H1 paragraaf 1,2,3 3BBL

programma

1. De tijdlijn
2. Vragen en onduidelijkheden
3. Oefentoets-vragen


We maken vandaag 26 en 27 (indien tijd over ook 28 en 29)
1 / 46
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

programma

1. De tijdlijn
2. Vragen en onduidelijkheden
3. Oefentoets-vragen


We maken vandaag 26 en 27 (indien tijd over ook 28 en 29)

Slide 1 - Slide

Behoeften:
mensen hebben behoefte aan goederen en diensten, dit noemen we behoeften.
Er zijn basisbehoeften (primaire behoeften) en luxebehoeften (secundaire behoeften). Normale behoeften die je niet nodig bent om in leven te blijven horen ook bij de secundaire behoeften.

Slide 2 - Slide

Primaire behoeften zijn ...
A
de noodzakelijke behoeften.
B
de luxe behoeften.

Slide 3 - Quiz

Aantekening $2 Hoe word jij beinvloed?

Jouw koopgedrag wordt beinvloed door:

  • Fabrikanten en verkopers; commerciele beinvloeding
  • Vrienden en familie; sociale beinvloeding


Een voorbeeld van commerciele beinvloeding is reclame. Elke reclame richt zich op een groep mensen die dezelfde kenemrken hebben. Een groep mensen met dezelfde kenmerken noemen we een doelgroep.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Marketing
marketing is alles wat bedrijven doen om hun goederen of diensten te verkopen. Ze gebruiken hierbij de 4 Ps:

Prijs
Product
Promotie
Plaats 

Slide 6 - Slide

De 4P's worden ook wel ... genoemd.
A
Marketing hulpmiddelen
B
Marketing instrumenten
C
Marketing groepering
D
Marketing gereedschap

Slide 7 - Quiz

Waarom zijn consumentenorganisaties belangrijk?

Slide 8 - Open question

CONSUMENTENORGANISATIES GEVEN ONAFHANKELIJKE INFORMATIE OVER EEN PRODUCT
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 9 - Quiz

consumentenorganisaties
Consumentenorganisaties komen op voor de belangen van consumenten. Ze geven advies over producten zonder hiermee als doel te hebben meer winst te maken.

Slide 10 - Slide

consumentenorganisaties
ANWB
voor weggebruikers en recreanten

ROVER:
voor Reizigers Openbaar VERvoer

Vereniging eigen huis:
Voor huizenbezitters.


Slide 11 - Slide

VERGELIJKEND WARENONDERZOEK

Dit is een test van een aantal dezelfde soort producten op prijs, kwaliteit en mogelijkheden.


Slide 12 - Slide

Wat gebeurt er bij een vergelijkend warenonderzoek?

Slide 13 - Open question

Een deugdelijk product is een product dat bij normaal gebruik doet wat het moet doen en lang mee gaat
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Een deugdelijk product
A
is altijd duur
B
moet minstens een jaar functioneren
C
mag niet kapotgaan
D
moet normaal functioneren

Slide 15 - Quiz

Toen Janet op vakantie ging naar Spanje was er een verbouwing bezig terwijl er een rustig hotel was afgesproken. Heeft dit bedrijf voor een deugdelijk product gezorgd?
A
Ja
B
Nee
C
Dat valt niet te zeggen

Slide 16 - Quiz

Welke wet gaat over verkoop aan de deur?
A
Colportagewet
B
Garantiewet
C
Wet product-aansprakelijkheid
D
Koop aan de deur wet

Slide 17 - Quiz

Mandy haalt eten bij de snackbar en vindt dat het met de hygiënische omstandigheden daar slecht gesteld is. Mandy dient een klacht in bij de autoriteiten. Welke wet wordt hier wellicht overtreden?
A
Arbo wet
B
Colportagewet
C
Warenwet
D
Wet productaansprakelijkheid

Slide 18 - Quiz

Is een keurmerk altijd betrouwbaar?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Mag iedereen een keurmerk beginnen?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Welke term hoort bij:
De macht/kracht van de consument op wat de producent verkoopt.
A
Consumenten kracht
B
Kopers macht
C
Consumer Power
D
Danoontje Power

Slide 21 - Quiz

Wat is Consumer Power?
A
Macht van de koper
B
Een soort toetje
C
Krachtige brandstof
D
Kracht van verkoper

Slide 22 - Quiz

Hoe noem je de macht van consumenten door samen op te treden?
A
Communicatie
B
Commerciële beïnvloeding
C
Productbeleid
D
Consumer Power

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Video

De reclame die je net hebt gezien is een ...
A
ideële reclame.
B
commerciële reclame.

