Taalklas 1 extra H12 feest

Taalklas 1 extra H12

feest

1 / 209

Slide 1: Slide

NT2ISK

This lesson contains 209 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Taalklas 1 extra H12

feest

Slide 1 - Slide

Doelen

- we kennen 15 woorden

- we begrijpen de leestekst

- we antwoorden in juiste zinnen

Slide 2 - Slide

Welke feesten ken jij?

Slide 3 - Mind map

Wat is het grootste feest?

Slide 4 - Open question

Wanneer ben jij jarig?

Slide 5 - Mind map

Vier jij je verjaardag?

nee

Slide 6 - Quiz

Wat doe je als je jarig bent?

Slide 7 - Mind map

Hoe vaak ben jij jarig geweest?

Slide 8 - Poll

Wat eet je als het feest is?

Slide 9 - Open question

Wat doe jij als er feest is?

Slide 10 - Mind map

Woorden

Feest

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

1. oud en nieuw

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

2. vuurwerk

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

3. jarig

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

4. Koningsdag

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

5. kerstfeest

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

6. de uitnodiging

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

7. de taart

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

8. het kaarsje

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

9. blazen

Slide 29 - Slide

10.

Slide 30 - Slide

10. de muziek

Slide 31 - Slide

11.

Slide 32 - Slide

11. het cadeau

Slide 33 - Slide

12.

Slide 34 - Slide

12. sinterklaas

Slide 35 - Slide

13.

Slide 36 - Slide

13. vrolijk

Slide 37 - Slide

14.

Slide 38 - Slide

14. suikerfeest

Slide 39 - Slide

15.

Slide 40 - Slide

15. offerfeest

Slide 41 - Slide

16.

Slide 42 - Slide

16. Divali

Slide 43 - Slide

17.

Slide 44 - Slide

17. Holi

Slide 45 - Slide

18.

Slide 46 - Slide

18. Pasen

Slide 47 - Slide

19.

Slide 48 - Slide

19. de slinger

Slide 49 - Slide

20.

Slide 50 - Slide

20. zingen

Slide 51 - Slide

21.

Slide 52 - Slide

21. dansen

Slide 53 - Slide

22.

Slide 54 - Slide

22. opruimen

Slide 55 - Slide

NOG 1 X

Daarna dictee

Slide 56 - Slide

Slide 57 - Slide

1. oud en nieuw

Slide 58 - Slide

Slide 59 - Slide

2. sinterklaas

Slide 60 - Slide

Slide 61 - Slide

3. kerstfeest

Slide 62 - Slide

Slide 63 - Slide

4. vuurwerk

Slide 64 - Slide

Slide 65 - Slide

5. suikerfeest

Slide 66 - Slide

Slide 67 - Slide

6. offerfeest

Slide 68 - Slide

Slide 69 - Slide

7. Divali

Slide 70 - Slide

Slide 71 - Slide

8. Holi

Slide 72 - Slide

Slide 73 - Slide

9. Pasen

Slide 74 - Slide

10.

Slide 75 - Slide

10. jarig

Slide 76 - Slide

11.

Slide 77 - Slide

11. de taart

Slide 78 - Slide

12.

Slide 79 - Slide

12. het kaarsje

Slide 80 - Slide

13.

Slide 81 - Slide

13. blazen

Slide 82 - Slide

14.

Slide 83 - Slide

14. Koningsdag

Slide 84 - Slide

15.

Slide 85 - Slide

15. kerstfeest

Slide 86 - Slide

16.

Slide 87 - Slide

16. de uitnodiging

Slide 88 - Slide

17.

Slide 89 - Slide

17. de muziek

Slide 90 - Slide

18.

Slide 91 - Slide

18. het cadeau

Slide 92 - Slide

19.

Slide 93 - Slide

19. vrolijk

Slide 94 - Slide

20.

Slide 95 - Slide

20. de slinger

Slide 96 - Slide

21.

Slide 97 - Slide

21. zingen

Slide 98 - Slide

22.

Slide 99 - Slide

22. dansen

Slide 100 - Slide

23.

Slide 101 - Slide

23. opruimen

Slide 102 - Slide

Dictee! (1 - 23)

Dictee!

Slide 103 - Slide

Slide 104 - Slide

Slide 105 - Slide

Slide 106 - Slide

Slide 107 - Slide

Slide 108 - Slide

Slide 109 - Slide

Slide 110 - Slide

Slide 111 - Slide

Slide 112 - Slide

10.

Slide 113 - Slide

11.

Slide 114 - Slide

12.

Slide 115 - Slide

13.

Slide 116 - Slide

14.

Slide 117 - Slide

15.

Slide 118 - Slide

16.

Slide 119 - Slide

17.

Slide 120 - Slide

18.

Slide 121 - Slide

19.

Slide 122 - Slide

20.

Slide 123 - Slide

21.

Slide 124 - Slide

22.

Slide 125 - Slide

23.

Slide 126 - Slide

Hoeveel woorden wist je nog?

