3E Dienstag, den 19. September 2023 Einleitung Unterrichtstunde Deutsch

1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Dienstag, den 19. September 2023
  • Willkommen.
  • Ziel.
  • Wiederholung Grammatik Klasse 2.
  • Hausaufgaben Woche 38
  • Zum Schluss.

Slide 2 - Slide

Ziel:
  • Wiederholung Grammatik Klasse 2

Slide 3 - Slide

Woche 38: Wiederholung Grammatik
  • Schwache Verben d/t?
  • Das Partizip (voltooid deelwoord) (zwak en sterk)
  • Regeln der, die und das
  • Modalverben

M Aufgaben Grammatik online Brückenschlag 1, 2 und 3
M Slim Stampen online Brückenschlag 1, 2 und 3

Slide 4 - Slide

Wie alt .... , Frau Müller?
A
bist du
B
sind sie
C
seid ihr
D
sind Sie

Slide 5 - Quiz

Es .... viele Vorteile.
A
habe
B
hast
C
hat
D
haben

Slide 6 - Quiz

Meine Cousinen .... ein großes Haus.
A
hast
B
hat
C
haben
D
habt

Slide 7 - Quiz

Es .... 17 Uhr!
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind

Slide 8 - Quiz

.... Sie Tickets für den Film um acht Uhr?
A
Hast
B
Hat
C
Haben
D
Habt

Slide 9 - Quiz

.... du vielleicht Geld für mich?
A
Habe
B
Hast
C
Hat
D
Haben

Slide 10 - Quiz

.... die Mädchen hübsch?
A
Bin
B
Bist
C
Ist
D
Sind

Slide 11 - Quiz

Hausaufgaben Woche 38
M online Grammatik Brückenschlag 1, 2 und 3
M online Slim Stampen Brückenschlag 1, 2 und 3

Dienstag, den 26. September 2023 Anfang Kapitel 1!!

Slide 12 - Slide

Zum Schluss:
  • Was haben wir diese Stunde besprochen?
  • Heft? Etui? Notizen?

Slide 13 - Slide

Modalverben: 
Modale hulpwerkwoorden (modalverben) zijn hulpwerkwoorden die extra betekenis aan het hoofdwerkwoord toevoegen. Voorbeelden van modale hulpwerkwoorden in het Nederlands zijn zullen, kunnen, mogen, moeten, willen. 

Als je bijvoorbeeld zegt: 'Petra kan zwemmen', zeg je eigenlijk dat Petra in staat is om te zwemmen (ze verdrinkt niet in water). Dat heeft natuurlijk een hele andere betekenis dan 'Petra zwemt', een zin zonder modaal hulpwerkwoord.

In het Duits zijn er ook modale hulpwerkwoorden (modalverben) zoals bijvoorbeeld: willen, können, müssen, mögen, sollen en dürfen. 

Slide 14 - Slide

Modalverben 
  • Wat zijn de verschillen tussen het vervoegen van Modalverben en zwakke werkwoorden?
  • Welke aandachtspunten zijn er nog te vertellen m.b.t. Modalverben.
  • Wat betekenen de Modalverben?
  • Wat kun je vertellen over het werkwoord möchten?

Slide 15 - Slide

Modalverben Präsens
De Duitse Modalverben verschillen in twee belangrijke opzichten van de gebruikelijke vervoeging van Duitse werkwoorden:
  1. de enkelvoudige personen (ich, du, er, sie, es) hebben een klinkerwisseling ten opzichte van het meervoud. Bv. 'ich kann' en 'wir können'.
  2. de 1ste (ich) en 3de persoon enkelvoud (er, sie, es) hebben géén uitgang. Bv. 'ich darf' én 'er darf' (dus niet 'darft!').
  3. bij sollen géén klinkerwisseling enkelvourd.
  4. extra bij wissen => enkelvoud ß in plaats van ss

Slide 16 - Slide

Möchten
Stam eindigt op een t!!
Ezelsbruggetje: eindigt de stam op een d/t begint de uitgang altijd met een e. Deze regel geldt ook voor möchten, maar.....

Uitzondering op uitgang:
bij er/sie/es/man → niet et    → e    als uitgang
er/sie/es/man möcht                   er/sie/es/man antwortet

Slide 17 - Slide

Was soll ich machen? Ich weiß nicht was das bedeutet?
Notiere in deinem Heft!! (Noteer in je schrift!!)
  • Seite 145 Arbeitsbuch A
  • www.uitmuntend.de -> lidwoorden, meerdere betekenissen, voorbeeldzinnen enzovoort
  • www.interglot.nl
  • www.mijnwoordenboek.nl
  • vragen in de les, opletten tijdens uitleg

Slide 18 - Slide