2 - Fasen en Faseovergangen Deel II ZANP

Fasen en faseovergangen
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Fasen en faseovergangen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van de les:
  • Kan je de 3 fasen noemen
  • Weet je hoe je ze kan afkorten
  • Ken je de faseovergangen

Slide 2 - Slide

Fasen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Vast
Eigenschappen vaste stof:
Eigen vorm
Eigen volume
Kan niet worden samengeperst

Slide 5 - Slide

Vloeibaar
Eigenschappen vaste stof:
Geen eigen vorm
Eigen volume
Niet samen te persen
Horizontale vloeistofspiegel

Slide 6 - Slide

Gas
Eigenschappen vaste stof:
Geen eigen vorm
Geen vast volume
Wel samen te persen

Slide 7 - Slide

Water bevindt zich in de ..... als regen naar beneden komt
A
Vaste fase
B
Vloeistof fase
C
Gasvormige fase
D
Vloeibare fase

Slide 8 - Quiz

Water bevindt zich in de ..... als sneeuw naar beneden komt
A
Vaste fase
B
Vloeistof fase
C
Gasvormige fase
D
Vloeibare fase

Slide 9 - Quiz

Water bevindt zich in de ..... als de lucht helemaal blauw is
A
Vaste fase
B
Vloeistof fase
C
Gasvormige fase
D
Vloeibare fase

Slide 10 - Quiz

Water bevindt zich in de ..... als er hagel naar beneden komt
A
Vaste fase
B
Vloeistof fase
C
Gasvormige fase
D
Vloeibare fase

Slide 11 - Quiz

Water bevindt zich in de ..... als er mist in de lucht hangt
A
Vaste fase
B
Vloeistof fase
C
Gasvormige fase
D
Vloeibare fase

Slide 12 - Quiz

Fase-overgangen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Verwerkingsvragen
Dit is huiswerk
In SOM kan je vinden wanneer dit af moet zijn
De groene vragen zijn optioneel
Naast de LessonUp kan je ook het boek nog eens bekijken

Slide 15 - Slide

Hoe noemt men de fase-overgang waarbij je benzine kunt ruiken?
A
Vast
B
Gas
C
Vervluchtigen of sublimeren
D
Verdampen

Slide 16 - Quiz

Hoe noemt men de fase-overgang als je natte kleren laat drogen in de wasdroger?
A
Vloeibaar
B
Smelten
C
Verdampen
D
Gas

Slide 17 - Quiz

In welke fase is water als het ijs is?
A
Vast
B
Voeibaar
C
Gasvormig

Slide 18 - Quiz

Bekijk welke fase de stof (GEEL) is en sleep het naar de fase (ROOD)
Vast
Vloeibaar
Gas
regen
rijp
mist
hagel
sneeuw

Slide 19 - Drag question

Hoe noemt men de fase-overgang waarbij alle bomen 's morgens bedenkt zijn met ijskristallen
A
Vervluchtigen of sublimeren
B
Smelten
C
Verdampen
D
Rijpen

Slide 20 - Quiz

De vaste fase korten we af met de hoofdletter
A
S
B
V
C
L
D
G

Slide 21 - Quiz

Voor gassen geldt:
A
Gassen hebben een vaste vorm
B
Gassen zijn niet samen te persen
C
Gassen hebben een vast volume
D
Geen van de antwoorden zijn goed

Slide 22 - Quiz

De fase-overgang waarbij vast water gasvormig wordt, noemt men in de natuurkunde rijpen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Moleculen bewegen het langzaamst in welke fase?
A
Vaste
B
Vloeibare
C
Gasvormige

Slide 24 - Quiz

In welke fase is de dichtheid van een stof het kleinst?
A
vaste fase
B
vloeibare fase
C
gasfase
D
altijd even groot

Slide 25 - Quiz

In welke fase is het zand van een zandkasteel?
A
S
B
L
C
G

Slide 26 - Quiz

In welke fase is een sneeuwpop
A
S
B
L
C
G

Slide 27 - Quiz

Voor stollen moet je warmte toevoeren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Voor rijpen moet je warmte toevoeren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Voor een vloeistof geldt:
A
Heeft een eigen vorm
B
Kun je samenpersen
C
Heeft een vast volume
D
Geen van de antwoorden is juist

Slide 30 - Quiz

De hoeveelheid waterdamp in de lucht kun je meten met een:
A
Barometer
B
Weegschaal
C
Thermometer
D
Hygrometer

Slide 31 - Quiz

Als je de temperatuur verlaagt, kan de volgende fase-overgang ontstaan:
A
Rijpen
B
Smelten
C
Sublimeren
D
Verdampen

Slide 32 - Quiz

Welk plaatje geeft de vloeibare-
fase weer?
A
A
B
B
C
C

Slide 33 - Quiz