Wat valt er allemaal onder basiszorg?

Stelling 1: Een goede hygiëne is van belang om de kans op
infectieziekten te verkleinen
Stelling 2: Hygiëne heeft alleen betrekking op de zorgvrager
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
Zorg en WelzijnHBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Stelling 1: Een goede hygiëne is van belang om de kans op
infectieziekten te verkleinen
Stelling 2: Hygiëne heeft alleen betrekking op de zorgvrager
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 1 - Quiz

Dit is een verzorgingskussen waarop je een baby veilig kunt verzorgen
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 2 - Quiz

Het gebruik van kant-en-klare wasdoekjes bij verzorgen en wassen op bed heeft veel voordelen.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 3 - Quiz

Koppel de beweringen over oorverzorging aan juist of onjuist
Een hoortoestel breng je met een draaiende beweging in.
Een niet goedzittend oorstukje kan fluiten veroorzaken.
Een los oorstukje mag je alleen reinigen met een droge doek.
Oorsmeer verwijder je met een wattenstaafje.
Onjuist
Onjuist
Juist
Juist

Slide 4 - Drag question

Een protocol of een voorschrift is een nauwkeurig beschreven reeks van handelingen of processtappen.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 5 - Quiz

Waar staat ADL voor?
A
Activiteiten Dagelijks Levensonderhoud
B
Afspraken Dagelijks Levensonderhoud
C
Algemene Dagelijkse Levensbehoeften
D
Afhankelijke Dagelijkse Levensbehoeften

Slide 6 - Quiz

Hygiëne:
De gele snijplank is voor?
A
Groente
B
Vlees
C
Gevogelte
D
Vis

Slide 7 - Quiz

Bij een elektronisch zorgdossier is de hoeveelheid zelf bedachte informatie maximaal en het inzicht in de situatie van de zorgvrager is optimaal.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 8 - Quiz

Wat is preventie?
A
Wetgeving om je werk zo veilig mogelijk te doen
B
Voorkomen van, zorgen dat iets niet gaat gebeuren

Slide 9 - Quiz


Wat doe je bij observeren?

Sleep de juiste onderdelen naar dit vak.
Herkennen
Handelen
Beoordelen
Signaleren

Slide 10 - Drag question

Wat is een beroepshouding?
A
Algemeen uitgangspunt van een 'goede houding'.
B
Vereiste houding bij vaardigheden.
C
Houding op basis van een standaard.
D
Bepaalde houding om je werk naar behoren uit te voeren.

Slide 11 - Quiz

Wat zijn aspecten van ergonomie?
A
De veiligheid en de gezondheid van de werknemer
B
Hulpmiddelen
C
Fysieke belasting
D
Werktijden

Slide 12 - Quiz

Wat is methodisch werken?
A
Cyclus die zich steeds herhaalt.
B
Een met elkaar gesteld doel bereiken.
C
Weg waarlangs je gestelde doelen kunt bereiken.
D
Keuzes maken en besluiten nemen.

Slide 13 - Quiz

Wat is rapportage?
A
Schriftelijk verslag uitbrengen.
B
Mondeling of schriftelijk verslag uitbrengen.
C
Mondeling verslag uitbrengen.

Slide 14 - Quiz