Spelling blok 6 Bezitsvorm

Ga lekker zitten 
en ga lezen (10 min)
Daarna uitleg bezitsvorm
Je kunt de bezitsvorm spellen
PS ik heb nog geen cijfers
timer
15:00
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ga lekker zitten 
en ga lezen (10 min)
Daarna uitleg bezitsvorm
Je kunt de bezitsvorm spellen
PS ik heb nog geen cijfers
timer
15:00

Slide 1 - Slide

                       Bezitsvorm





                                      Taalfoutje natuurlijk

Slide 2 - Slide

                 bezitsvorm

Slide 3 - Slide

bezitsvorm 
De schoenen van mijn vader




mijn vaders schoenen
(bezitsvorm) 

Slide 4 - Slide

Uitleg
Bezitsvorm
In plaats van de schoenen van mijn vader kun je ook zeggen mijn vaders schoenen. Je noemt dat de bezitsvorm.
Je maakt de bezitsvorm van een naam of ander zelfstandig naamwoord meestal door er een -s achter te zetten.

  • mijn zusjes kleren
  • mijn broers rapport
  • Sarahs beroep






Slide 5 - Slide

Namen+s (bezitsvorm)

Slide 6 - Slide

Spelling
9.2 Bezitsvorm (blz. 91)

Slide 7 - Slide

uitleg bezitsvorm 

Slide 8 - Slide

Schrijf op:
Oma's fiets, maar nu met jouw naam
......... fiets

Slide 9 - Open question

Waar is de bezitsvorm goed gespeld?
GOED
Lex's zusje
Lex' zusje
Lexs zusje
Lex zijn zusje
Het zusje van Lex

Slide 10 - Drag question

Ik kan de bezitsvorm goed spellen.
A
ja
B
met hulp
C
soms
D
snap er niks van

Slide 11 - Quiz

Wat is de bezitsvorm van 'Lars'?
A
Larses
B
Lars's
C
Lars'

Slide 12 - Quiz

De pen van Hans.
Bezitsvorm
A
Hanss pen
B
Hans' pen
C
Hans pen
D
Hansis pen

Slide 13 - Quiz

De fiets van Maurice.
Wat is de bezitsvorm?
timer
0:45
A
Maurice' fiets
B
Maurices fiets

Slide 14 - Quiz

Het huis van mijn oma
Wat is de bezitsvorm?
A
Omas' huis
B
Omas huis
C
Oma's huis

Slide 15 - Quiz

Wat zouden bezitsvormen zijn?
A
Geeft aan dat iets niet van iemand is.
B
Geeft aan dat iets van iemand is.
C
Geeft aan dat iets bezeten is.
D
Geeft aan dat iets iets is.

Slide 16 - Quiz

Het boek van Max.
Wat is de bezitsvorm?
A
Max' boek
B
Maxs boek
C
Max's boek

Slide 17 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze (bezitsvorm)?
A
Maikels auto; Sanne's auto
B
Max' auto; Mieke's auto
C
Isa's auto; Marks auto
D
Bas' auto; Maurice's auto

Slide 18 - Quiz

Bezitsvorm. Welke is goed ?
A
Ali's telefoon
B
Mijn vader's gitaar
C
Rianne's wens

Slide 19 - Quiz

De fiets van Lars.
Wat is de bezitsvorm?
A
Lars' fiets
B
Lars fiets

Slide 20 - Quiz

Het paard van Lianne.
Wat is de bezitsvorm?
A
Liannes paard
B
Lianne's paard
C
Liannes' paard

Slide 21 - Quiz

Bezitsvorm
Helena + fiets
A
Helenaas fiets
B
Helena's fiets
C
Helenas fiets

Slide 22 - Quiz

Kies de juiste bezitsvorm
A
Tülay's telefoon
B
Tülays telefoon

Slide 23 - Quiz

Het paard van Rianne.

Wat is de bezitsvorm?
A
Riannes paard
B
Rianne's paard

Slide 24 - Quiz

Ik kan de bezitsvorm goed schrijven.
A
Ja
B
Nee
C
Meestal

Slide 25 - Quiz

De hond van Ronny.

Wat is de bezitsvorm?
A
Ronnys hond
B
Ronny's hond

Slide 26 - Quiz

Bezitsvorm
André + fiets
A
Andrés fiets
B
André's fiets
C
Andréés fiets

Slide 27 - Quiz

Kies de juiste bezitsvorm
A
Maarten Swerts' boek
B
Maarten Swerts's boek

Slide 28 - Quiz

Kies de juiste bezitsvorm
A
Ferres pennenzak
B
Ferre's pennenzak

Slide 29 - Quiz

Huiswerk voor morgen
Maken opdr. 20
blz: 230
 



Bezitsvorm Oma's fiets

Slide 30 - Slide