6.3 Betalen aan de overheid

Welkom, wat fijn dat jullie er zijn!

Bij binnenkomst
Stap 1: Jas in de kluis of op de gang.
Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Pak je boek en open je schrift voor een opdracht.
Stap 4: Pak je rekenmachine en etui erbij.




1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom, wat fijn dat jullie er zijn!

Bij binnenkomst
Stap 1: Jas in de kluis of op de gang.
Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Pak je boek en open je schrift voor een opdracht.
Stap 4: Pak je rekenmachine en etui erbij.




Slide 1 - Slide

Dit gaan we doen deze les
  1. Herhalen 6.2
  2. Nieuwe uitleg 6.3
  3. Zelfstandig werken
  4. Nakijken

Slide 2 - Slide

Herhalen vorige les

  1. Noem 3 voorbeelden van collectieve voorzieningen.
  2. Wat is sociale zekerheid?
  3. Waarom worden er sociale premies op je loon ingehouden
  4. Wat is het verschil tussen de collectieve en de particuliere sector?
  5. Noem 2 voorbeelden van de collectieve sector.
  6. Noem 2 voorbeelden van de particuliere sector.
timer
3:00

Slide 3 - Slide

In deze les leer je
  1. Wat het verschil is tussen directe en indirecte belastingen.
  2. Welke verschillen en overeenkomsten loonbelasting en inkomstenbelasting hebben.
  3. Wat subsidie en accijns is.
  4. Welke andere inkomsten de overheid heeft.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Inkomsten voor de overheid 
Burgers en bedrijven betalen belasting = een verplichte bijdrage aan de overheid.

Directe belasting betaal je rechtstreeks aan de Belastingdienst.


Indirecte belasting betaal je met een omweg aan de Belastingdienst.








Slide 7 - Slide

Belasting over je inkomen
Iedereen betaalt belasting.

Iedereen met een inkomen betaalt inkomstenbelasting.
Als je in loondienst bent, heet dit loonbelasting.
De werkgever houdt de loonbelasting in op het loon van werknemers en maakt het over aan de Belastingdienst.

Bedrijven betalen vennootschapsbelasting over hun winst.


Slide 8 - Slide

Aanmoedigen
Soms geeft de overheid geld aan burgers of bedrijven.
Zo’n bijdrage van de overheid heet subsidie.
Door subsidie wordt iets beter betaalbaar.
Daarmee stimuleert de overheid mensen om iets te gaan doen.

De overheid geeft bijvoorbeeld subsidies aan:
  • sportverenigingen
  • culturele activiteiten
  • burgers of bedrijven die maatregelen nemen om energie te besparen.




Slide 9 - Slide

Afremmen
Bepaalde producten zijn slecht voor je gezondheid
 of voor het milieu:
  • alcohol
  • tabak (sigaretten)
  • brandstof (benzine)

De overheid wil het gebruik van deze producten ontmoedigen. 
Daarom heft de overheid er accijns op.

Accijns is een extra verbruiksbelasting. Het is een indirecte belasting die verwerkt is in de prijs. Door accijns worden producten duurder. Mensen gaan er dan minder van kopen.


Slide 10 - Slide

Andere inkomsten
Belastingen zijn de belangrijkste inkomsten voor de overheid.
Er zijn ook andere inkomsten: de niet-belastingontvangsten.
Bijvoorbeeld:
  • verkeersboetes

Winst van bedrijven waarvan de overheid 
mede-eigenaar is zoals:
  • de Nederlandse Spoorwegen
  • Schiphol
  • het Havenbedrijf Rotterdam
  • de Nederlandse Loterij.


Slide 11 - Slide

Zelfstandig werken
Stap 1: Maak opgave 1 t/m 17 blz. 190-195
Stap 2: Maak opgave 1 t/m 16 blz. 206-207
Stap 3: Maak 6.1 t/m 6.3 blz. 204
Stap 4: Maak opgave 1 t/m 10 blz. 208
timer
5:00

Slide 12 - Slide