Verhaalanalyse 3

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoel

Deze les ga je een voorlopig antwoord op je hamvraag formuleren.

Slide 2 - Slide

Stappenplan

1. Stel jezelf vragen tijdens het lezen.

2. Kies een hamvraag.

3. Bespreek je hamvraag met anderen.

4. Formuleer een (voorlopig) antwoord op je hamvraag.

Slide 3 - Slide

Een bord met spaghetti  
Adriaan van Dis

Slide 4 - Slide

opdracht 1
Luister naar het verhaal en schrijf tussendoor vragen op.

Slide 5 - Slide

opdracht 2
Wat is jouw hamvraag bij het verhaal? Schrijf deze vraag op.

Slide 6 - Slide

opdracht 3

Wissel je hamvraag uit met je buurman/buurvrouw, en kies samen een vraag die jullie allebei interessant genoeg vinden om over verder te praten.


Bespreek deze vraag samen met je buurman/buurvrouw:

Wat zijn jullie vermoedens? Ideeen voor mogelijke antwoorden?

Slide 7 - Slide

opdracht 4

Zoek een duo met (ongeveer) dezelfde hamvraag als jij en je buurman/buurvrouw.


Wissel jullie antwoorden (opdracht 3) uit en bespreek deze. De bedoeling van jullie gesprek is dat je elkaar helpt de gegeven antwoorden uit te breiden of te ontwikkelen.

Slide 8 - Slide

opdracht 5

Beantwoord individueel de volgende vragen:


a. Wat vond je van de antwoorden van het andere duo?

Wat vond je er goed aan? Wat niet zo goed?

b. Is er iets wat jij zelf nu - naar aanleiding van het gesprek - zou willen toevoegen of veranderen aan je eigen antwoorden bij opdracht 3? Zo ja, wat?

Slide 9 - Slide

Reader Verhaalanalyse

Slide 10 - Slide

vraag 1
In welke tijd van het jaar speelt het verhaal zich af? Aan welke twee passages zie je dat?

Slide 11 - Slide

Het is waarschijnlijk eind oktober/ november.

“Het viel hem op dat de diensters al een kersttakje op hun witpapieren mutsen droegen.” (r. 34-37)
“omdat de plafonnieres er gedeeltelijk met kertsgroen
waren afgedekt.” (r. 102-104)


Slide 12 - Slide

Perspectief

Slide 13 - Slide

werk in tweetallen

1. Beschrijf het karakter van de hoofdpersoon in eigen woorden. Illustreer je antwoord met drie citaten uit de tekst.

2. Wat is het psychologisch vertelperspectief?

3. Hoe wordt de lezer op het verkeerde been gezet?

4. Wijs drie passages aan waaruit blijkt dat Muller vooroordelen heeft.

Slide 14 - Slide

1. Beschrijf het karakter van de hoofdpersoon in eigen woorden. Illustreer je antwoord met drie citaten uit de tekst.

Slide 15 - Open question

2. Wat is het psychologisch vertelperspectief?

Slide 16 - Open question

3. Hoe wordt de lezer op het verkeerde been gezet?

Slide 17 - Open question

4. Wijs drie passages aan waaruit blijkt dat Muller vooroordelen heeft.

Slide 18 - Open question