Getal en ruimte, H1 ruimtefiguren herhaling

Hoofdstuk 1: Ruimtefiguren
Herhaling
1 / 50
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 1: Ruimtefiguren
Herhaling

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

We herhalen hoofdstuk 1
  • ruimtefiguren
  • kubus en vierkant
  • balk en rechthoek
  • cilinder en cirkel
  • piramide, prisma en driehoek

Kijk mee op blz. 40 t/m 43 in je boek

Slide 2 - Slide

Bij wiskunde hebben we verschillende soorten ruimtefiguren.








Bij wiskunde hebben we verschillende soorten ruimtefiguren.

Slide 3 - Slide

Grensvlakken
Een ruimtefiguur bestaat uit één of meerdere grensvlakken.
Dat zijn de zijkanten van een ruimtefiguur.
De grensvlakken kunnen verschillende vormen hebben.
Er zijn platte grensvlakken ( driehoek, vierkant, rechthoek, ...)
en gebogen grensvlakken (die lopen rond) .
De kubus hiernaast heeft 6 grensvlakken.

Slide 4 - Slide

Ribben
Wanneer twee platte grensvlakken bij elkaar komen ontstaat een ribbe.
(Dit is dus eigenlijk een vouwlijn tussen twee grensvlakken)
Ribben die je in het echt niet kunt zien, worden gestippeld in een tekening.
De piramide hiernaast heeft 8 ribben.

Slide 5 - Slide

Hoekpunten
Bij een hoekpunt komen meerdere ribben bij elkaar.
Niet elke ruimtefiguur heeft hoekpunten. 

De balk hiernaast heeft 8 hoekpunten. 

Slide 6 - Slide

Gebogen en platte vlakken
Ruimtefiguren die kunnen rollen hebben een gebogen vlak
Ruimtefiguren die niet kunnen rollen hebben alleen platte vlakken

Vraag 
Welke ruimtefiguren kun
je rollen?

Slide 7 - Slide

kubus en vierkant

Slide 8 - Slide

bovenvlak
voorvlak
rechter zijvlak

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Welk zijvlak is het grondvlak?
ABCD of EFGH ?

Slide 11 - Slide

balk en rechthoek

Slide 12 - Slide

Balk
  • 6 zijvlakken, rechthoeken
  • soms 2 vierkanten en 4 rechthoeken

Slide 13 - Slide

Snijpunt
In een rechthoek kun je twee diagonalen tekenen. Het punt waar ze elkaar snijden noemen we het snijpunt.

Slide 14 - Slide

Oppervlakte balk
  1. Schets de uitslag van de balk
  2. Bereken de oppervlakte van de 6 vlakken
  3. Bereken de totale oppervlakte van de balk

Slide 15 - Slide

cilinder en cirkel

Slide 16 - Slide

Cilinder

Slide 17 - Slide

Cirkel

Slide 18 - Slide

Nog een keertje oefenen


  • Teken een cirkel in je schrift met een straal van 3 cm.
  •  Teken in je cirkel middelpunt M.
  • Teken in je cirkel met rood de straal.
  • Teken in je schrift met groen de diameter. 
timer
1:00

Slide 19 - Slide

piramide, prisma en driehoek

Slide 20 - Slide

Piramide
Top
Zijvlakken
Grondvlak

Slide 21 - Slide

 Piramide
Grondvlak met hoeken

Zijvlakken zijn driehoeken

Tegenover het grondvlak ligt de top

Slide 22 - Slide

Prisma 

  • zijvlakken hebben de vorm van een rechthoek
  • 2 zijvlakken hebben een   andere vorm
  • grondvlak en bovenvlak      hebben dezelfde vorm

Slide 23 - Slide

Prisma

Slide 24 - Slide

QUIZ

Slide 25 - Slide

driehoek
Teken driehoek ABC met AB = 4 cm, BC = 3 cm, AC = 2 cm

Slide 26 - Slide

Welk wiskundig ruimtefiguur is dit?
A
Kegel
B
Prisma
C
Balk
D
Kubus

Slide 27 - Quiz

Hoe noem je de groene lijn?
A
diameter
B
middellijn
C
straal
D
prisma

Slide 28 - Quiz

Hoe heet het blauwe figuur?
A
piramide
B
kubus
C
cilinder
D
prisma

Slide 29 - Quiz

Welk wiskundig ruimtefiguur is dit?

A
Balk
B
Kubus
C
Bol
D
Kegel

Slide 30 - Quiz

Welke wiskundige ruimtefiguren zijn dit?
A
Prisma's
B
Bollen
C
Piramides
D
Kubus

Slide 31 - Quiz

Welke wiskundig ruimtefiguren zijn dit?
A
Cilinder
B
Kegel
C
Bollen
D
Piramide

Slide 32 - Quiz


Welke uitslag is van een piramide?
A
4
B
3
C
2
D
1

Slide 33 - Quiz

Wat is de naam van de rode diagonaal?
A
SQ
B
PQRS
C
PR
D
QS

Slide 34 - Quiz

Hoeveel zijvlakken heeft
het prisma?
A
7
B
9
C
11
D
13

Slide 35 - Quiz


Welke uitslag is van een cilinder?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 36 - Quiz

Ik wil een cirkel tekenen met een diameter van 10 cm. Hoeveel centimeter moet de afstand tussen de passerpunten zijn?
A
4
B
4,5
C
5
D
10

Slide 37 - Quiz

Een ander woord voor de middellijn in een cirkel is ....

Slide 38 - Open question

Welk wiskundig ruimtefiguur is dit?
A
Balk
B
Bol
C
Cilinder
D
Kegel

Slide 39 - Quiz

De straal en de diameter in een cirkel zijn even groot
A
waar
B
niet waar

Slide 40 - Quiz

Een cirkel is als grondvlak terug te vinden in een
A
kubus
B
prisma
C
cilinder
D
kegel

Slide 41 - Quiz

Hoeveel hoekpunten heeft de piramide hiernaast?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 42 - Quiz

Welke ruimtefiguur heeft een gebogen grensvlak?
A
piramide
B
cilinder
C
kegel
D
prisma

Slide 43 - Quiz

Hoeveel grensvlakken heeft een bol?
A
2
B
4
C
6
D
0

Slide 44 - Quiz

Hoeveel hoekpunten
heeft een kubus?
A
4
B
8
C
6
D
10

Slide 45 - Quiz

In de tekening zie je de uitslag van een ruimtefiguur. Welk ruimtefiguur is dat?
A
een piramide
B
een prisma
C
een balk
D
geen van de zeven wiskundige ruimtefiguren

Slide 46 - Quiz

Hoeveel ribben heeft een kegel?
A
2
B
3
C
1
D
0

Slide 47 - Quiz

Welke letter moet er staan bij de hoekpunt waar nog geen letter staat?
A
V
B
T
C
U
D
X

Slide 48 - Quiz


Welke uitslag is van een balk?
A
2
B
1
C
4
D
3

Slide 49 - Quiz

Huiswerk



Maak de diagnostische toets op blz. 44, 45 en 46. Doe net alsof dit een toets is en zoek zo min mogelijk op. 





Slide 50 - Slide