CVA

Quiz vragen bij het CVA
1 / 10
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Quiz vragen bij het CVA

Slide 1 - Slide

Wat houd de FAST in
A
Een test voor de bloeddoorstroom van het Brein
B
Een test om een beroerte te herkennen
C
Een interventie na het CVA
D
Een test om de hersenactiviteit te meten.

Slide 2 - Quiz

Wat doe je als EERSTE! als je een CVA vermoed .
A
voor een comfortabele houding zorgen.
B
een arts halen of bellen.
C
een collega erbij halen
D
bloeddruk meten.

Slide 3 - Quiz

Bij een afasie denk je aan een CVA
A
links
B
rechts
C
links of rechts
D
frontaal

Slide 4 - Quiz

wat is een ander woord oor een hersenbloeding
A
Subarachnoïdale bloeding
B
Hemorrgisch CVA
C
TIA
D
Ischemisch CVA

Slide 5 - Quiz

wat is de belangrijkste risicofactoor voor het krjgen van een bloeding
A
Hoge bloeddruk
B
Diabetes Mellitus
C
Overgewicht
D
Alcohol geruik

Slide 6 - Quiz

Welke behandeling word vaak toegepast bij een CVA
A
Geven van bloedverdunners
B
Uitvoeren van een interventie om et tolsel te verwijderen
C
Toedienen van zuurstof
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 7 - Quiz

Waar hebben CVA patiënten (NAH) vooral behoefte aan
A
gezelligheid
B
Prikkelarme omgeving
C
Aandacht en liefde
D
Radio zachtjes aan

Slide 8 - Quiz

Wat vertel je tijdens de overdracht aan de arts bij verdenking CVA bij de S van Situatie
A
waarom de bewoner in het verz. huis ligt.
B
Dat de dokter in huis moet komen
C
Onderliggend lijden.
D
kamernummer. Bewoner en kamernummer. Wat je aan hebt getroffen.

Slide 9 - Quiz


A

Slide 10 - Quiz