This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Spelling
- Laatste letter d of t van een woord
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
- Herhaling lidwoord/ zelfstandig naamwoord
- Laatste letter d of t
Slide 2 - Slide
Schrijf de lidwoorden op van deze zin: Er hangt een foto aan de muur. Benoem ook of het lidwoord een bepaald of een onbepaald lidwoord is.
Slide 3 - Open question
Benoem de zelfstandige naamwoorden van deze zin: Ik zag meneer De Vries lopen op straat. Benoem ook of het lidwoord een bepaald of een onbepaald lidwoord is.
Slide 4 - Open question
Doel van de les:
Ik kan woorden die eindigen op -t/-d goed spellen.
Slide 5 - Slide
Hoe weet je of het woord met een -d of -t moet?
De verlengproef: het woord langer maken. (-en,-ig,-e)
Bijvoorbeeld hand. handen, handig, hande.
Slide 6 - Slide
Moet dit woord met een t of een d? brandwond/brandwont