Wat weten we nog van onze mini les over het hormonale stelsel?

Wat hebben we onthouden van onze mini les over het Hormonale stelsel

1 / 39
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat hebben we onthouden van onze mini les over het Hormonale stelsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben we onthouden?

Vraagstelling + uitleg 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De afscheiding van exocriene klieren gebeurt meestal in de directe omgeving van de klier
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Geef een andere benaming van endocriene klieren.

Slide 4 - Open question

klieren met inwendige afscheiding of hormonale klieren
Endocriene klieren geven hormonen af aan de haarvaatjes die door de hormoonklieren lopen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Opfrissing hormonen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

 Hormonen
signaalstoffen- chemische boodschappers- zetten doelcellen aan tot bepaalde stofwisselingsprocessen. 
- invloed op ontwikkeling  (lichaam)
hormoonklieren maken ongeveer 25 verschillende hormonen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hormoonklier
endocrien(naar binnen): geven stoffen direct af aan het bloed
Lever en nieren : voeren hormonen af
Hormoonklieren vullen aan door productie hormonen
Remmende terugkoppeling (wanneer er te veel hormoon is)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Welke twee grote groepen van klieren hebben we?

Slide 9 - Open question

exocriene klieren : naar buiten afgevend, bv pancreas maakt alvleeskliersap aan die w afgegeven aan het begin van de dunne darm voor de spijsvertering, heeft een afvoerbuis.

Endocrien: naar binnen afgevend, hebben geen afvoergang en geven hun stoffen direct af aan het bloed
Traanklieren zijn endocriene klieren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

 Hypothalamus 
Hypofyse (onder tussenhersenen) 
Hypothalamus ligt boven hypofyse 
Hypothalamus is de secretaresse: meet de hoeveelheid hormonen in het bloed en stimuleert dan afgifte van hormonen. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hypofyse
Hypofysevoorkwab: klierweefsel 
productie 7 hormonen: TSH/ACTH/FSH/LH/STH/Prolactine/MSH
Hypofyse achterkwab: zenuwweefsel
opslagplaats 2 stoffen die in Hypothalamus worden gemaakt: ADH en oxytocine

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hypofysevoorkwab 
TSH= zet schildklier aan om schildklierhormoon calcitonine te maken 
ACTH= bijnierschorsstimulerend hormoon
FSH= follikel stimulerend hormoon  (stimuleert eierstokken tot ontwikkeling van follikels en zaadballen tot aanmaak zaadcellen)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

LH: stimuleert eisprong en productie progesteron in eierstokken. In zaadballen: testosteron
STH= groeihormoon : stimuleert celgroei/ herstel en vervanging lichaamscellen
Prolactine: ontwikkeling van melkklierweefsel 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Ziekte van Addison

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Ziekte van Cushing

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

MSH: melanocyt-stimulerend hormoon: stimuleert pigmentcellen in de huid (kleurstof bepaalt kleur van huid en haren)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

 Remmende terugkoppelingsmechanisme 
Hypofyse stimuleert schildklier om schildklierhormoon
aan te maken . Hypothalamus meet 
hoeveelheid in bloed. Stijgt deze ?
Dan remt de hypothalamus de hypofyse 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Hypofyse achterkwab 
zenuwweefsel 
opslagplaats van ADH en oxytocine die in hypothalamus worden gemaakt.
ADH: regelt waterhuishouding in het bloed

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Ocytocine
- stimuleert baarmoeder om zich samen te trekken
- einde zwangerschap neemt oxytocine toe: veroorzaakt weeën
- toeschietreflex bij het geven van borstvoeding  

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Hypofyse
Epifyse
hypothalamus

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Het schildklierhormoon regelt de verbranding van het voedsel en de omzetting in energie:
 
                     
           hormoonproductie => Snelle verbranding =>

                   hormoonproductie => trage verbranding => 

Te veel
te weinig
je wordt mager
je wordt zwaarder

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Opfrissing bijnieren

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Bijnieren (glandula suprarenalis)
Bijnierschors: buitenkant bijnieren: drie hormonen
1.corticosteroiden: aldosteron en cortisol
2. geslachtshormonen 
Binnenkant bijnier= bijniermerg: produceert adrenaline en noradrenaline (stresshormoon)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Aldosteron
regelt zoutgehalte in bloed (natrium en kalium)
Natrium: vochtbalans, regelt bloeddruk, prikkeloverdracht spieren en zenuwen
Kalium: prikkeloverdracht zenuwen en spieren. 
aanmaak van eiwitten en glycogeen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Cortisol 
invloed op suikergehalte (glucose) 
hormoon ACTH uit hypofyse zet bijnierschors aan om cortisol aan te maken
Cortisolgehalte is verhoogd in stresssituaties 
controleert ontstekingsreacties en productie antistoffen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Geslachtshormoon
bijnierschors produceert androgenen bij man en vrouw

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Adrenaline en noradrenaline 
reactie op gevaar, angst of woede
Fight or Flight = vecht of vlucht
aangemaakt in de binnenkant van de bijnieren= bijniermerg

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

alvleesklier of pancreas
  • de grootste klier die we hebben.
  • ongeveer 15 cm en een dikte van 1 en 3 cm 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Welke 2 functies heeft de pancreas?

Slide 31 - Open question

aanmaak verteringssappen voor afgifte aan dunne darm
aanmaak insuline en glucagon in de eilandjes van langerhans 
Welke types van diabetes onderscheiden we?

Slide 32 - Open question

diabetes type 1: alvleesklier is niet meer in staat om insuline aan te maken, gebruik van insuline per pen voor insuline aanmaak.
Insuline w afgescheiden door eilandjes V Langerhans wanneer de bloedsuiker hoog is, onderdruk de hoge bloedsuiker. Overige glucose w onder de vorm van glycogeen opgeslagen in o.a de lever. Omzetting glucose glycogeen en glycogeen - glucose gebeurt door het hormoon glucagon.

Diabetes type 2: Onvoldoende / verstoorde afgifte van insuline in het lichaam, w meestal behandeld met dieet of tabletten.
Welk hormoon zet opgeslagen glycogeen in de lever om in glucose?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Hypoglykemie
Hyperglykemie
slaperigheid
moeheid
beven
honger
Moeheid
droge tong
hoofdpijn

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

teelbal
bijnier
schildklier
alvleesklier
Hypofyse
Hypothalamus
eierstok

Slide 36 - Drag question

This item has no instructions

Waaruit bestaat het juxtaglomulaire apparaat?
A
celgroepjes in de nieren
B
celgroepjes in de darmen
C
celgroepjes in de lever
D
celgroepjes in de pancreas

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Welk hormoon maakt het juxtaglomulaire apparaat aan bij een lage bloeddruk?
A
peptine
B
asperine
C
renine
D
plissine

Slide 38 - Quiz

Renine: veroorzaakt bloedvatvernauwing in je lichaam waardoor de bloeddruk snel oploopt.
het stimuleert ook de afgifte van aldosteron in de bijnieren-. hierdoor meer vocht vastgehouden in de nieren en heeft ook een bloeddrukverhogend effect.

Door dit apparaat zijn de nieren altijd verzekerd van de juiste druk in de glomeruli.
Einde opfrissing en ook einde van de les vandaag!

Slide 39 - Slide

This item has no instructions