Stroom door een stroomkring

• Techniek
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Spanning en stroomsterkte 

• Samen zeggen ze iets over hoe een elektrische stroom energie kan vervoeren door een stroomkring.  
• De stroomsterkte vertelt je hoeveel van die deeltjes er per seconde voorbijkomen. 
• De spanning vertelt je hoeveel elektrische energie elk deeltje met zich meeneemt.  
• Hoe groter de spanning en de stroomsterkte is -> hoe meer energie er per seconden wordt vervoerd.   

De ampèremeter meet de stroomsterkte I (hoofdletter i) van de elektronen in ampère.

Hier is de stroomsterkte 0,90 A (ampère)

ampèremeter

Stroommeter

Met een stroommeter kun je meten hoe 'sterk' de elektrische stroom door een stroomkring is. 

De stroomsterkte geeft aan hoeveel deeltjes er In één seconde op een bepaalde plek in de stroomkring voorbij komen. 

Hoe meer deeltjes er per seconde voorbij komen, hoe groter de stroomsterkte.

Spanningsbronnen

- Elektriciteit wordt geleverd door een spanningsbron

Spanning (grootheid) U

- Een spanningsbron levert elektrische energie

- De sterkte van spanning geef je aan met de eenheid Volt (V)

- Spanning is de energie die de elektronen krijgen en kunnen weggeven

- Spanning meet je met een spanningsmeter of Voltmeter

Een spanningsbron levert elektrische energie.

De sterkte van een spanningsbron noemen we de spanning (U). 

De eenheid is volt (V)

Een stopcontact heeft

Een spanning van 230 V.

Wet van Ohm

Wet van Ohm

1

Wet van Ohm

Wet van Ohm

Fleur wil met de spanningsmeter een spanning meten van ongeveer 7V. Welke aansluiting kan zij dan het beste gebruiken?

1. 0 - 3V
2. 0 - 15V
3. 0 - 30V
4. Het maakt niet uit of ze 0-15V of 0-30V gebruikt

De spanningsmeter uit de afbeelding is aangesloten op een spanningsbron.

Hoeveel spanning levert deze spanningsbron?

1. 25,5 V
2. 12,75 V
3. 2,55 V

Wat is de totale weerstand van de 3 weerstanden?

1. 200Ω
2. 801Ω
3. 1,8kΩ
4. Dat hangt van de spanning af.

Hoe meet je spanning?

1. Je kan maximaal 3 V meten
2. Je kan maximaal 15 V meten
3. Je kan maximaal 30 V meten
4. Dat kan je niet zeggen

In een schakelschema is dit het symbool voor een....

1. batterij
2. lamp
3. amperemeter
4. schakelaar

Op welke manier schakelen wij een amperemeter?

1. In serie
2. Parallel

Wat geeft dit symbool aan?

1. Voltmeter
2. Amperemeter
3. Lampje
4. Schakelaar

Wat is de aanwijzing van de stroommeter?

1. 4 A
2. 4 V
3. 0,4 A
4. 0,4 V

Hoeveel geeft de stroommeter aan?

1. 36mA
2. 3,6mA
3. 3,3mA
4. 3,8mA

De weerstand van een draad is te berekenen met:

1. R=U/I
2. R=I/U
3. R=U*I
4. R=U+I

Hoe noemt het volgende symbool:

1. schakelaar
2. Voltmeter
3. Amperemeter
4. Lamp

Een lamp is aangesloten op een spanningsbron. Wat gebeurt er als je de spanning verdubbelt?

1. De lamp gaat 2x zo zacht branden
2. De lamp blijft even fel branden
3. De lamp gaat 2x zo fel branden
4. De lamp gaat 4x zo fel branden

Bereken de weerstandswaarde van de onbekende weerstand. Deze is.......

1. 1 Ohm
2. 2 Ohm
3. 3 Ohm
4. 4 Ohm