Les 9_KERN 4.2_tekststructuur

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

GOEDEMORGEN!

Leuk dat je er bent!

We gaan zo beginnen...

1.Aanwezigheid

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

              Startklaar

• Op je plek zitten. 
• Telefoon in de tas. 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: boek, laptop, etui, pen en papier.

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Hoofdstuk 3. Geschiedenis van het Nederlands                            

Les 1            De wortels van onze taal   + woordjes

Les 2           Hoofdzaak en bijzaak + woordjes

Les 5            Leesontwikkeling         + woordjes

Hoofdstuk 4. Dichterlijke taal

Les 2.   De structuur van een tekst.

les 3.    De verbanden in een tekst. 

stap 1b. Welke lesstof wordt deze periode behandeld?

Spelling en grammatica                                    

Les  13          Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Les  14          Persoonsvorm verleden tijd

Les  15          Voltooid deelwoord

 

Wat gaan we doen vandaag?

1. Huiswerk nakijken.

2. Video kijken + vragen maken

3. Tekst lezen + vragen maken. 

Hoofdstuk 3. Geschiedenis van het Nederlands                            

Les 1            De wortels van onze taal   + woordjes

Les 2           Hoofdzaak en bijzaak + woordjes

Les 5            Leesontwikkeling  + woordjes

Hoofdstuk 4. Dichterlijke taal

Les 2.   De structuur van een tekst.

les 3.    De verbanden in een tekst. 

stap 1b. Welke lesstof wordt deze periode behandeld?

Spelling en grammatica                                    

Les  13          Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Les  14          Persoonsvorm verleden tijd

Les  15          Voltooid deelwoord

 

1a. Huiswerk bespreken

Gebruik een nakijkpen!

Lesdoel KERN 4.2

Ik kan een inleiding, middenstuk (kern) en slot in een tekst herkennen. (T1)

Aantekeningen maken

Welke spullen?

a. Map (Cornell Methode)

b. Pennen

KERN 4.2 - Structuur tekst

• Inleiding: onderwerp tekst wordt aangekondigd.
  

• Middenstuk / kern: bestaat uit aantal alinea's.
  

• Slot: einde van de tekst. 

Kan een samenvatting of conclusie zijn.

Tekst bladzij 76 lezen

2. Aan de slag!

Wat?	Maak van bladzij 76 de volgende vragen: Vraag 1, 3, 4 en 5.
Klaar?	Maak het woordenschat blad.
Tijd?	10 minuten. Daarna nakijken via LessonUp.

2b. Antwoorden nakijken

• Log in bij LessonUp
• Leg je schrift open en kijk na. 

1b. Welke tekst leest prettiger: tekst A of B? Leg uit waarom.

3a. Wat is een alinea?

3b. Welke tekst bij opdracht 1 is opgedeeld in alinea's?

3c. Wat is het voordeel van alinea's? Gebruik de teksten bij opdracht 1 in je antwoord. (T2)

4a. Met de eerste zin trekt de schrijver de aandacht van de lezer.
Hoe doet hij dat?

4b. Wat is een taalleemte?

> Een taalleemte is ...........

4c. Uit hoeveel alinea's bestaat het middenstuk?

5. Waarom is een vaste tekstructuur belangrijk, denk je? (T2)

Onderwerp van de tekst wordt beschreven. Je wordt nieuwsgierig gemaakt

Conclusie trekken, samenvatting van de tekst geven

Je krijgt in verschillende alinea's meer informatie over het onderwerp.

Inleiding

Kern

Slot

3a. Woordenschat opdracht (KERN 4.2)

Wat?	Maak de woordenschat opdracht.
Hoe?	Gebruik moeilijke woorden.
Tijd?	7 minuten. Daarna nakijken.
Klaar?	Werk aan NUMO.

Iedere toetsweek woordenschat leren!

3b. Antwoorden woordenschat