Hoofdstuk 3: Sociale zekerheid en verzorgingsstaat in Nederland
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 3: Sociale zekerheid en verzorgingsstaat in Nederland
Slide 1 - Slide
In deze les
Lesdoel: Je kunt uitleggen waarom er na de oorlog een verzorgingsstaat werd opgebouwd.
Slide 2 - Slide
Welke groepen mensen kwamen in de 19e eeuw in de problemen?
Vooral de arbeiders in de grote steden hadden het slecht;
Mannen, vrouwen en kinderen vanaf 12 jaar werkten in de fabrieken;
Goede werkomstandigheden?
Als je niet kon werken, had je geen inkomen. Je moest dan geholpen worden door familie, door kerken of door liefdadigheid van rijken.
Slide 3 - Slide
Hoe reageerde de politiek op de toename van het aantal armen?
Er waren geen sociale wetten (wetten die de gevolgen van armoede, ziekte, ouderdom en werkloosheid bestrijden);
De armenwet wordt ingevoerd in 1854;
Men was bang voor diefstal en rellen;
Alleen armen die niet gesteund werden door de kerk of door familie, kregen hulp.
Slide 4 - Slide
Hoe reageerde de politiek op de toename van het aantal armen?
Liberalen: vonden dat vrijheid goed was voor de burgers en de samenleving. Zij vonden dat iedereen voor zichzelf moest zorgen.
Socialisten: vonden dat iedereen gelijkwaardig is en dat de regering meer moest doen om de arbeiders te helpen. Armoede was volgens hen de schuld van de rijke fabrieksdirecteuren.
Confessionelen: katholieken en protestanten die vanuit het geloof een politieke partij oprichtten. Als je arm was, had God dat zo gemaakt en moest je dat accepteren.
Slide 5 - Slide
Wat veranderde in de armenzorg rond 1900?
In 1873 ging het erg slecht met de economie en verloren veel mensen hun baan = meer armoede;
In 1874 kwam het Kinderwetje van Van Houten;
Meer wetten in 1900: de Leerplichtwet, de Ongevallenwet en de Woningwet.
Slide 6 - Slide
Welke gevolgen had de economische crisis in Nederland?
In 1929 brak in de Verenigde Staten een grote economische crisis uit;
Bedrijven konden hun producten niet meer verkopen = minder produceren = arbeiders ontslaan;
De werkloosheid nam toe;
In 1931 begon de steunverlening;
Mensen tussen de 21 en 60 jaar die buiten hun schuld werkloos waren, kregen een uitkering;
Mensen kwamen terecht in de werkverschaffing.
Slide 7 - Slide
Hoe reageerde de regering op de crisis?
Veel werklozen hadden het slecht;
Minister-president Colijn koos voor een aanpassingspolitiek;
De regering ging minder geld uitgeven;
Maar... daardoor kregen de mensen ook minder steun.
Slide 8 - Slide
Hoe leidde de crisis tot onrust in de samenleving?
Veel werklozen schaamden zich voor hun situatie;
Er waren protesten tegen de armoede, de vernederingen en de maatregelen van de regering;
Bijvoorbeeld: de Jordaanoproer.
Slide 9 - Slide
Welke maatregelen nam de overheid na de Tweede Wereldoorlog?
In 1948 krijgt Nederland voor het eerst een socialistische minister-president: Willem Drees. Hij was leider van de PVDA
Crisis kon leiden tot gevaarlijke situaties en weinig vertrouwen in de overheid: Duitsland als voorbeeld
Dit moest voorkomen worden
Slide 10 - Slide
Drees wil een verzorgingsstaat
NL moest na WO2 opnieuw opgebouwd worden
Drees gaf leiding aan een regering bestaande uit socialisten en confessionelen
Zij vonden dat niemand in echte armoede moest leven
Alle burgers moesten voorzien worden van een inkomen en gezondheidszorg als dit nodig was
De opbouw van de verzorgingsstaat
Dit werd mogelijk gemaakt door de economische groei en steun vanuit de Verenigde Staten
Slide 11 - Slide
Drees wil een verzorgingsstaat
Drees wil om twee redenen een verzorgingsstaat opbouwen:
Leider van een socialistische partij (PVDA). Zij willen veel sociale wetten
Hij wilde voorkomen dat mensen ontevreden waren. Ontevredenheid kon tot wantrouwen leiden. Dit kon gevaarlijk zijn voor de democratie
Slide 12 - Slide
Hoe zag de verzorgingsstaat eruit?
Nieuwe wetten die verschillende groepen recht gaven op een uitkering:
De Werkloosheidswet (WW)
De Algemene Ouderdomswet (AOW)
De Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW), werd later de Nabestaandenwet (ANW)
Door de verzorgingsstaat had iedereen sociale zekerheid.
Dit betekent dat je recht hebt op hulp van de overheid.
Slide 13 - Slide
Welke problemen ontstonden er in de verzorgingsstaat?
Door een economische crisis in de jaren '70 werden steeds meer mensen werkloos;
De uitgaven van de overheid stegen terwijl de inkomsten juist daalden;
Sommige mensen maakten misbruik van de uitkeringen.
Slide 14 - Slide
Ruud Lubbers
(Minister-president van:1982-1994)
Slide 15 - Slide
Welke problemen ontstonden er in de verzorgingsstaat?
Onder minister-president Ruud Lubbers (1982-1994) kwamen er een aantal maatregelen om de verzorgingsstaat weer betaalbaar te maken:
De regels voor het krijgen van een uitkering werden strenger