CTER

CTER 
2021C Q7 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

CTER 
2021C Q7 

Slide 1 - Slide

Planning

  • Leerdoelen
  • Activisme, extremisme, terrorisme en polarisatie
  •  Conviction
  • Jason
  • Triggerfactoren
  • Naslagwerk
  • Casus met acteur

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt praktijksignalen van radicalisering in je eigen werkomgeving verzamelen en via de juiste CTER kanalen rapporteren en verwerken. 
  • Je kunt in contact met een CTER-subject ideologie brede signalen herkennen en op een passende manier aanvullende informatie verzamelen.
  • Voor wat betreft informatiewinning weet je de juiste gesprekstechnieken toe te passen om aanvullende en (zorgelijke) informatie te verzamelen.
     

Slide 3 - Slide

Kennen en kunnen
Kennen
• Ik ken de signalen die kunnen duiden op een (beginnend) proces van radicalisering bij jongeren.
• Ik ken de interne werkinstructie omtrent vastlegging van gegevens (IGP)
• Ik weet wat polarisatie, radicalisering en terroristisch oogmerk is.
• Ik ken het radicaliseringsproces (micro-, macro en mesoniveau) en weet welke
radicaliseringsvormen er zijn (activisme, extremisme, terrorisme)
• Ik ken de veel voorkomende radicale groeperingen.
Kunnen
• Ik kan relevante gegevens vastleggen in de daarvoor bestemde systemen
• Ik weet wat polarisatie, radicalisering en terroristisch oogmerk is.
• Ik ken het radicaliseringsproces (micro-, macro en mesoniveau) en weet welke
radicaliseringsvormen er zijn (activisme, extremisme, terrorisme)
• Ik ken de veel voorkomende radicale groeperingen.

Slide 4 - Slide

Wat is het verschil tussen activisme, extremisme en terrorisme?

Slide 5 - Open question

Activisme, extremisme en terrorisme
  • In tegenstelling tot activisme, worden er bij extremisme doelen of middelen nagestreefd en ingezet die buiten de wettelijke kaders vallen, waaronder soms geweld, en zijn daarmee vaak on- of zelfs anti-democratisch. Daardoor vormen ze een gevaar voor de democratische rechtsorde.
  • 'Het uit ideologische motieven (voorbereiden van het) plegen van op mensenlevens gericht geweld of het veroorzaken van maatschappij-ontwrichtende schade, met als doel (een deel van) de bevolking ernstige vrees aan te jagen, maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen en/of politieke besluitvorming te beïnvloeden.

Slide 6 - Slide

Wat is polarisatie?

Slide 7 - Open question

Polarisatie
  • Polarisatie is wij-zij-denken dat steeds meer toeneemt. Het is een proces waarbij de tegenstellingen tussen groepen in de samenleving sterker worden. Daardoor komen groepen steeds meer tegenover elkaar te staan
  • Polarisatie kan een voedingsbodem zijn voor radicalisering. Wanneer groepen binnen de samenleving steeds verder van elkaar af komen te staan, kan dat leiden tot incidenten of confrontaties tussen die groepen, waarbij mensen zelfs over kunnen gaan tot gewelddadige acties.
  • Polarisatie kan op deze manier escaleren en leiden tot rellen, terrorisme of zelfs een (burger)oorlog. 


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Conviction
  • Welke factoren maken Isa kwetsbaar en hebben (mogelijk) bijgedragen aan zijn radicalisering?
  • Welke personen konden constateren dat Isa hulp nodig had?
  • Welk stadia heeft Isa doorlopen in het radicaliseringsproces? (gevoeligheid, herkenning, lidmaatschap, actie)
  • Welke gebeurtenissen op het persoonlijk niveau waren een triggerfactor?
  • Welke gebeurtenissen op het groepsniveau waren een triggerfactor?
  • Welke gebeurtenissen op het samenlevingsniveau waren een triggerfactor?

Slide 10 - Slide

Het radicaliseringsproces

Slide 11 - Slide

Moghaddam
  • Extremisme is het fenomeen waarbij personen of groepen bij het streven naar hun idealen bewust over de grenzen van de wet gaan. 
  • Radicalisering of extremisme is niet exclusief verbonden aan één bepaalde etnische, culturele, religieuze of politieke (bevolkings)groep. 
  • Terrorisme is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden van of plegen van op mensen gericht ernstig geweld of daden gericht op het aanrichten van maatschappijontwrichtende zaakschade. Dit heeft als doel maatschappelijke veranderingen in gang te zetten, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden (bron: NCTV).

