Europees Recht

Het Europees recht is te vinden in een aantal bronnen. De belangrijkste daarvan zijn het EU-Verdrag en het Werkingsverdrag (VWEU)
A
Juist
B
Onjuist
1 / 26
next
Slide 1: Quiz
Algemene RechtsleerUniversity

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Het Europees recht is te vinden in een aantal bronnen. De belangrijkste daarvan zijn het EU-Verdrag en het Werkingsverdrag (VWEU)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quiz

We onderscheiden twee soorten internationale organisaties. Namelijk:
A
Raad van Europa en Europese Unie
B
Intergouvernementeel en Supranationaal
C
Caricom en Internationaal Zedenhof

Slide 2 - Quiz

Voorbeelden van supranationale internationale organisaties zijn Europese Unie, Verenigde Naties en Veiligheidsraad
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Sommige organisaties zijn al meer dan 10 jaar in onderhandeling over een wijziging in de wetgeving.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

De Veiligheidsraad neemt besluiten voor de gehele VN. Je bent als lidstaat daaraan gebonden ook al ben je het er niet mee eens.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

De Europese Unie is ingewikkeld opgezet. Als niet alle landen in overeenstemming kunnen komen gaan soms besluiten toch door om te voorkomen dat het te lang duurt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Organisaties in de regio zoals de Caricom ontlenen veel van wat ze doen aan de EU.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Welke verdragen worden beschouwd als het primaire recht van de Europese Unie?
A
Vedrag van Tordesillas en Verdrag van Parijs
B
VEU en VWEU
C
Verdrag van Lissabon en Verdrag van Falkland
D
EU-verdrag en EEG

Slide 8 - Quiz

Er zijn 24 officiele talen in de EU.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Uitspraken komen tegelijk in alle 24 talen op de website te staan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Een carriere als vertaler of tolk schuift dus lekker
A
Hell yeah
B
#careergoals

Slide 11 - Quiz

Het inhoud van het Werkingsverdrag is in de dagelijkse juridische praktijk het belangrijkst.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Het Werkingsverdrag bevat de regels voor de nadere uitwerking van het algemene kader van het EU
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Art. 1 lid 2 VWEU houdt in dat het Werkingsverdrag en het EU-verdrag dezelfde juridische status hebben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Wat was een van de doelstellingen van het Verdrag van Lissabon
A
Het creeeren van een meer transparante en besluitvaardigere Unie
B
Het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid

Slide 15 - Quiz

De Raad van Europa is géén orgaan van de Europese Unie. Dit is een club van een 50-tal landen met zetel in Straatsburg. Alle lidstaten van de Europese Unie zijn lid, maar ook Rusland en Turkije.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

De Raad van Europa werd opgericht in 1949 om de mensenrechten en democratie in Europa te bevorderen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Hoe wordt ervoor gezorgd dat binnen de Europese Raad lidstaten niet zomaar hun zin kunnen doordrukken?
A
Het wisselend voorzitterschap.
B
Raad beslist met gekwalificeerde meerderheid.

Slide 18 - Quiz

In welk artikel van het VEU wordt deze besluitvorming vastgesteld?
A
Art. 231 VEU
B
Art. 238 VEU

Slide 19 - Quiz

De voorzitter van de Europese Raad komt meestal uit een groot land.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Voor de voorzitterschap van de Europese Raad wordt de voorkeur gegeven aan juist een kleiner, minder bekend land. Wat is de voornaamste reden hiervoor?
A
Ego
B
Kleine landen moeten ook een kans krijgen.

Slide 21 - Quiz

In een Europeesrechtelijke regeling staat onder meer het volgende: “De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat waarborgfondsen […] de onvervulde aanspraken van de werknemers honoreren die voortvloeien uit arbeidsovereenkomsten of arbeidsverhoudingen, met inbegrip van de vergoeding wegens beëindiging van de arbeidsverhouding, indien de nationale wetgeving hierin voorziet.” Uit deze formulering blijkt dat deze regeling het karakter heeft van
A
Een beschikking
B
Een richtlijn
C
Een Verordening

Slide 22 - Quiz

Het volkenrecht is in eerste instantie een aangelegenheid van de lidstaten onderling.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Uit welk arrest komt de volgende rechtsvraag:
Kunnen burgers onmiddellijk door de rechter te handhaven rechten ontlenen aan artikel 30 VWEU? Met andere woorden, heeft artikel 30 VWEU directe werking?

A
Costa tegen ENEL
B
Van Gend & Loos

Slide 24 - Quiz

Uit Van Gend en Loos blijkt de rechtstreekse werking van het Unierecht. Je kunt je rechtstreeks beroepen op een verdragsbepaling.
A
Juist, bij dit arrest is bepaald dat er vrij verhandeld mag worden want er zijn geen grenzen meer tussen de lidstaten.
B
Nee, bij dit arrest is bepaald dat iedere lidstaat nog steeds zelf mag bepalen hoe ze omgaan met hun douaneregelingen

Slide 25 - Quiz

Wat wordt bedoelt met de autonomie van het Unierecht?
A
Het effect van het Unierecht in de nationale rechtsorde is een aangelegenheid van dat Unierecht zelf.
B
Als lidstaat kan je je autonoom verklaren door middel van het Unierecht.

Slide 26 - Quiz