4.2 Vermogen en weerstand

4.2 Vermogen en weerstand
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4.2 Vermogen en weerstand

Slide 1 - Slide

Vermogen
hoeveelheid energie die per seconde gebruikt wordt

Slide 2 - Slide

Vermogen
Grootheid:      Power (P)
Eenheid:        Watt (W)

Slide 3 - Slide

Vermogen hangt af van:
- Spanning
grootheid: U
eenheid: Volt

- Stroomsterkte
grootheid: I
eenheid: Ampère

Slide 4 - Slide

Vermogen  = Spanning x Stroomsterkte
P = U x I
vb. Wat is het vermogen van een lamp die op 230 V aangesloten is en waar 2 Ampère door gaat?
P = 230 V x 2 A
P = 460 Watt

Slide 5 - Slide

De Om 
De formule P = U x I kun je ook anders schrijven van U of I gevraagd wordt:

U = P : I

I = P : U

Slide 6 - Slide

Weerstand uitrekenen 

Slide 7 - Slide

Voorbeeld berekening
Een fietslamp werkt op 6 Volt en er gaat een stroom van 0,1 Ampère door het lampje. De weerstand van het lampje is dan:
R=IU=0,16=60Ω

Slide 8 - Slide

Zekering of smeltveiligheid
maximaal 16 A

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Overbelasting

Slide 11 - Slide

Kortsluiting

Slide 12 - Slide