Thema 2: Woordenschat

Thema 2: Woordenschat
Doel: Je kent alle belangrijke woorden die horen bij het thema ''Thuis''.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsNT2PraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2: Woordenschat
Doel: Je kent alle belangrijke woorden die horen bij het thema ''Thuis''.

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij het thema Thuis?

Slide 2 - Mind map

Gastvrijheid
Je gasten verwelkomen en verzorgen. 

Slide 3 - Slide

Gastvrijheid thuis
In Nederland vinden veel mensen het belangrijk om vriendelijk en behulpzaam te zijn. Als je bij iemand op bezoek komt, krijg je vaak een kopje koffie of thee aangeboden. Soms is er ook iets lekkers erbij, zoals een koekje.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Huisgenoten
De personen waarmee je in één huis leeft.

Slide 6 - Slide

Huisvesting
Een plek (gebouw) waar je kan wonen.

Slide 7 - Slide

De inboedel
Alle spullen in je huis, zoals kasten, bed en apparaten.

Slide 8 - Slide

Het interieur
Hoe het gebouw er van binnen uitziet. 

Slide 9 - Slide

De leefomgeving
De buurt (gebied) waarin iemand leeft.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Naar elkaar omzien
Aandacht voor elkaar hebben.
Elkaar helpen.

Slide 12 - Slide

Thuis situatie
Omstandigheden waarin iemand leeft.

Slide 13 - Slide

De traditie
Iets wat mensen al heel lang op dezelfde manier doen.
Wordt van generatie op generatie doorgegeven.

Slide 14 - Slide

De woonvorm
Zelfstandig of begeleid wonen

Slide 15 - Slide

Wat is een voorbeeld van gastvrijheid
A
Als je bij een vriend op visite ben en je mag mee-eten.
B
Je helpt je moeder met koken.
C
Je gaat met je vrienden naar de bioscoop.
D
Je houdt de deur voor de persoon achter jou open.

Slide 16 - Quiz

Zoek een afbeelding van een traditie.

Slide 17 - Open question

Combineer de begrippen met de voorbeelden.

Huisvesting
Thuissituatie
Gastvrijheid
Traditie
Naar elkaar omzien

Slide 18 - Drag question

Wat is het verschil tussen interieur en inboedel?

Slide 19 - Open question

Interieur
Inboedel

Slide 20 - Drag question

Wie zijn jouw huisgenoten?

Slide 21 - Open question