SVO N2 MARKETING # CHHO

 MBO niveau 2
geschikt voor opleiding PM, VM
E-BOOK MARKETING
E-LEARNING MARKETINGMIX
ZELFCHECK MARKETING
THEORIEOPDRACHT MARKETING
 SVO N2 Marketing  # CHHO

MARKETING
1 / 46
next
Slide 1: Slide
Marketing, Serveren en VerpakkenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

 MBO niveau 2
geschikt voor opleiding PM, VM
E-BOOK MARKETING
E-LEARNING MARKETINGMIX
ZELFCHECK MARKETING
THEORIEOPDRACHT MARKETING
 SVO N2 Marketing  # CHHO

MARKETING

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat leer je vandaag?
Je kunt aan het einde van deze les uitleggen wat een bedrijfsformule is.
Je kunt aan het einde van deze les vertellen uit welke onderdelen de bedrijfsformule bestaat.
Je kunt aan het einde van deze les vertellen wat een doelgroep is.
 Je kunt aan het einde van deze les de diverse vormen van het assortiment benoemen.
Je kunt aan het einde van deze les de 6 P’s van de marketingmix benoemen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Hoe zou jij het woord Marketing uitleggen aan iemand die niet weet wat het betekent?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Wat is MARKETING?
De term ‘marketing’ komt van het Engelse begrip market (markt) en getting (krijgen).

Marketing houdt zich bezig met de vraag, ‘Wat wil de klant of gast (vraag) en hoe kan het
aanbod van producten en diensten hierop worden afgestemd?’

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

MARKETING
Marketing is de inspanning die een bedrijf doet om de verkoop van de producten en diensten te bevorderen.
Door middel van:
- Reclamespotjes
- Advertenties in de krant of bij YouTube-filmpjes
- Folders
- Posters/billboards

Slide 8 - Slide

Marketing omvat alle activiteiten die een bedrijf inzet om in te spelen op de vraag van klanten/gasten, oftewel om daar het aanbod op af te stemmen.
De term ‘marketing’ komt van het Engelse begrip market (markt) en getting (krijgen).
Marketing is de inspanning die een bedrijf doet om de verkoop van de producten en diensten te bevorderen. 
BEDRIJFSFORMULE
De bedrijfsformule is het ‘gezicht’ van het bedrijf, de manier waarop het bedrijf zijn producten en diensten aanbiedt aan zijn klanten/gasten. 

Klanten/gasten hebben een bepaalde verwachting bij een bedrijfsformule.


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De bedrijfsformule bestaat uit:
  1. Doelgroep
  2. Aanbod / assortiment
  3. Marktpositie

 Ezelsbruggetje = DAM

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

DAM  DOELGROEP
OM IN TE SPELEN OP WENSEN EN VERWACHTINGEN MOET JE DE DOELGROEPEN KENNEN
 
Doelgroep: Een bepaalde groep gasten/klanten met dezelfde kenmerken waaraan het bedrijf producten wil verkopen.
Bijvoorbeeld: leeftijd, hobby, eigenschap, koopkracht, gezinssamenstelling, man/vrouw, etc.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

DOELGROEPEN
gezinnen
• passanten
• alleenstaanden / tweeverdieners
• senioren
• scholieren
• allochtonen
• biologisch / vegetarisch

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Op welke doelgroep(en) richt het bedrijf zich waar jij werkt?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

BEDRIJVEN RICHTEN ZICH OP: 

- behoeften van consumenten
- gedrag van consumenten

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welk voorbeeld ken je van actuele behoeften van consumenten waarop handig wordt ingespeeld?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

KOOPGEDRAG
De klant doorloopt bij het zoeken en gebruiken van producten de volgende
stappen:

1. informeren: de klant verzamelt informatie over het product dat hij wil kopen;
2. kopen: de klant kiest een winkel en kiest vervolgens het juiste product uit;
3. gebruiken: de klant gaat het artikel gebruiken of verbruiken.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

DAM ASSORTIMENT
HET ASSORTIMENT IS DE VERZAMELNAAM VOOR AL DE PRODUCTEN DIE JE AANBIEDT.

ASSORTIMENT:
- BREED / SMAL
- DIEP / ONDIEP

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

ASSORTIMENT
WAT IS HET VERSCHIL?

