Jan Kozijn uit Nederland wil zonnepanelen aanschaffen die in Europa zijn geproduceerd. Hij gaat de Nederlandse prijzen van zonnepanelen vergelijken met die uit België en Duitsland. Deze landen zijn alle drie lid van de Europese Monetaire Unie (EMU).
Stelling I: Alle EMU-landen zijn lid van de EU.
Stelling II: De EU vertegenwoordigt alle landen van Oost- en West-
Europa.
Wat geldt voor deze stellingen?
A Alleen stelling I is juist.
B Alleen stelling II is juist.
C Beide stellingen zijn juist.
D Beide stellingen zijn onjuist.