Week 2 Les 1

Aan het einde van de les kun je...
  • Woorden met 'ei' en 'au' correct spellen.
  • De regels toepassen bij het schrijven van woorden met 'ei' en 'au'.
  • Woorden categoriseren op basis van de klanken 'ei' en 'au'.
  • Samengestelde woorden correct opsplitsen en spellen.
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aan het einde van de les kun je...
  • Woorden met 'ei' en 'au' correct spellen.
  • De regels toepassen bij het schrijven van woorden met 'ei' en 'au'.
  • Woorden categoriseren op basis van de klanken 'ei' en 'au'.
  • Samengestelde woorden correct opsplitsen en spellen.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over de spelling van woorden met 'ei' en 'au'?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Spellingsregels voor woorden met 'ei' en 'au'
Herhalen van de spellingsregels
Onderstrepen van woorden met 'ei' en 'au'

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Het herkennen en onderstrepen van woorden met 'ei' en 'au'
Oefenen met herkennen van de klanken
Onderstrepen van woorden in oefenzinnen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Het categoriseren van woorden op basis van de klank
Toepassen van categorieregel
Categoriseren van woorden in oefening

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Het toepassen van het stappenplan bij spelling
Stappenplan gebruiken bij het spellen van woorden

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Het opdelen van samengestelde woorden in losse delen
Oefenen met opsplitsen van samengestelde woorden
Toepassen van stappenplan bij spelling

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Spellingmaatje
Een hulpmiddel voor spellingregels

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Categorieregel
Regel voor categoriseren van woorden op basis van klanken

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan
Serie stappen voor juiste spelling van een woord

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.