens
Stap 3: Kies de afbeelding(en)
Stap 4: Bedenk een goede slagzin
Stap 5: Schrijf een korte tekst over het boek
Stap 6: Geef argumenten om het boek te lezen (overtuigen)
Stap 7: Taalgebruik en doelgroep
Stap 8: Controleer op spelling en grammatica
Stap 9: Verdeel de afbeelding(en) en teksten over de bladzijde en
              maak er één geheel van
Stap 10: Evaluatie en verbetering (feedbackformulier ophalen bij docent)
              Buurman/-vrouw geeft feedback aan jou
Stap 11: Aanpassen, afronden en Inleveren (digitaal of op papier) 

                                    uiterlijk woensdag 18 juni

S
T
A
P
P
E
N
P
L
A
N
Zie
Magister

Slide 4 - Slide

CHECK ZELF
Opdr. 3

T
I
P
S
Zie
Magister
• Wees creatief!
   Maak van je advertentie iets bijzonders.
• Zorg ervoor dat de advertentie duidelijk en
  makkelijk te lezen is.
• Wees overtuigend, maar geef niet te veel
   informatie weg! Niet spoileren!

Slide 5 - Slide

Waarop wordt gelet
B
E
L
A
N
G
R
IJ
K

Slide 6 - Slide

ADVERTENTIE 
Het doel is ACTIVEREN. Je laat je advertentie opvallen door:

  • lay-out (de manier waarop tekst en beeld zijn geplaatst)
  • één of twee goede plaatjes
  • lettertype en lettergrootte
  • goede slagzin / slogan
  • goede argumenten
  • passend taalgebruik
     (woordkeuze, formeel/informeel)

Slide 7 - Slide

Slagzin (slogan)
Korte, krachtige boodschap
Wees creatief. Maak gebruik van bijvoorbeeld:
  • eindrijm (Helemaal Bob. Nul op!)
  • woorden die met dezelfde letter beginnen
     (Heerlijk helder Heineken)
  • beeldspraak (Big Mac )
  • dubbele betekenis 


Slide 8 - Slide

Voorbeeld slagzin boek
In Odrín stopt de weg… en begint de nachtmerrie.

of

Één misstap. Eén virus. Geen uitweg.

Slide 9 - Slide

Opbouw
Argumenten om te lezen - kijk naar:
Personen
Waren de personen geloofwaardig? Kon je makkelijk meeleven? Herkende je bepaalde gedachten, emoties, reacties? Was iemand sympathiek of juist niet?
Gebeurtenissen
Waren de gebeurtenissen realistisch? Kun je het zelf meemaken? Zet het je misschien aan het denken? 
Taalgebruik
Waren de woorden en zinnen moeilijk, makkelijk, mooi, grappig? Kon je voor je zien wat de schrijver bedoelde (= beeldend taalgebruik)?
Is het verhaal logisch opgebouwd? Was het goed te volgen? (Niet spoileren!)

Slide 10 - Slide

Beoordelingswoorden

Slide 11 - Slide

VOORBEELD
Wat vind je goed? 
Wat vind je niet goed?

Slide 12 - Slide

Boekadvertentie
Inleveren uiterlijk
woensdag 18 juni

Slide 13 - Slide