9TB Boodschappen doen

• NT2
• ISK

Boodschappen doen

boodschappen doen

wat is dit?

Wat zijn dit?

Wat is dit?

Wat zijn dit?

Is dit groente of fruit?

Waar koop je dit?

Wat is dit?

Waar koop je vlees?

Waar koop je appels?

Wat is dit?

Wat zijn dit?

Wat zijn dit?

De koffie is in de .......?

Deze winkel is heel ......

Wat is dit?

Ik wil graag....

Maak vragen

Je wil weten hoeveel de kaas kost.

Je wil weten hoeveel de melk kost.

Je wil weten hoeveel twee broden kosten.

Je wil graag pinnen.

Je wil graag een tasje.

Je wil graag een bonnetje.

Maak antwoorden

Hoeveel kost de kaas per kilo?

Hoe duur is melk per pak?

Hoeveel kosten twee broden?

Kan ik pinnen?

Mag ik een tasje?

Mag ik het bonnetje?

werk in tweetallen

Je krijgt een kaartje van je docent

Cursist A: hoeveel kost...

Cursist B: De ......kost .......

wissel van rol

werk in tweetallen

Maak samen een dialoog

• Jullie zijn in de supermarkt.
• A= klant, B=verkoper
• A wil weten hoeveel ( bedenk zelf) ..... kost.
• B geeft antwoord
• A wil 2 kilo / stuks / flessen ....
• A gaat naar de kassa en wil pinnen.

Presenteren 

een probleem

1. Het pinapparaat is kapot. De klant heeft geen geld.
2. De verkoper weet niet hoeveel ....... kost. 
3. Het product is in de aanbieding en daarom is het uitverkocht. 

Ik kan praten met de verkoper in de winkel

😒🙁😐🙂😃

Zelfstandig werken

Toets maken

verder werken in je boek