Slide 25 - Quiz

De reclame die je net hebt gezien is een ...
A
merkreclame.
B
informatieve reclame.

Slide 26 - Quiz

wat is een Keurmerk?
Een keurmerk is een herkenbaar logo dat je op diverse producten tegen kunt komen. Een keurmerk is er om consumenten zekerheid te bieden over de kwaliteit of productieproces van het product. Het product voldoet dan aan de gestelde eisen van het keurmerk.

Slide 27 - Slide

Is een keurmerk altijd betrouwbaar?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quiz

Wat is een keurmerk?

Slide 29 - Open question

Schrijf deze vragen op!!

1. Welke p's zijn er?


2. Wat is marketing?


3. Wat betekent elke P?

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Consumentenrecht
het consumentenrecht bestaat uit allemaal verschillende wetten en regels die jou als consument beschermen.


                                              

Slide 32 - Slide

Consumentenrecht
• De koper heeft recht op een deugdelijk product.
• Als het product niet doet wat het moet doen, is de verkoper verplicht dit te repareren of vervangen.

Slide 33 - Slide

Wet Productaansprakelijkheid
• Fabrikanten zijn verantwoordelijk voor de schade die hun producten veroorzaken als dat komt door slechte productie.

Slide 34 - Slide

Mandy haalt eten bij de snackbar en vindt dat de hygiënische omstandigheden daar slecht zijn. Mandy dient een klacht in. Welke wet wordt hier misschien overtreden?
A
Wet koop op afstand
B
Colportagewet
C
Warenwet
D
Wet productaansprakelijkheid

Slide 35 - Quiz

Vragen blz 18

1. (1)ze geven advies over de rechten can de consument.

(2) zij komen op voor de belangen van de consument.


2. De consument is een zwakkere partij bij het kopen van producten. De verkoper weet namelijk meer over het product.


3. Omcirkel de woorden:

(consumentbond, ANWB, Vereniging eigen huis, ROVER.)

Slide 36 - Slide

Vragen bladzijde 19

4. prijs, kwaliteit en milieu


5. Dit zijn vaak de duurdere producten.


6. Een product met een redelijke kwaliteit en een goedkope prijs. (Als het product veel waar geeft voor zijn geld.)

Slide 37 - Slide

Vragen bladzijde 19

7. Amazon (heeft de hoogste cijfers voor beide onderdelen.


8.A: Sym-e-Virid

B: Deze zijn goedkoper, ze zijn zuiniger in gebruik.

Slide 38 - Slide

Deugdelijk product
JIj hebt als consument (wanneer je iets koopt) recht op een product dat normaal werkt en functioneert (deugdelijk). 

 Wie heeft wel eens een product gekocht dat niet goed werkte of kapot was? Wat heb je toen gedaan? Wat heeft de winkel gedaan? 

Slide 39 - Slide

Een deugdelijk product
A
is altijd duur
B
moet minstens een jaar functioneren
C
mag niet kapotgaan
D
moet normaal functioneren

Slide 40 - Quiz

Een deugdelijk product is een product dat bij normaal gebruik doet wat het moet doen en lang mee gaat
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quiz

Colportagewet
• Verkoop aan de deur, bus- of bootreis, thuisverkopen.
• Coporteur moet zich legitimeren.
• Binnen 8 dagen zonder reden ontbinden.
• Je moet meer dan € 34,- uitgegeven hebben.

Slide 42 - Slide

Welke wet gaat over verkoop aan de deur?
A
Colportagewet
B
Garantiewet
C
Wet product-aansprakelijkheid
D
Koop aan de deur wet

Slide 43 - Quiz

Koop op afstand
Bij aankopen via internet, telefoon of met een bestelbon uit een catalogus geldt de Wet koop op afstand. Je hebt een bedenktijd van 7 werkdagen nadat je het product thuis hebt ontvangen.
De wet geldt niet voor bijvoorbeeld via internet geboekte reizen of producten die snel bederven.

Slide 44 - Slide

Warenwet
• Producten mogen niet gevaarlijk zijn
• Op elk product moet productinformatie staan
• De Voedsel en Warenautoriteit controleert dit

Slide 45 - Slide

Wat wordt bedoeld met de warenwet?
A
Wet die gevaarlijk voedsel verbiedt
B
Wet die gezond voedsel verbiedt
C
Wet die alle waren beschrijft
D
Wet die te maken heeft met kleding

Slide 46 - Quiz