Spreek- en gesprekvaardigheid 10, 49, 61 Kern

Plattegrond
Docent
Colin
Yessin
Niek
Tycho
Lucas
Denise
Isa V.
Pien
Romy
Friso
Lars
Lieke
Lotte
Isa de V
Klaske
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Plattegrond
Docent
Colin
Yessin
Niek
Tycho
Lucas
Denise
Isa V.
Pien
Romy
Friso
Lars
Lieke
Lotte
Isa de V
Klaske

Slide 1 - Slide

Regels
- Telefoon uit het zicht
- Niet wippen met de stoelen
- Niet eten/drinken
- Lees mee met het verhaal - Actieve houding
- Typ mee als we de brief gaan schrijven

Je krijgt één waarschuwing!

Slide 2 - Slide

WOensdag 11 oktober
- Lezen moordgeheim
- Les spreekvaardigheid - LessonUp
- Werken aan je motivatiebrief

Slide 3 - Slide

Spreekvaardigheid

Slide 4 - Slide

Spreekvaardigheid
Doelen deze les: 
* Je leert hoe je duidelijk kunt maken waarom jij iets vindt of doet
* Je kunt standpunten herkennen van iemand en welke argumenten diegene gebruikt om het te verduidelijken
* Je weet hoe je lichaamstaal gebruikt tijdens een presentatie
* Je kunt zelf een presentatie geven voor de klas over een zelf te kiezen onderwerp


Slide 5 - Slide

Ik vind spreken voor (een groep) mensen lastig.
0100

Slide 6 - Poll

Verschillende spreekdoelen:
* amuseren 
* informeren 
* instrueren 
* overtuigen 

Slide 7 - Slide

Amuseren
Instrueren
Informeren
Overtuigen

Slide 8 - Drag question

Spreekdoelen
amuseren: jouw verhaal spreekt de luisteraars aan en vinden jouw presentatie grappig/leuk.
informeren: je vertelt een helder en duidelijk waar jouw presentatie overgaat en geeft goede voorbeelden (feiten).
instrueren: je legt kort en duidelijk uit wat de bedoeling is en in de goede volgorde.
overtuigen: je geeft je mening en gebruikt argumenten om je luisteraars over te halen.

Slide 9 - Slide

Lichaamstaal
Als je presenteert maak je gebruik van non-verbale en verbale communicatie.

non-verbale communicatie: je communiceert zonder woorden (knipoog - even aankijken - hoofd schudden - handgebaren -  de woorden die je uitspreekt.
Verbale communicatie: de woorden die je uitspreekt (woorden zijn gericht op de doelgroep die naar je luistert). 

Slide 10 - Slide

Opdracht
Jullie zien een kort filmpje van de vlogger Enzo Knol en zijn vriendin Myron. 

Daarna volgen twee vragen: 
1. Wat is/zijn de spreekdoel(en) van Enzo en Myron? 
2. Welke verbale en non-verbale communicatie
gebruiken zij? 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Welk(e) spreekdoel(en) hebben Enzo en Myron in dit filmpje?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 13 - Quiz

Welke non-verbale en verbale communicatie
gebruiken Enzo Knol en Myron in dit filmpje?

Slide 14 - Mind map

Lichaamstaal
Lichaamstaal bij een presentatie is heel belangrijk. Als de lichaamstaal niet overeenkomt met de boodschap die jij wilt overbrengen, klopt het plaatje niet. 

Let dus goed op je spreekdoel voordat je gaat presenteren of een gesprek aangaat.

Slide 15 - Slide

Lichaamstaal bij een gesprek
*Zit rechtop 
* Kijk degene aan die tegenover je zit - laat de ander uitspreken
* Let op je gezichtsuitdrukking, die moet passen bij wat je vertelt
* Maak gebaren als je iets wilt benadrukken, uitleggen of aanwijzen
* Spreek luid en duidelijk --> niet binnensmonds, goed articuleren
* Als je een mening moet geven: ik denk dat, ik vind, volgens mij...
* Spreek de volwassene (die je niet kent) altijd aan met U.... 
* Heel belangrijk: GEEN KAUWGOM

Slide 16 - Slide

Gesprek voorbereiden
* Ga NOOIT onvoorbereid naar een gesprek!
* Oefen je gesprek met iemand die je goed kent (vader - moeder - broer of zus).
* Bedenk welke vragen je kunt krijgen en hoe je zou antwoorden. 

Slide 17 - Slide

Filmpje
Jullie gaan kijken naar een filmpje van Mr. Bean. Hij moet onverwachts een speech geven. 

Vragen:
- Start van de speech? Hoe?
- Wat zegt hij allemaal in zijn speech? Is de speech overtuigend? 
- Einde van de speech? Hoe en hoe komt dat? 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Opdracht:
* Jullie gaan eerst de motivatiebrief voor de stage beoordelen n.a.v. het beoordelingsformulier. 
* Als je de brief beoordeeld hebt, ga je de brief verbeteren. 
* Als je de brief hebt verbeterd, lever je de brief definitief in (denk aan de punten in het beoordelingsformulier). 
De brief gebruiken we voor een mondelinge toets in de toetsweek. 
Hiervoor krijg je een cijfer. 

Slide 20 - Slide

Ik weet nu wat er van mij verwacht wordt tijdens een motivatiegesprek en hoe ik die moet voorbereiden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll