This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
ROLLEN IN DE KLAS
Slide 1 - Slide
De opdrachten
- vul zo meteen voor jezelf het formulier in: Welke rollen heb jij? Wat zijn de kenmerken?
- We nemen de rollen nog eens door. Wil je nog iets aanpassen?
- Bespreek in je groepje welke rol je zelf hebt. Wil je die hebben? Wil je veranderen?
Slide 2 - Slide
Waar denk je aan bij de rol van GEZAGSDRAGER?
Slide 3 - Open question
De GEZAGSDRAGER heeft een positief, stabiel karakter. Deze leerling geeft een vorm van toestemming om iets te doen als groep. Hij geeft bijvoorbeeld zijn mening, waar veel anderen naar luisteren.
Slide 4 - Open question
Waar denk je aan bij de rol van SOCIAAL WERKER?
Slide 5 - Open question
De SOCIAAL WERKER is zorgzaam naar anderen toe. Deze leerling probeert om de groepssfeer goed te houden. Hij troost of helpt bijvoorbeeld andere leerlingen, als er iets vervelends gebeurd is.
Slide 6 - Open question
Waar denk je aan bij de rol van ORGANISATOR?
Slide 7 - Open question
De ORGANISATOR neemt het voortouw als er in de groep iets geregeld moet worden.
Slide 8 - Open question
Waar denk je aan bij de rol van VERKENNER?
Slide 9 - Open question
De VERKENNER durft dingen die anderen niet durven (op een positieve manier). Hij trekt zich weinig aan van wat er over hem gedacht wordt. Voorbeeld: hij durft een ander lokaal in te lopen om iets aan de docent te vragen.
Slide 10 - Open question
Waar denk je aan bij de rol van VOLGER ?
Slide 11 - Open question
De VOLGER laat weinig van zich horen, wil eigenlijk niet te veel opvallen. Hij doet wat er van hem verwacht wordt.
Slide 12 - Open question
Waar denk je aan bij de rol van JOKER?
Slide 13 - Open question
De JOKER kan een grap maken, waardoor een situatie kan ontspannen. Deze leerling weet goed wanneer dit wel en niet gepast is.
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Vul je formulier in
Slide 21 - Slide
Bespreek in je groepje:
- klopt de rol die je jezelf hebt toebedeeld volgens de anderen?
- Welke rollen horen bij welke leerlingen in de groep?
- Welke kenmerken horen bij deze personen met deze rollen?