Water in Nederland. par 1a

Les 3.1a  H3/T2
Log in: L.Up en LearnB.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Les 3.1a  H3/T2
Log in: L.Up en LearnB.

Slide 1 - Slide

05 min: Start les/ absenten 
02 min: Bespreken hoofdvraag & deelvraag & lesdoelen 
15 min: uitleg/instructie
05 min: Herhalen lesdoelen
02 min: Evaluatie
25 min: Starten opdrachten &
                Verlengde instructie
01 min: afsluiting

Planning les par 3.1 a 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat ga je leren deze les.
Leerdoelen:
  1. Je kunt uitleggen hoe de rivieren het Nederlandse landschap hebben opgebouwd.
  2. Je kunt uitleggen hoe de zee het Nederlandse landschap heeft opgebouwd.
  3. Je kunt uitleggen hoe veen het Nederlandse landschap heeft opgebouwd.
  4. Je kunt vertellen op welke plekken de eerste mensen in Nederland gingen wonen en waarom daar.
  5. Je kent de begrippen en kunt ze toepassen.
Begrippen:
Laag-Nederland, Hoog- Nederland, sedimentatie, oeverwallen, inklinken, komgronden, delta.


De theorie vind je in:
Texstboek: Par 5.1  Learnbeat: Par 3.1
 

Slide 6 - Slide


Hoog- en Laag-Nederland


► Nederland kun je verdelen in Laag- en Hoog-Nederland 

Laag-Nederland ligt lager dan 1 m boven de zeespiegel. Hier speelde de invloed van de zee een grote rol bij het ontstaan van het landschap.

● In Hoog-Nederland merk je de invloed van de zee niet. Maar er is wel water. Dat komt doordat er in Nederland meer neerslag valt dan dat er water door verdamping verdwijnt. Rivieren en beken voeren water af van hogere gebieden in Nederland naar zee 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Wonen wij in een hoog of laag gedeelte van Nederland?
A
Hoog
B
Laag

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Link

Slide 12 - Slide

Rivieren
► De Rijn en de Maas stromen van de bergen naar de zee. Behalve water 
nemen ze zand en kleideeltjes mee. In het vlakke Nederland stromen ze langzamer en neemt de kracht van het water af. Daardoor is er in Nederland sedimentatie.
● Toen er nog geen dijken in Nederland waren, overstroomde het rivierwater het land regelmatig. In het overstroomde gebied ging het water nog langzamer stromen. Dicht langs de oever van de rivier werd daardoor zand neergelegd. Omdat het mees-te zand vlak bij de rivier is neergelegd, zijn de oevers van de rivier hoger dan de ge-bieden verderop. Die hogere ruggen langs de rivier heten oeverwallen. Verder weg van de rivier, waar het water nog langzamer stroomde, zakten ook de heel kleine kleideeltjes naar de bodem. Klei droogt heel langzaam op. Daardoor komen de deeltjes dichter bij elkaar te zitten en zakt het oppervlak nog heel lang in. Dat heet inklinken. De laaggelegen ingeklonken stukken van het rivierengebied heten komgronden.
● Door al dat neergelegde zand raakten rivieren soms verstopt, het water zoekt een nieuwe weg naar zee zocht. Zo’n vertakt laatste stuk van een rivier heet een delta.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Wat was sedimentatie ook alweer?

Slide 16 - Open question

Komgronden

Slide 17 - Slide

Wat heb je deze les geleerd.
Leerdoelen:

  1. Je kunt uitleggen hoe de rivieren het Nederlandse landschap hebben opgebouwd.
  2. Je kunt uitleggen hoe de zee het Nederlandse landschap heeft opgebouwd.
  3. Je kunt uitleggen hoe veen het Nederlandse landschap heeft opgebouwd.
  4. Je kunt vertellen op welke plekken de eerste mensen in Nederland gingen wonen en waarom daar.
  5. Je kent de begrippen en kunt ze toepassen.

Begrippen:
Laag-Nederland, Hoog- Nederland, sedimentatie, oeverwallen, inklinken, komgronden, delta.


De theorie vind je in:
Texstboek: Par 5.1,  Learnbeat: Par 3.1
 

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Je gaat aan de slag met de opdrachten van §3.1 in Learnbeat
Huiswerk:
maken opdrachten 1, 2, 3, 4bcde, 5, 
Van herhaling: vraag 1 en 2

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Als de dijken breken

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video