Les 3: Indexcijfer, Grafieken en tabellen

Bereken de procentuele verandering:
Antwoord
1 / 44
next
Slide 1: Slide
ECONOMIE LEERJAAR 2 (AVONDMAVO)Secondary Education

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bereken de procentuele verandering:
Antwoord

Slide 1 - Slide

 Indexcijfers
Rekenen met indexcijfers

Slide 2 - Slide

Indexcijfers
  • Indexcijfers geven de verhouding aan tot een bepaald basisgegeven. 

  • Ze worden toegepast om gegevens beter te kunnen vergelijken

Slide 3 - Slide

Intro
Indexcijfers zijn eigenlijk percentages die een reeks getallen (een rij getallen) vergelijken met één basisgetal.

Het makkelijkst kun je de betekenis van een indexcijfer laten zien met een voorbeeld:

Slide 4 - Slide

Enkelvoudige indexcijfers

Slide 5 - Slide

Indexcijfer
Wanneer we indexcijfers gebruiken, gaan we alle jaren vergelijken met één bepaald jaar.
Het jaar waarmee we vergelijken noemen we het basisjaar.

In dit voorbeeld gaan we alle inkomens vergelijken met het inkomen van 2010. Dat doen we in procenten. 

Het basisjaar is het hele getal = 100 (%)

We rekenen eigenlijk met procenten, maar bij indexcijfers schrijven we het %-teken NIET op.

Je kunt de indexcijfers voor elk jaar uitrekenen met de 1%-manier. Maar dat duurt erg lang.

Slide 6 - Slide

Met indexcijfers is het waarschijnlijk het handigst om een formule te gebruiken:

Slide 7 - Slide

Betekenis index-getal

Slide 8 - Slide

Procentueel verschil bij indexcijfer

Slide 9 - Slide

Snelle Manier

Slide 10 - Slide

Opgave 1
Antwoord

Slide 11 - Slide

Opgave 1
Antwoord

Slide 12 - Slide

Opgave 2

Slide 13 - Slide

Opgave 3
Antwoord

Slide 14 - Slide

Opgave 4
Antwoord

Slide 15 - Slide

Tot volgende week!

Slide 16 - Slide

Grafieken en tabellen aflezen

Slide 17 - Slide

Grafieken:
Hebben altijd een titel.
Hebben altijd een legenda.
Lijn- en staafgrafieken hebben een x-as en een y-as.

Slide 18 - Slide

Soorten grafieken en diagrammen

Grafieken heb je ook in verschillende soorten.

In een grafiek wordt vaak met staven of lijnen informatie gegeven. Dan heb je te maken met staaf- en lijngrafieken. Of staaf- en lijndiagrammen. Daar bedoelen we hetzelfde mee.

Verderop in dit les vertellen we je meer over de verschillende soorten grafieken en diagrammen.

Slide 19 - Slide

Horizontale as en verticale as

Slide 20 - Slide

Wat is een legenda?

Slide 21 - Slide

Wat is een staafgrafiek?

Slide 22 - Slide

Wat is een lijngrafiek?
Voorbeeld lijndiagram

Slide 23 - Slide

Cirkeldiagram

Slide 24 - Slide

Wat voor soort grafiek zie je hier?
A
lijngrafiek
B
staafgrafiek
C
cirkeldiagram
D
beeldgrafiek

Slide 25 - Quiz

Wat voor soort grafiek zie je hier?
A
lijngrafiek
B
staafgrafiek
C
cirkeldiagram
D
beeldgrafiek

Slide 26 - Quiz

Wat voor soort grafiek zie je hier?
A
lijngrafiek
B
staafgrafiek
C
cirkeldiagram
D
beeldgrafiek

Slide 27 - Quiz

Wat vonden de minste mensen de belangrijkste reden om te werken?

Slide 28 - Open question

Wat vonden de meeste mensen de belangrijkste reden om te werken?

Slide 29 - Open question

Grafieken aflezen
Welke temperatuur 
hoort bij 8 uur? 

Slide 30 - Slide

Grafieken aflezen
Welke temperatuur 
hoort bij 8 uur? 

Slide 31 - Slide

Grafieken aflezen
Welke temperatuur 
hoort bij 8 uur? 

Slide 32 - Slide

Grafieken aflezen
Welke temperatuur 
hoort bij 8 uur? 

Slide 33 - Slide

Grafieken aflezen
Welke temperatuur 
hoort bij 8 uur? 

Slide 34 - Slide

Grafieken aflezen
Welke temperatuur 
hoort bij 8 uur? 

Slide 35 - Slide

Grafieken aflezen
Welke temperatuur 
hoort bij 8 uur? 
Bij 8 uur hoort een temperatuur van 10 °C. 

Slide 36 - Slide

Welke temperatuur
hoort bij 14 uur?
A
10 °C
B
15 °C
C
20 °C
D
25 °C

Slide 37 - Quiz

Welke temperatuur
hoort bij 20 uur?
A
10 °C
B
15 °C
C
20 °C
D
25 °C

Slide 38 - Quiz

Hoe kun je tabellen aflezen?

Slide 39 - Slide

Introductie
In een tabel staat informatie over een bepaald onderwerp duidelijk en overzichtelijk weergegeven. Zo kun je altijd snel informatie opzoeken.

Een tabel heeft altijd een titel. Als je een tabel wilt gebruiken, kijk je daar als eerste naar. Want als je de titel leest, weet je waar de informatie in de tabel over gaat. 

Een tabel bestaat horizontaal uit de rijen en verticaal uit de kolommen.

Slide 40 - Slide

In de bovenstaande tabel zie je het minimumloon en het minimumjeugdloon per leeftijd.
Wat is het minimum maandloon van een 16 jarige?

Slide 41 - Open question

Wat is het minimum weekloon van iemand van 19 jaar oud?

Slide 42 - Open question

Hoeveel verdient iemand van 19 jaar per uur meer dan iemand van 16 jaar?

Slide 43 - Open question

Tot volgende week!

Slide 44 - Slide