Semaine 16 qu'est- ce que tu manges + filmpje voorkennis

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Que faire aujourd'hui?

> but de la leçon

> tu sais déja?

> parler

> evetuellement : exercices dans le livre

But de la leçon:

Het leren van woorden die horen bij voedingsmiddelen en kunnen je vertellen wat je eet bij de maaltijden op een dag.

Je snapt ook de vragen die daarbij horen. 

5 minuten stilte

individueel

opschrijven: wat weet je nog van de vorige les?

(vragen die ik stelde, woorden die daarbij hoorden, voedingsmiddelen, etc)

Na 5 minuten opschrijven ga je in 2-tallen nabespreken.

Vervolgens kort klassikaal

Qu'est- ce que tu manges > wat eet jij 

pour le petit - déjeuner > voor het ontbijt?

pour le déjeuner> voor de lunch?

pour le dîner > voor het avondeten?

Pour le petit - déjeuner je mange > voor het ontbijt eet ik 

Qu'est- ce que tu bois pour le petit - déjeuner/déjeuner/dîner?

Je bois .................................

Quel est ton plat préféré? 

Qu'est- ce que tu manges pour le déjeuner?

Wat eet je voor de lunch?

Pour le déjeneuner je mange ......

Qu'est- ce que tu manges pour le dîner

Wat eet je voor het diner?

Pour le diner je mange .....

Quel est ton plat préféré? = wat is je lievelingsgerecht?

Mon plat préféré c'est ..........= mijn lievelingsgerecht is.......

Qu'est- ce que tu bois pour le déjeuner?

Wat drink je voor de lunch?

Pour le déjeneuner je bois ......

Qu'est- ce que tu bois pour le dîner

Wat drink je voor het diner?

Pour le diner je bois .....

Quel est ton plat préféré? = wat is je lievelingsgerecht?

Mon plat préféré c'est ..........= mijn lievelingsgerecht is.......

Tu aimes ? = hou je van..?

J'aime ...= ik hou van...

Je n'aime pas ..... = ik hou niet van

Quel est ton fruit préféré? 

Mon fruit préféré c'est .....

Quel est ton légume préféré?

Mon légume préféré c'est .......

Nabespreken:

stilte

schrijf op welke woorden jij steeds gebruikt als je vertelt over jouw ontbijt, lunch en diner.

2 tallen:

vertel elkaar en verbeter elkaar op een positieve manier

Kort klassikaal 

1) vertaal: Het ontbijt

1. le dîner
2. le petit-déjeuner
3. le déjeuner
4. le goûter

2) vertaal: Ik hou van

1. j'adore
2. je mange
3. je bois
4. j'aime

3) Vertaal: kip

1. du tofu
2. du poisson
3. du poulet
4. du jambon

4)Vertaal: een boterham

1. du pain
2. un croissant
3. une tartine
4. un sandwich

5) een tosti

1. des légumes
2. des sushi
3. de la lasagne
4. un croque monsieur