1.4 De Egyptenaren

De Oude Egyptenaren


Geschenk van de Nijl
1 / 36
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De Oude Egyptenaren


Geschenk van de Nijl

Slide 1 - Slide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ken je de begrippen irrigratie, koninkrijk, staatshoofd, piramide, mummie en farao (R)

  • kun je uitleggen hoe piramides gebouwd werden en wat de functie van een piramide was.  (T1)

  • kun je uitleggen waarom de rivier de Nijl zo belangrijk was in het Oude Egypte. (T2)

  • kun je verklaren waarom er nu zoveel interesse is in het Oude Egypte.   (I)

Slide 3 - Slide

Wat weet je eigenlijk
van Egypte

Slide 4 - Mind map

Sleep de nummers naar de juiste plek in de kaart
Nijldelta
4
Middellandse Zee
3
Nijldal
2
Nijl
1

Slide 5 - Drag question



Eerste bewoners trekken achter hun dieren aan
en komen uit langs de oevers van de Nijl.

Slide 6 - Slide

Van de zwarte periode...
...naar de groene periode

Slide 7 - Slide

En van de groene periode...
...naar de gele periode.

Slide 8 - Slide

De Nijl was van levensbelang: als de Nijl niet hoog genoeg kwam, ontstonden hongersnoden...
...maar als hij te hoog kwam, een overstroming!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hoe gingen de oude Egyptenaren daarmee om?
  • De Nijl moet goed in de gaten worden gehouden

  • Er moet verstandig worden omgegaan met de hoeveelheid water: irrigatielandbouw

  • Er worden voorraden aangelegd voor mindere oogstjaren. Alle oogsten worden nauwkeurig bijgehouden.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

En vooral: samenwerken!
  • Hiervoor heb je een leider nodig.

  • Elke stam heeft een leider (dorpshoofd).

  • Die dorpshoofden krijgen ruzie met elkaar.

  • Uiteindelijk blijft er één leider over: de farao.

Slide 13 - Slide

Landbouwstedelijke samenleving
  • Graanopbrengst zijn groot genoeg, zodat niet iedereen meer boer hoeft te zijn.

  • Er ontstaan nieuwe beroepen: ambachtslieden, schrijvers, ambtenaren, enz.

  • Niet iedereen hoeft meer op het platteland te wonen, maar ze gaan naar de stad.

  • Er ontstaan ook meer verschillen in aanzien.


Een samenleving waarin de meeste mensen leven op het platteland van de landbouw, maar waarin er ook steden zijn met ambachten en handel.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Handel
  • De ambachtslieden en boeren verkochten hun producten op de markt.

  • Sommige mensen kopen, verkopen en vervoeren alleen prodcuten: handel.

  • Rondom de markten ontstaan steden.

  • Behoefte aan leiders, die gingen besturen en belasting vroegen.

Slide 16 - Slide

Bestuur
  • De farao is koning, legeraanvoerder én god, de andere inwoners worden zijn onderdanen.

  • Meeste taken worden uitgevoerd door:
  1. ambtenaren: bestuur
  2. priesters: godsdienst
  3. officieren: leger
  • Omdat het een groot land is, zijn er geschreven wetten

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

De Egyptenaren kregen een hoogontwikkelde cultuur.

  • Hoogontwikkeld = veel goede moderne dingen. 

  • Cultuur: hoe mensen doen en denken + dingen die ze aan hun kinderen doorgeven.

Slide 19 - Slide

Kenmerken van een hoogontwikkelde cultuur
  • Uitgebreide en ingewikkelde godsdienst, waarin geloof in leven na de dood belangrijke was.

  • Bouw- en schilderkunst (piramide, muurschilderingen, hierogliefen)

  • Goed georganiseerd bestuur, van een staat.

  • Schrift (papyrus)

Slide 20 - Slide

Piramides
  • Graven voor belangrijke Egyptenaren (farao's).

  • Grote bron van informatie (archelogie).

  • Grafrovers...

  • Bekendste is de piramide van Cheops.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Begrippen uit deze les
  • Farao
  • Cultuur
  • Piramide
  • Irrigratie
  • Ambtenaar
  • Ambacht
  • Landbouwstedelijke samenleving
  • belasting
  • Staat
  • Onderdanen

Slide 28 - Slide

Aan de slag!
  • Hoofdstuk 1.4 opdracht 1b, 2, 3, 6, 7, 9 en 10

  • Volgende week herhalen en oefentoets, week voor of na de herfstvakantie maak je de toets. Je mag zelf plannen welke week.

  • Werken aan je PO (deadline 15 oktober)

Slide 29 - Slide

Video
Histoclips: De Oude Egyptenaren

Slide 30 - Slide

0

Slide 31 - Video

Video
Days that shook the World: Deciphering the Rosetta Stone

Slide 32 - Slide

0

Slide 33 - Video

Video
Leven onder de farao's
Deel 1 & 3

Slide 34 - Slide

0

Slide 35 - Video

0

Slide 36 - Video