1. Breedte van het assortiment

2. De diepte van het assortiment

Slide 18 - Slide

1. Breedte van het assortiment
Het aantal verschillende productgroepen binnen een assortiment(-sgroep).

2. De diepte van het assortiment
Het aantal varianten binnen een productgroep.

ASSORTIMENT BREED / SMAL
Een breed assortiment betekent dat de ondernemer veel verschillende productgroepen zal aanbieden.
Een smal assortiment betekent dat de ondernemer een beperkt aantal productgroepen aanbiedt.

Breed = supermarkt met vlees, vis, AGF, brood, kaas, noten, wijn;
Smal = speciaalzaak met kaas, noten, wijn.


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

ASSORTIMENT DIEP /ONDIEP
Hoe dieper het assortiment, hoe meer keuze voor de klant.

DIEP = pizzarestaurant, met 50 soorten pizza's;
ONDIEP = een eetcafé, waar de gast kan kiezen uit een vlees, vis of vegetarisch menu

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat versta jij onder assortiment
A
Alle eetbare producten
B
Alle drinkbare producten
C
Service
D
Alle bijartikelen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Aldi

A
smal
B
breed

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions



Albert Heijn

A
smal
B
breed

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


Marktkraam met stroopwafels

A
ondiep
B
diep

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Pannenkoekenrestaurant met 50 soorten pannenkoeken


A
diep
B
ondiep

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

DAM MARKTPOSITIE

De plek in de markt ten opzichte van
concurrenten.
(hoog / midden / laag)

Slide 26 - Slide

Een exclusief bedrijf met veel service en hogere prijzen is een voorbeeld van
servicedistributie.

Een bedrijf kiest voor lagere prijzen en minder service.

DAM MARKTPOSITIE
- Hoog in de markt - servicedistributie/kwaliteit  (hoge prijzen, veel service)

- Midden in de markt – Lager in prijs met een prima kwaliteit.

- Laag in de markt – Prijsdistributie (lage prijzen, weinig service)


Slide 27 - Slide

Een exclusief bedrijf met veel service en hogere prijzen is een voorbeeld van
servicedistributie.

Een bedrijf kiest voor lagere prijzen en minder service.

Vul in bij de volgende vragen: 

is het prijsdistributie?

is het servicedistributie? 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Stijlvolle promotie



A
prijsdistributie
B
servicedistributie

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Breed/ondiep assortiment

A
prijsdistributie
B
servicedistributie

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions


Hoge prijzen met kwaliteitsimago


A
prijsdistributie
B
servicedistributie

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Goedkoop imago


A
prijsdistributie
B
servicedistributie

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Zelfbediening


A
prijsdistributie
B
servicedistributie

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions


Persoonlijke bediening


A
prijsdistributie
B
servicedistributie

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions


Smal, diep assortiment


A
prijsdistributie
B
servicedistributie

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

CONCURRENTIE

Naast kennis van je doelgroep is het ook belangrijk om je concurrenten te kennen.

Want als je wilt dat de klanten/gasten naar jouw bedrijf komen, moet je beter aan
de behoeften en verwachtingen van de klant/gast voldoen dan jouw concurrenten.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Wat zou jij willen weten van je concurrent?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

BEDRIJFSFORMULE HELDER?

Dan trek je de juiste doelgroep aan, zodat je omzet groeit.

Ook heeft het een grote invloed op het imago van het bedrijf!

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

IMAGO
Het beeld dat over een persoon, bedrijf of gebied bestaat.

Het imago wordt bepaald door:
- Prijs
- Kwaliteit
- Service
- Promotieactiviteiten/marketingtools

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Welk imago heeft jouw bedrijf?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

De Marketingmix bestaat uit 6 P's
welke P's worden bedoeld?

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

THEORIEOPDRACHT MARKETING



https://svo.anewspring.nl/content/Marketing%20(MAR)/MAR.mark.2.pmsl.tod.bedrijfsformule%20en%20toonbanken.220716.pdf


Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Marketingmix gaat over 6 p's

- LEES E-BOOK PAGINA 9-17
- MAAK E-LEARNING MARKETING MIX

Tijd: 20 minuten




timer
20:00

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je vandaag geleerd?
Je kunt  uitleggen wat een bedrijfsformule is.
Je kunt vertellen uit welke onderdelen de bedrijfsformule bestaat.
Je kunt  vertellen wat een doelgroep is.
 Je kunt  de diverse vormen van het assortiment benoemen.
Je kunt  de 6 P’s van de marketingmix benoemen.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Link

This item has no instructions