Mijn proefles

Iemand die een TV programma aan
elkaar praat.
A
acteur
B
presentator
C
nieuwslezer
D
boer
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Iemand die een TV programma aan
elkaar praat.
A
acteur
B
presentator
C
nieuwslezer
D
boer

Slide 1 - Quiz

Deze persoon heeft bij zijn huis
koeien/schapen/varkens.
A
dierenarts
B
boer
C
tandarts
D
meester

Slide 2 - Quiz

Deze vrouw werkt op een school.
A
meester
B
muzikant
C
dokter
D
juf

Slide 3 - Quiz

Deze persoon maakt mensen beter.
A
dokter
B
tandarts
C
directeur
D
juf

Slide 4 - Quiz

Deze persoon werkt in de
dierentuin.
A
kapper
B
verpleegster
C
dierenverzorger
D
boer

Slide 5 - Quiz

Deze persoon knipt je haren
A
winkelbediende
B
verpleegster
C
arts
D
kapper

Slide 6 - Quiz

Deze persoon blust de brand
A
brandweerman
B
politieagent
C
dokter
D
verpleegster

Slide 7 - Quiz

Deze persoon werkt in het
ziekenhuis
A
politie agent
B
verpleegster
C
kapper
D
boer

Slide 8 - Quiz

Deze persoon maakt eten in het
restaurant
A
ober
B
kok
C
afwasser
D
meester

Slide 9 - Quiz

Deze persoon speelt in films
A
acteur
B
nieuwslezer
C
presentator
D
agent

Slide 10 - Quiz

Deze persoon vliegt in een
vliegtuig
A
machinist
B
chauffeur
C
piloot
D
stewardess

Slide 11 - Quiz

Deze persoon bouwt huizen
A
schilder
B
metselaar
C
loodgieter
D
architect

Slide 12 - Quiz

Deze persoon speelt een
muziekinstrument
A
acteur
B
muzikant
C
tekenaar
D
dirigent

Slide 13 - Quiz

Deze persoon verkoopt vlees
A
bakker
B
groeteboer
C
slager
D
kassajuffrouw

Slide 14 - Quiz

Deze persoon is de baas van de
gemeente
A
agent
B
burgemeester
C
wethouder
D
brandweerman

Slide 15 - Quiz

Deze persoon maakt tekeningen
voor boeken
A
auteur
B
illustrator
C
schilder
D
kelner

Slide 16 - Quiz

Deze persoon knipt je nagels en
verzorgt je voeten
A
manicure
B
kapper
C
pedicure
D
podoloog

Slide 17 - Quiz

Deze persoon verzorgt je huid
A
pedicure
B
manicure
C
kapper
D
schoonheidsspecialiste

Slide 18 - Quiz

Deze persoon controleert de kaartjes in een trein
A
machinist
B
directeur
C
conducteur
D
dompteur

Slide 19 - Quiz

Iemand die huizen ontwerpt
A
architect
B
auteur
C
accountant
D
metselaar

Slide 20 - Quiz