Jeugdculturen: Hoe ontstaan ze en wat is jouw stijl?

Jeugdculturen: Hoe ontstaan ze en wat is jouw stijl?
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Jeugdculturen: Hoe ontstaan ze en wat is jouw stijl?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je jeugdculturen herkennen, begrijpen hoe ze ontstaan en de rol van kledingstijl daarin benoemen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over jeugdculturen en hun kledingstijl?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn jeugdculturen?
Jeugdculturen zijn groepen jongeren met gedeelde normen, waarden, gedrag en interesses.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe ontstaan jeugdculturen?
Jeugdculturen ontstaan vaak als reactie op de samenleving, ontevredenheid of als uiting van identiteit.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe onderscheid je jeugdculturen?
Je kunt jeugdculturen onderscheiden door naar kledingstijl, muziekvoorkeur, taalgebruik en gedrag te kijken.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

De rol van kledingstijl
Kledingstijl speelt een grote rol in jeugdculturen, het is vaak een manier om je identiteit uit te drukken.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hedendaagse jeugdculturen
Vandaag de dag zijn er verschillende jeugdculturen zoals emo, skaters, hip hop en goth.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Welke jeugdcultuur past bij jou?
Denk na over welke jeugdcultuur het beste bij jou past en waarom.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kleding voor verschillende gelegenheden
Bespreken of er verschil is in kledingkeuze voor school, de kerk en werk.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.