Slide 12 - Slide

Triggerfactoren
1 Gevoeligheid: een persoon is gevoelig voor radicalisering, bijvoorbeeld omdat er
 sprake is van een voedingsbodem, of een lage weerbaarheid.
2 Verkenning: een persoon gaat actief op zoek naar informatie over radicale groepen
 en ideologieën, en begint de wereld door dat radicale perspectief te bekijken.
3 Lidmaatschap: een persoon voelt zich onderdeel van een radicale groep, of
 aanhanger van een radicale stroming. Het ideologische gedachtegoed wordt verder
 ontwikkeld of toegeëigend. Mogelijkerwijs neemt ook de bereidheid toe om geweld
 als geoorloofd middel te zien.
4 Actie: een persoon onderneemt actie, zoals het voorbereiden of uitvoeren van een
 daad van geweld. In feite is hier vaak al sprake van extremisme of terrorisme

Slide 13 - Slide

Triggerfactoren
Uit wetenschappelijk onderzoek en biografieën van radicalen
blijkt dat er minstens dertien soorten gebeurtenissen zijn die als triggerfactoren kunnen dienen. Deze zijn onder te verdelen in drie niveaus: het persoonlijke niveau, het groepsniveau en het samenlevingsniveau.

Slide 14 - Slide

Persoonlijk niveau 
  • Confrontatie met de dood
  • Problemen thuis
  • Schooluitval en verlies van (perspectief op) werk
  • Ervaringen met discriminatie en uitsluiting
  • Aanvaring met autoriteiten

Slide 15 - Slide

Groepsniveau
  • Het verbreken van sociale bindingen
  •  Het ontmoeten van radicale personen
  • Toetreding tot een radicale groep
  • Confrontatie met propaganda 

Slide 16 - Slide

Samenlevingsniveau
  • Politiek debat en beleid (bijv. hoofddoekverbod)
  • Oorlogen en aanslagen
  • Oproepen tot actie 

Slide 17 - Slide

Persoonskenmerken
  • Leeftijd: 10 tot 20 jaar. Adolescenten hebben meer moeite om met negatieve gevoelens om te gaan, waardoor ze eerder vatbaar zijn voor radicalisering en ander zorgwekkende ontwikkelingen. Ze zijn nadrukkelijk op zoek naar een eigen identiteit, en zijn gevoeliger voor zwart-wit-boodschappe en groepsdruk.
  • Geslacht: Mannen. Een onderzoek stelt bijvoorbeeld dat vrouwen vaker door de andere sekse worden overgehaald om terrorist te worden, terwijl mannen er vaker zelf voor kiezen of door hun (mannelijke) vrienden worden overtuigd.
  • Gedragsproblematiek: Ingrijpende ervaringen in de persoonlijke sfeer kunnen leiden tot agressief en antisociaal gedrag, dat op zijn beurt weer radicalisering of ander vormen van ontsporing tot gevolg kan hebben.

Slide 18 - Slide

Mogelijke bewijsstukken
  • Verslag Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN)
• Presentatie Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN)
• Profcheck Oudesloot
• Gespreksverslag Interview CTER-specialist
• Presentatie interview CTER-specialist
• Casusuitwerking training: verslag of presentatie
• Mutatie
• Proces-verbaal van bevindingen
• Feedbackformulier docent / praktijkbegeleider
• Reflectie

Slide 19 - Slide

Naslagwerk
  • Podcast daders, Aflevering 3 seizoen 2, 13 april 2021 (Jason, ex terrorist / poging tot moord). 
  • Film: Layla M. Nederlands meisje wat radicaliseert. 
  • Wijkagent en radicalisering
    https://www.npostart.nl/de-publieke-tribune/17-01-2021/VPWON_1323610
  • Docu: De Lokgroep (NPO)
  • Ik woke van jou 
  • Filemon en de 

Slide 20 - Slide

Opdracht

  • 2 studenten spelen de casus 
  • Overige studenten schrijven feedback (deze kan ook gebruikt worden in je portfolio)

Slide 21 - Slide

Casus

Slide 22 - Slide