Examentraining H5: Domein B&D - Hypotheken

Workshop bedrijfseconomie
domein B-D
Hypotheken
1 / 44
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Workshop bedrijfseconomie
domein B-D
Hypotheken

Slide 1 - Slide

Hypotheken
- Lessonup presentatie (interactief)
- Werken aan opdrachten

Slide 2 - Slide

Wat is een hypotheek?
A
Een kortlopende lening met persoonlijke garantie.
B
Een lening voor bedrijven die investeren in nieuwe producten.
C
Een lang lopende lening met onroerend goed als onderpand.
D
Een lening specifiek voor de aankoop van een auto.

Slide 3 - Quiz

Als je een hypotheek afsluit bij een bank, dan ben jij de ...?
A
Geldgever en hypotheekgever
B
Geldnemer en hypotheekgever
C
Geldnemer en hypotheeknemer
D
Geldgever en hypotheeknemer

Slide 4 - Quiz

Hypothecair krediet

Slide 5 - Slide

Partijen op de hypotheek markt
Drie belangrijke rollen toegelicht

Slide 6 - Slide

Een huis kopen 
Denk aan de extra kosten

Slide 7 - Slide

Wat valt niet onder de kosten koper?
A
Overdrachtbelasting
B
Rentekosten
C
Notariskosten
D
Advieskosten

Slide 8 - Quiz

Een woning van €300.000,- heeft totale kosten koper van €16.000. De lening die hiervoor verkregen wordt is €300.000,-. Hoeveel betaal je initieel van je eigen geld?
A
€16.000,-
B
€316.000,-
C
€300.000,-
D
€284.000

Slide 9 - Quiz

Hypothecaire lening
Annuïteiten hypotheek                                       Lineaire hypotheek


Slide 10 - Slide

Lineaire hypotheken
Hypothecaire lening = lening met een onderpand van meestal 30 jaar

Lineaire lening 
- Gelijke aflossing (meestal 1/30)
- Rente neemt iedere periode af

Slide 11 - Slide

Lineaire hypotheken - voorbeeld
Voorbeeld: Op 1 januari sluit je een lineaire hypotheek van € 180.000 af tegen 0,4% interest per maand met een looptijd van 30 jaar. De interest en aflossing worden maandelijks voldaan.

Je betaalt aan het einde van elke maand interest over het deel van de schuld dat nog niet is afgelost

Je lost aan het einde van elke maand hetzelfde bedrag af

Elke maand neemt de schuld af met de aflossing

Slide 12 - Slide

Luca heeft een lineaire hypotheek afgesloten van € 200.000
Looptijd 20 jaar, rente 6% per jaar.
Hoeveel bedraagt jaarlijkse aflossing? (xxxxx)

Slide 13 - Open question

Luca heeft een lineaire hypotheek afgesloten van € 200.000
Looptijd 20 jaar, rente 6% per jaar. De aflossing is 10.000 per jaar
Hoeveel bedraagt het rentebedrag jaar 1? (xxxxx)

Slide 14 - Open question

Luca heeft een lineaire hypotheek afgesloten van € 200.000
Looptijd 20 jaar, rente 6% per jaar. De aflossing is 10.000 per jaar
Hoeveel bedraagt de rente eind jaar 15?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Video

Hypotheekrenteaftrek
- De rente over de hypotheeklening verlaagt het inkomen waarover inkomensheffing wordt geheven.
- Aflossing en rente zijn samen de bruto uitgaven.
- Bruto lasten min belastingvoordeel is netto uitgaven.


Slide 17 - Slide

Hypotheekrenteaftrek
Stel Jan verdient 35.000 euro bruto per jaar. Hij heeft een hypothecaire lening waarover hij 6.800 euro rente dit jaar betaald. Over zijn inkomen betaalt Jan 31% inkomsten belasting.
Je kunt het fiscale voordeel op twee manieren bereken.

1. Zonder hypotheek betaalt Jan 0,31*35.000 aan inkomstenbelasting. Dat is 
10.850 euro. Met hypotheekrenteaftrek wordt dit 0,31* (35.000 - 6.800) = 8.742 euro. Het fiscale voordeel is 10.850 - 8.742 = 2.108 euro.
2. Sneller -> (31%/100) * 6.800 = 2.108 euro.

Slide 18 - Slide

Hypotheekrenteaftrek
Hij heeft een hypothecaire lening waarover hij 6.800 euro rente en 10.000 aflossing dit jaar betaald. Fiscale voordeel: 2.108 over heel het jaar

Zijn brutolasten: rente + aflossing = 6.800 + 10.000 = 16.800
Zijn nettolasten: rente + aflossing - fiscaal voordeel = 16.800 - 2.108 = 14.692

Slide 19 - Slide

Tyler heeft een lineaire hypothecaire lening van € 360.000 met een looptijd van 30 jaar. Hij betaalt aan het eind van iedere maand de aflossing en 0,1% interest. Belastingtarief bedraagt 49,5%.
Bereken het fiscale voordeel voor maand 1 ( 2 decimalen, geen € of .)

Slide 20 - Open question

Tyler heeft een lineaire hypothecaire lening van € 360.000 met een looptijd van 30 jaar. Hij betaalt aan het eind van iedere maand de aflossing en 0,1% interest. Belastingtarief bedraagt 49,5%.
Bereken hun bruto woonlasten in de 1e maand (geen € of .)

Slide 21 - Open question

Tyler heeft een lineaire hypothecaire lening van € 360.000 met een looptijd van 30 jaar. Hij betaalt aan het eind van iedere maand de aflossing en 0,1% interest. Belastingtarief bedraagt 49,5%.
Bereken hun netto woonlasten in de 1e maand ( 2 decimalen, geen € of .)

