Rouwverwerking

Markante levensgebeurtenissen
overlijden en rouwen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Markante levensgebeurtenissen
overlijden en rouwen

Slide 1 - Slide

Wat is een trauma? 
Een trauma is een onverwerkte gebeurtenis vanuit het verleden, zoals een ongeval, overlijden van een belangrijk persoon, seksueel misbruik of geweld. 

Een onzichtbare wond in je ziel: niet te zien, maar wel te voelen. De gebeurtenis blijft voor vervelende gevoelens zorgen. 

Het kan zijn dat je angstig of emotioneel bent, de gebeurtenis herbeleeft of er erg veel aan moet denken.

Slide 2 - Slide

De dood 
En werken in het onderwijs of kinderopvang.

Slide 3 - Slide

Wat kan je verliezen? 
Het huisdier
De grootouders
De ouders
Een leerling/ kind van kdv
Een collega

Slide 4 - Slide

Rouwverwerking 
Ook het overlijden van een dierbare kan een traumatische ervaring zijn.

Kinderen en jongeren die de dood niet als traumatisch hebben ervaren, kunnen de overledene op een positieve manier herinneren en het overlijden integreren in hun bestaan. 

Bij traumatische rouw ligt het accent op symptomen van de posttraumatische stress stoornis (PTSS).

Slide 5 - Slide

Hoe zien kinderen de dood? 
Kinderen van 4 tot 6 jaar
  • De dood is niet definitief/tijdelijk
  • Spelen de verlies ervaring na
  • Kunnen het gevoel niet uiten, frustratie & onmacht
  • Magisch en animistisch denken

Slide 6 - Slide

Hoe zien kinderen de dood? 
Kinderen van 6 tot 10 jaar
  • Besef dat dood definitief is wordt steeds sterker
  • Kan als afweermechanisme verlieservaringen ontkennen.
  • Kunnen hun gevoel beter onder woorden brengen.
  • Besef dat dood door ziekte kan komen en niet door hun magische gedachten.

Slide 7 - Slide

Hoe zien kinderen de dood?
Kinderen van 10 tot 12 jaar
  • Kunnen abstracter denken over de dood.
  • Kunnen hun gevoel onderbouwen, maar willen zich vooral groot houden.
  • Schuld fantasieën kunnen een grote rol spelen.

Slide 8 - Slide

Gedrag bij (traumatische) rouw
Kinderen kunnen het verlies ontkennen, omdat acceptatie nog te emotioneel voor ze is.

Kinderen vallen terug in leeftijd, door bijvoorbeeld weer (tijdelijk) te gaan duimen, in bed te gaan plassen of op schoot te kruipen. We spreken dan van regressieverschijnselen.

Slide 9 - Slide

Gedrag bij (traumatische) rouw
Kinderen kunnen psychosomatische klachten gaan vertonen (zoals hoofdpijn en buikpijn).

Kinderen kunnen boos, opstandig en agressief gedrag gaan vertonen, in de klas of op het
schoolplein, bij een aanvaring met een klasgenoot.

Slide 10 - Slide

Gedrag bij (traumatische) rouw
Kinderen kunnen angstig worden of in paniek raken bij de gedachte, dat een van hun ouders
ook plotseling kan komen te overlijden.

 Het afscheid nemen van elkaar verloopt dan erg emotioneel en
moeizaam.

Slide 11 - Slide

Gedrag bij (traumatische) rouw
Kinderen kunnen zich verdrietig en eenzaam voelen. Niemand op school begrijpt ze, denken deze kinderen dan.

Kinderen kunnen concentratieproblemen gaan vertonen. 

Slide 12 - Slide

Gedrag bij (traumatische) rouw
Kinderen rouwen later dan volwassenen (Veiligheid en duidelijkheid) 
Ritme en structuur (leven staat op zijn kop) 
Dubbele bescherming (Ouders niet lastig willen vallen, ouders willen het kind beschermen) 

Slide 13 - Slide

Vragen?
Iemand die iets kwijt wil? 

Tijd om in de intervisiegroepen een casus te onderzoeken m.b.t overlijden en rouw

Slide 14 - Slide