Slide 127 - Poll

NAKIJKEN

Slide 128 - Slide

Slide 129 - Slide

1. de uitnodiging

Slide 130 - Slide

Slide 131 - Slide

2. de muziek

Slide 132 - Slide

Slide 133 - Slide

3. vrolijk

Slide 134 - Slide

Slide 135 - Slide

4. zingen

Slide 136 - Slide

Slide 137 - Slide

5. oud en nieuw

Slide 138 - Slide

Slide 139 - Slide

6. sinterklaas

Slide 140 - Slide

Slide 141 - Slide

7. kerstfeest

Slide 142 - Slide

Slide 143 - Slide

8. vuurwerk

Slide 144 - Slide

Slide 145 - Slide

9. suikerfeest

Slide 146 - Slide

10.

Slide 147 - Slide

10. offerfeest

Slide 148 - Slide

11.

Slide 149 - Slide

11. Divali

Slide 150 - Slide

12.

Slide 151 - Slide

12. Holi

Slide 152 - Slide

13.

Slide 153 - Slide

13. Pasen

Slide 154 - Slide

14.

Slide 155 - Slide

14. jarig

Slide 156 - Slide

15.

Slide 157 - Slide

15. de taart

Slide 158 - Slide

16.

Slide 159 - Slide

16. het kaarsje

Slide 160 - Slide

17.

Slide 161 - Slide

17. blazen

Slide 162 - Slide

18.

Slide 163 - Slide

18. Koningsdag

Slide 164 - Slide

19.

Slide 165 - Slide

19. kerstfeest

Slide 166 - Slide

20.

Slide 167 - Slide

20. het cadeau

Slide 168 - Slide

21.

Slide 169 - Slide

21. de slinger

Slide 170 - Slide

22.

Slide 171 - Slide

22. dansen

Slide 172 - Slide

23.

Slide 173 - Slide

23. opruimen

Slide 174 - Slide

Hoeveel woorden had je goed?

Slide 175 - Poll

Slide 176 - Slide

woordzoekerfabriek.nl

Slide 177 - Link

Slide 178 - Slide

STENCILS MAKEN

- leer de woordjes (1)

- vertaal de woorden (2)

- invuloefening (3)

- volgorde letters (4)

- leesopdracht (5)

Slide 179 - Slide

2. Laat je woordenlijst zien

- overgeschreven

- vertaald naar jouw taal

Slide 180 - Slide

3. invuloefening

- typ je antwoord

- verbeter je stencil

Slide 181 - Slide

1. Wij ....................... de groente.

Slide 182 - Open question

2. Wij eten rijst met .................

Slide 183 - Open question

3. Er ligt ....................... op tafel.

Slide 184 - Open question

4. Ik smeer ........................ op mijn brood.

fruit

boter

liter

Slide 185 - Quiz

5. Ik koop .................. op de markt.

fruit

boter

liter

Slide 186 - Quiz

6. Ik drink een ................. water.

fruit

boter

liter

Slide 187 - Quiz

7. ...................... zet ik op 180 graden.

Gezond

de kip

De oven

Slide 188 - Quiz

8. Ik bak ........................

Gezond

de kip

De oven

Slide 189 - Quiz

9. ........................ eten is goed voor je.

Gezond

de kip

De oven

Slide 190 - Quiz

10. ........................................... staat op tafel.

vers

de sla

De theepot

Slide 191 - Quiz

11. Het eten is ........................

Slide 192 - Open question

12. .......................... komt uit de tuin.

vers

De sla

De theepot

Slide 193 - Quiz

13. De taart is .....................

afwassen

de schaal

zoet

Slide 194 - Quiz

14. Ik moet de borden .........

Slide 195 - Open question

15. We gebruiken ................. voor de salade.

afwassen

de schaal

zoet

Slide 196 - Quiz

Laat je invuloefening zien

Slide 197 - Slide

4. vul de goede letter in

Welke letter moet je in elk woord invullen?

Slide 198 - Slide

k ......... p
fru ............ t
l ........... ter

Slide 199 - Open question

v.....rs
ov.....n
g.....zond

Slide 200 - Open question

z......et
b......ter
z.....ut

Slide 201 - Open question

sl.....
w.....ssen
sch....al

Slide 202 - Open question

5 Leesopdracht

Slide 203 - Slide

5 Lees de tekst:

Peter en Sam komen vanavond bij Maria eten.

Zij zijn haar vrienden.

Ze komen om 6 uur.

Maria gaat vis maken inde oven.

Maria koopt de vis op de markt.

De vis op de markt is vers en niet duur.

Ze maakt ook sla met tomaten. Lekker en gezond!

Slide 204 - Slide

Wie zijn Peter en Sam?

Slide 205 - Mind map

Waar koopt Maria de vis?

Slide 206 - Mind map

Wat maakt Maria nog meer?

Slide 207 - Mind map

woordzoekerfabriek.nl

Slide 208 - Link

Slide 209 - Slide