This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welke zijn nog moeilijk?
stroomstelsel
stroomgebied
waterscheiding
bovenloop/ middenloop/ benedenloop
erosie
sedimentatie
verval / verhang
gletsjerrivier / regenrivier / gemengde rivier
debiet / regiem
Slide 1 - Slide
Welke zijn nog moeilijk?
Slide 2 - Mind map
1.1 Rivieren: de natuur (deel 2)
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
je kunt kenmerken van de stroomgebieden van Rijn en Maas beschrijven;
je kunt uitleggen hoe het veranderende klimaat de waterafvoer van de Nederlandse rivieren Rijn en Maas beïnvloedt;
je kunt verklaren hoe klimaatverandering zorgt voor een hoger overstromingsrisico, wateroverlast en watertekorten.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
Huiswerk nakijken
Lees paragraaf 1.1, maak opdrachten 1 t/m 6
Slide 7 - Slide
Opd.5
A. Verklaar hoe een onregelmatiger neerslagregiem kan zorgen voor watertekorten in ons land.
B. Verklaar hoe temperatuurstijging kan zorgen voor watertekorten in ons land.
C. Hoe kan klimaatverandering zorgen voor een piekafvoer in de Rijn?
Slide 8 - Slide
Rivieren en klimaatverandering
Klimaatverandering zorgt voor:
Onregelmatig neerslagregiem.
Smelten van gletsjers.
Zeespiegelstijging.
Welke invloed heeft dit op het regiem en debiet van rivieren?
Slide 9 - Slide
Welke invloed heeft dit op het regiem en debiet van rivieren, wateroverlast?
onregelmatig neerslagregiem
Smelten van gletsjers
Zeespiegelstijging
Meer wateroverlast en overstromingsrisico
timer
2:00
Slide 10 - Slide
Welke invloed heeft dit op het regiem en debiet van rivieren, wateroverlast?
onregelmatig neerslagregiem
Smelten van gletsjers
Zeespiegelstijging
piekafvoer
veel smeltwater wordt afgevoerd door rivieren -> debiet stijgt
zeewater dringt de rivieren binnen -> rivieren kunnen minder goed water afvoeren
Meer wateroverlast en overstromingsrisico
timer
2:00
Slide 11 - Slide
9. Wat is het regiem van een rivier?
A
De gemiddelde diepte van een rivier
B
De hoeveelheid water die een rivier per seconde afvoert
C
De verschillen in waterafvoer gedurende het jaar
D
De breedte van het stroomgebied
Slide 12 - Quiz
10. Wat is debiet?
A
De snelheid van de rivier
B
De hoeveelheid water die een rivier afvoert per seconde op een bepaalde plek
C
De afstand tussen bron en monding
D
De kracht waarmee de rivier het landschap erodeert
Slide 13 - Quiz
11. Wat is piekafvoer?
A
De hoogste watertemperatuur van het jaar
B
De hoeveelheid water in de rivier bij langdurige droogte
C
De plotseling hoge afvoer van een rivier bij hevige neerslag
D
Het debiet gemeten aan het einde van de rivier
Slide 14 - Quiz
12. Welk gevolg heeft temperatuurstijging voor rivieren?
A
Minder verdamping
B
Gletsjers smelten sneller, wat leidt tot meer water in de rivieren
C
Rivieren worden smaller
D
Minder sedimentatie
Slide 15 - Quiz
13. Waarom kunnen rivieren bij zeespiegelstijging moeilijker afwateren op zee?
A
Omdat de rivieren zelf droger worden
B
Omdat het land hoger komt te liggen
C
Omdat het hoogteverschil tussen rivier en zee kleiner wordt
D
Omdat rivieren warmer worden
Slide 16 - Quiz
Link naar Quizlet
Slide 17 - Slide
quizlet.com
Slide 18 - Link
Leerdoelen controleren
je kunt kenmerken van de stroomgebieden van Rijn en Maas beschrijven;
je kunt uitleggen hoe het veranderende klimaat de waterafvoer van de Nederlandse rivieren Rijn en Maas beïnvloedt;
je kunt verklaren hoe klimaatverandering zorgt voor een hoger overstromingsrisico, wateroverlast en watertekorten.
Slide 19 - Slide
00:16
5. Wat wordt bedoeld met het regiem van een rivier?
A
De snelheid waarmee een rivier stroomt in de benedenloop
B
Het aantal zijrivieren dat water aanvoert naar de hoofdrivier
C
De schommelingen in de hoeveelheid water die een rivier per jaar afvoert
D
De totale lengte van een rivier vanaf de bron tot de monding
Slide 20 - Quiz
00:25
6. Wat betekent het debiet van een rivier?
A
De gemiddelde diepte van de rivier in de benedenloop
B
Het aantal bochten (meanders) in een riviertraject
C
De afstand tussen de bron en de monding van een rivier
D
De hoeveelheid rivierwater die een bepaald punt passeert, uitgedrukt in kubieke meter per seconde
Slide 21 - Quiz
00:34
7. De debiet van Maas is groter dan van Rijn
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quiz
01:01
8. Op welke grafiek(en) is de piekafvoer te zien?
A
alleen op de eerste
B
alleen op de tweede
C
op allebei
D
nergens
Slide 23 - Quiz
01:04
1. Hoe stroomt water?
A
van hoog naar laag
B
van laag naar hoog
Slide 24 - Quiz
01:26
2. Wat is verval? Bij Lobith stroomt de Rijn ons land binnen op +14m NAP (Normaal Amsterdams Peil). De Rijn mondt 175 km verder uit in de Noordzee. Wat is het verval tussen Lobith en de monding?
Slide 25 - Open question
01:46
3. Wat is het verhang? De rivier de Maas stroomt Nederland binnen bij Eijsden (in Zuid-Limburg) op een hoogte van 50 meter boven NAP, en mondt na ongeveer 240 kilometer uit in de Noordzee. Wat is het verhang van Maas
Slide 26 - Open question
02:04
4. Welke kenmerken horen bij de benedenloop van rivieren, zoals die van de Rijn?
A
laag verhang, snel stromend water, weinig sedimentatie, rechte rivierbedding
B
laag verhang, langzaam stromend water, meanderen, veel sedimenteren