2. Romeo & Julia. Les 2. Scene kiezen & regieboek schrijven.

• Drama
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Romeo & Julia - scene kiezen

Digitale theaterles Stad & Esch

Leerdoel & planning

Lesduur: 50 minuten

Leerdoel: 

• De leerling kan een scene zelfstandig vormgeven en leert hierbij het begrip mise-en-scene.

• De leerling kan een scene uit het toneelstuk spelen vanuit een script.

Lesplanning:

1. Wat weet je nog? (5 min


2. Groepjes maken & scene kiezen (5 min)
3. Uitleg (5 min)
4. Doe-opdracht 1 (5 min)



5. Doe-opdracht 2 (20 min)

Wat heb je de vorige les gedaan? Leg uit!

Groepje maken en scene kiezen.

1. Je maakt een groepje van maximaal 5 mensen. 
2. Je kiest samen een scene uit het toneelstuk 'Romeo & Julia in 5 min.' 
3. Verdeel de personages. Soms zitten er in een scene meer dan 5 rollen. Dan kijk je of je rollen kan samenvoegen / weglaten. 
4. Stuur naar de docent: met wie je een groepje vormt & de gekozen scene.

De aankomende online lessen gaan jullie je voorbereiden op de fysieke repetities. 

Discussieer met je groepje:

Jullie gaan straks nadenken over de vormgeving van jullie scene. Wat betekent dit?

Mise-en-scene

• Mise-en-scene betekent letterlijk: 'in de scene zetten/plaatsen'

• Een juiste plaatsing van het decor zorgt voor een helder toneelbeeld. Waar zet je de decorstukken neer? In het midden van het speelvlak of juist niet? Op het voortoneel of het achtertoneel? Een enkele bezem vooraan in het midden van het toneel zegt iets heel anders dan een bezem ver weg geplaatst tussen andere spullen in. Waar wil je dat de focus ligt? 
  

• Mise-en-scene gaat over de vraag: waar plaats je wat op het toneel? 
  

Mise-en-scene

• Mise-en-scene gaat ook over hoe de personages zich op de vloer bewegen en waar ze staan in het toneelbeeld. Hoe verhouden de personages zich tot elkaar? 

• Tijdens het repeteren kun je experimenten met de mise-en-scene. Maak de opkomst en afgang van de personages niet te voor de hand liggend.

• Mise-en-scene gaat over de vraag: waar plaats je wie op het toneel? 
  

Mise-en-scene

• Het publiek kijkt graag naar een toneelbeeld dat in evenwicht is. Alle spelers opgepropt aan de rechterkant van het podium is bijvoorbeeld geen prettig beeld. De mise-en-scène is niet in balans en niet ruimtelijk. Behalve natuurlijk als je hier iets mee wilt zeggen.

• Onthoud goed: alles op het toneel heeft een betekenis en wordt door het publiek op een bepaalde manier begrepen.  
  

Mise-en-scene

Stel: je maakt een voorstelling met een machtige koning. Wat is dan een geschikte mise-en-scene? 

Bijvoorbeeld: 

Je plaatst de koning op een verhoging 

in het midden van het toneel.

Dit zegt: de koning is belangrijk.

De andere personages staan achter hem. 

Doe-opdracht 1

1. Lees met je groepje de zelfgekozen scene twee keer door via Zoom. Iedereen zegt z'n eigen tekst. Eerst doe je dit zo neutraal mogelijk. De tweede keer met emoties/ eigen interpretatie. 

2. Misschien heb je na het lezen van het stuk al ideeën over de vormgeving en mise-en-scene van jullie scene. 

Schrijf de ideeën op en bewaar ze in je regieboek. Zie volgende dia. 

Doe-opdracht 2

Jullie schrijven per groepje een regieboek. Je regieboek is je plan van aanpak en de taken tijdens het repetitieproces. 

Van de docent krijg je het digitale werkblad. Ga met je groepje in Zoom en bespreek de punten die in het regieboek moeten. Vraag je docent als je er niet uitkomt!

Het regieboek lever je digitaal in bij je docent!

Volgende les

In de volgende les 

• nemen jullie opnieuw je regieboek door,


• beginnen jullie met repeteren/ leren jullie de tekst uit je hoofd.

Wat heb je geleerd? Gebruik in je antwoord de woorden: regieboek, mise-en-scene.