This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Verdienmodel
Slide 1 - Slide
Transactiemodel: vastgestelde prijs
Slide 2 - Slide
Winkel als showroom
Consignatie: winkel ontvangt commissie bij de verkoop van een product
Slide 3 - Slide
Bemiddelingsmodel:
met tussenkomst
Slide 4 - Slide
Peer-to-peer model: geen tussenkomst
Slide 5 - Slide
Verbruiksmodel: betalen voor wat je verbruikt
Slide 6 - Slide
Abonnements- of licentiemodellen
Slide 7 - Slide
Freemiummodel/instapmodel
Freemiummodel/instapmodel
Slide 8 - Slide
Lokaasmodel
Goedkoop apparaat, dure verplichte benodigdheden
Slide 9 - Slide
Advertentiemodel
Slide 10 - Slide
Veilingmodel
Slide 11 - Slide
Welk verdienmodel is gebaseerd op directe transacties waarbij klanten producten of diensten kopen tegen een vastgestelde prijs?
A
Advertentiemodel
B
Directe transactie
C
Peer-to-peer model
D
Veilingmodel
Slide 12 - Quiz
Wat is een kenmerk van het freemiummodel?
A
Producten worden uitsluitend via veilingen verkocht
B
Klanten betalen alleen voor wat ze daadwerkelijk gebruiken
C
Klanten ontwerpen hun eigen producten volledig op maat
D
Basisdiensten worden gratis aangeboden, met extra betaalde functies
Slide 13 - Quiz
Bij welk verdienmodel blijft het bedrijf eigenaar van het product en betaalt de klant voor het gebruik ervan via een abonnementsvorm?
A
Advertentiemodel
B
Mass customization
C
Product as a Service (PaaS)
D
Directe transactie
Slide 14 - Quiz
Welk verdienmodel is gebaseerd op het delen, ruilen of verhuren van goederen of diensten tussen individuen?
A
Peer-to-peer model
B
Veilingmodel
C
Abonnementsmodel
D
Social merchandising
Slide 15 - Quiz
Wat is een belangrijk kenmerk van het lokaasmodel?
A
Producten worden exclusief via sociale media verkocht
B
Een product wordt goedkoop of gratis aangeboden om aanvullende aankopen te stimuleren
C
Klanten kunnen zelf hun producten personaliseren
D
Het is gebaseerd op advertenties en gesponsorde inhoud
Slide 16 - Quiz
Een bedrijf verkoopt verpakkingsmachines aan webwinkels. De prijs van het basismodel staat vast. De klant kan het basismodel aanpassen aan zijn wensen: bijvoorbeeld de verpakkingsmaat, soort verpakking en bedrukking. Hij betaalt daar extra voor.
Welk verdienmodel past het bedrijf toe?
A
Instapmodel
B
Lokaasmodel
C
Bemiddelingsmodel
Slide 17 - Quiz
Een kledingbedrijf laat klanten online zelf hun T-shirts ontwerpen. Van welk verdienmodel is hier sprake?
A
Mass customizationmodel
B
Peer-to-peermodel
C
Abonnementsmodel
D
Advertentiemodel
Slide 18 - Quiz
Een website biedt gratis toegang tot nieuwsartikelen, maar toont advertenties om inkomsten te genereren. Welk verdienmodel past hierbij?
A
Lokaasmodel
B
Freemiummodel
C
Dropshipping
D
Advertentiemodel
Slide 19 - Quiz
Een softwarebedrijf biedt een basisversie van zijn programma gratis aan, maar vraagt geld voor extra functies. Welk verdienmodel is dit?
A
Abonnementsmodel
B
Verbruiksmodel
C
Lokaasmodel
D
Freemiummodel
Slide 20 - Quiz
Wat is een kenmerk van het peer-to-peermodel?
A
De verkoper verkoopt via een winkel tegen vaste prijs.
B
Klanten personaliseren hun producten zelf.
C
Klanten delen of ruilen producten direct met elkaar via een platform.
D
Klanten kopen extra functies na een gratis proefperiode.