Slide 22 - Open question

Tyler heeft een lineaire hypothecaire lening van € 360.000 met een looptijd van 30 jaar. Hij betaalt aan het eind van iedere maand de aflossing en 0,1% interest. Belastingtarief bedraagt 49,5%.
Bereken hun netto woonlasten in de 2e maand ( 2 decimalen, geen € of .)

Slide 23 - Open question

Annuiteitenhypotheek

Slide 24 - Slide

Rekenvoorbeeld
Op 1 januari sluit je een annuïteitenhypotheek van € 180.000 af tegen 0,4% interest per maand met een looptijd van 30 jaar. De maandelijkse annuïteit bedraagt € 944,40.

Slide 25 - Slide

Rekenen annuïteiten lening

Slide 26 - Slide

Rekenen annuïteiten lening

Slide 27 - Slide

Rekenen annuïteiten lening

Slide 28 - Slide

Hoe hoog is de rente in jaar 2?
(xxxx,xx)

Slide 29 - Open question

Hoe hoog is de aflossing in jaar 2?
(xxxx,xx)

Slide 30 - Open question

Hoe hoog is de eindschuld in
jaar 2? (xxxxxx,xx)

Slide 31 - Open question

Rekenvoorbeeld
Op 1 januari sluit je een annuïteitenhypotheek van € 180.000 af tegen 0,4% interest per maand met een looptijd van 30 jaar. De maandelijkse annuïteit bedraagt € 944,40.

Wat is de rente maand 2?

Slide 32 - Slide

Op 1 januari sluit je een annuïteitenhypotheek van € 180.000 af tegen 0,4% interest per maand met een looptijd van 30 jaar. De maandelijkse annuïteit bedraagt € 944,40.
Bereken de rente in maand 2. (xxx,xx)

Slide 33 - Open question

Op 1 januari sluit je een annuïteitenhypotheek van € 180.000 af tegen 0,4% interest per maand met een looptijd van 30 jaar. De maandelijkse annuïteit bedraagt € 944,40.
Bereken de aflossing in maand 2. (xxx,xx)

Slide 34 - Open question

BRUTO EN NETTO MAANDUITGAVEN
Het verschil is het belastingvoordeel hypotheekrenteaftrek

Belastingvoordeel hypotheekrenteaftrek
-In Nederland mag je de hypotheekrente aftrekken 
van het brutoloon.
-Je betaalt daardoor over een lager (belastbaar) inkomen 
belasting en dus uiteindelijk minder belasting.
- Dit is het belastingvoordeel (of fiscale voordeel) als gevolg 
van de hypotheekrenteaftrek.
-Je berekent het belastingvoordeel als:



Marginale 
belastingtarief
Hypotheek- rente
X

Slide 35 - Slide

ANNUÏTEITENHYPOTHEEK
Lagere netto maanduitgaven aan het begin

Bruto maanduitgaven
- Elke maand betaal je een vast bedrag (annuïteit) dat 
bestaat uit een aflossings- en een interestdeel
- Dit brutobedrag blijft gelijk
Netto maanduitgaven
- Aan het begin van de looptijd is het interestdeel 
relatief groot
- Het belastingvoordeel dus ook
- De netto maanduitgaven zijn aan het begin dus relatief 
laag (maar nemen wel elke maand toe!)
- Dat kan handig zijn als je aan het begin staat van je carrière

Slide 36 - Slide

Bereken het bedrag van de
jaarlijkse annuïteit.
(xxxx,xx)

Slide 37 - Open question

Annelies heeft een annuïteiten hypotheek afgesloten van € 200.000
Looptijd 30 jaar, rente 5% per jaar. Jaarlijkse annuïteit € 13.010,29
Hoeveel bedraagt de rente in jaar 1?(xxxxx)

Slide 38 - Open question

Annelies heeft een annuïteiten hypotheek afgesloten van € 200.000
Looptijd 30 jaar, rente 5% per jaar. Jaarlijkse annuïteit € 13.010,29
Hoeveel bedraagt de aflossing in jaar 1?(xxxx,xx)

Slide 39 - Open question

Annelies heeft een annuïteiten hypotheek afgesloten van € 200.000
Looptijd 30 jaar, rente 5% per jaar. Jaarlijkse annuïteit € 13.010,29. Het tarief inkomstenbelasting is 20%.
Hoeveel bedraagt de netto hypotheeklasten in jaar 1 (xxxxx,xx)

Slide 40 - Open question

Annelies heeft een annuïteiten hypotheek afgesloten van € 200.000
Looptijd 30 jaar, rente 5% per jaar. Jaarlijkse annuïteit € 13.010,29. Het tarief inkomstenbelasting is 20%.
Hoeveel bedraagt de netto hypotheeklasten in jaar 2 (xxxxx,xx)

Slide 41 - Open question

annuïteitenlening
lineaire lening
nettolasten nemen toe
goed om af te sluiten als je in de loop der tijd MEER gaat verdienen
bruto uitgaven nemen af
betaal over de gehele looptijd minder interest
aflossing blijft gelijk
aflossing en interest bij elkaar opgeteld blijft gelijk
Deze hypotheek heeft als voordeel dat je sneller aflost

Slide 42 - Drag question

LINEAIRE- EN ANNUÏTEITENHYPOTHEEK
Voordelen en nadelen samengevat

Slide 43 - Slide

Aan de slag

Slide 44 - Slide