vragen hoofdstuk 5

vragen hoofdstuk 5
1 / 38
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

vragen hoofdstuk 5

Slide 1 - Slide

Wat is een Blitzkrieg?
A
Zo snel mogelijk wapens maken
B
Zo snel mogelijk tanks naar het front krijgen
C
Zo snel mogelijk, zoveel mogelijk land veroveren
D
Zo lang mogelijk niet vechten

Slide 2 - Quiz

de Battle of Britain: waarom mislukte deze?
A
De R.A.F had veel meer vliegtuigen
B
De Duitse piloten schoten vaak mis
C
De Engelse bevolking wilde niet opgeven en vertrouwde op de overwinning
D
De R.A.F had goede piloten, de bevolking steunde de regering

Slide 3 - Quiz

Operatie Barbarossa was....
A
De aansluiting van Oostenrijk bij Duitsland
B
De inval van de geallieerden bij Normandië
C
Het verlies van de Nazi's bij Stalingrad
D
De inval van de Nazi's in de Sovjet Unie

Slide 4 - Quiz

Bekijk de afbeelding:
Op welke kaart is operatie
Barbarossa
te zien?
A
kaart 1
B
kaart 2
C
kaart 3
D
kaart 4

Slide 5 - Quiz

Zet de juiste leider bij het juiste land. 
Verenigde Staten
Engeland
Sovjet-Unie
Churchill
Stalin
Roosevelt

Slide 6 - Drag question

De Tweede Wereldoorlog begon in                  met de Duitse aanval op                      In                       veroverde Duitsland onder andere de landen                              ,
                      en                      Een jaar later, in                     viel Hitler de                          aan. De bondgenoten die tegen Duitsland vochten noemen we de     
België
Frankrijk
Nederland
Polen
Tsjechië
Sovjet-Unie
1939
1940
1941
1942
Geallieerden

Slide 7 - Drag question

De slag om Stalingrad begon in 1942. Waarom was de slag om Stalingrad een keerpunt in de oorlog?
A
Duitsland kon eindelijk verder Rusland in
B
Duitsland werd voor het eerst echt verslagen
C
Stalin ging meevechten in de oorlog
D
Amerika ging Rusland helpen, waardoor Duitsland hier verloor

Slide 8 - Quiz

wat is D-day?
A
dat de geallieerden landen op Normandië.
B
dat Duitsland Nederland aanviel.
C
dat we zijn bevrijd.
D
De periode van de Berlijnse muur.

Slide 9 - Quiz

Market Garden
Blitzkrieg
D-Day

Slide 10 - Drag question

Geef per kaart aan om welke gebeurtenis het gaat door te slepen. Let op! Er blijft één gebeurtenis over:
Operatie Overlord, ook wel D-Day genoemd.
de Duitse aanval waarmee de Tweede Wereldoorlog begint.
de Slag om Stalingrad die gewonnen wordt door de Sovjetlegers.
het begin van Operatie Barbarossa.
West-Europese landen worden door Duitse legers bezet. 

Slide 11 - Drag question

Vat samen.
Vul de juiste jaartallen en woorden in. Zet de woorden die je niet gebruikt in de prullenbak. 
In het jaar                 begon de Tweede Wereldoorlog. Duitsland veroverde grote delen van Europa in een                                . In de Sovjet-Unie begonnen de Duitsers te verliezen toen het daar                        werd. In het jaar                 was D-Day. De legers van de                                                   vielen het Duitse leger aan in                                         . In het jaar                 pleegde Hitler zelfmoord en was de oorlog in Europa voorbij. 
1939
1940
1944
1945
Blitzkrieg
donker
Frankrijk
geallieerden
intimidatie
oorlog
propaganda
Russen
terreur
verzet
winter

Slide 12 - Drag question

Wanneer was het bombardement op Rotterdam?
A
10 mei 1940
B
14 mei 1940
C
14 april 1941
D
10 mei 1941

Slide 13 - Quiz

Welke term past het beste bij de bezetting van Nederland.
A
Blitzkrieg
B
totalitaire staat
C
fascisme
D
monarchie

Slide 14 - Quiz

Welke gevolgen had het bombardement. Geef je antwoord voor de Rotterdammers en voor heel Nederland.

Slide 15 - Open question

Hierna: uitleg De bevrijding van Nederland in 1945.
Sleep de woorden naar de juiste plek in de afbeelding:
Collaboratie:
Verzet:
Aanpassing:

Slide 16 - Drag question

Zet de zinnen bij de juiste vraag.
Mensen die in het verzet zaten.
Mensen die collaboreerden
Hoe deden ze dat?
Hoe deden ze dat?
Waarom deden ze dat?
Waarom deden ze dat?
Ze hoorden bij een groep die door de Duitsers werden vervolgd
Ze vonden het goed dat de Duitsers de macht hadden in Nederland.
Ze waren tegen de ideeën van Hitler. 
Ze waren bang voor de gevolgen als ze de Duitsers niet zouden helpen.
Ze hielpen mensen met onderduiken.
Ze werden er zelf beter van. Ze verdienden bijvoorbeeld geld door met de Duitsers te handelen. 
Ze werden lid van de NSB.
Ze maakte en verspreidde illegale kranten.
Ze vertelden de Duitsers waar Joden ondergedoken zaten. 

Slide 17 - Drag question

Wat is 'operatie 'Market Garden'?


A
Een bomaanslag op een tuinmarkt
B
Een tegenaanval van de Duitsers
C
Een plan om ver in het bezette gebied een paar bruggen te veroveren .
D
Het springen van parachutisten vlak bij de Belgische grens

Slide 18 - Quiz

Wat is de Hongerwinter?
A
De winter in West-Nederland van 44-45.
B
De winter in Oost-Duitsland van 45-46.
C
De winter in de USSR van 44-45.
D
De winter in Pearl Habor van 41-42

Slide 19 - Quiz

De                              begon in november 1944. Oorzaak hiervan was de verloren Slag bij                 . De Duitsers                                              Noord- en West-Nederland. Meer dan                mensen kwamen om tijdens de                                    . 
Hongerwinter
Hongerwinter
Arnhem
Rotterdam
blokkeerden uit wraak
20.000

Slide 20 - Drag question

LD: Zet de gebeurtenissen in chronologische volgorde.
Eerst...
Dan...
Daarna...
Vervolgens...
Ten slotte...
De Duitsers sloten de voedselvoorziening naar West-Nederland af.
Zuid-Nederland werd bevrijd.
D-Day vond plaats.
De Hongerwinter vond plaats.
Heel Nederland was bevrijd.

Slide 21 - Drag question

Lid worden van de NSB is gelijk aan:
A
collaboreren met de Duitsers
B
Aanpassen aan de Duitsers
C
verzet plegen tegen de Duitsers

Slide 22 - Quiz

Wat is een ander woord voor de moord op de 6 miljoen Joden?
A
Geschiedenis
B
Halogeen
C
Holocaust
D
Holokaust

Slide 23 - Quiz

Kamp Westerbork was een concentratiekamp
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Het systematisch verwijderen en op transport zetten van Joden naar kampen noemen we deporteren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Uit Nederland zijn relatief veel Joden verdwenen tijdens de oorlog
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Bekijk de afbeelding.
Waarom gaan deze kinderen alleen weg zonder hun ouders.
A
Ze worden naar een concentratiekamp gebracht.
B
Ze worden geëvacueerd uit de steden vanwege de bombardementen.
C
Ze gaan op vakantie
D
Ouders mochten niet reizen.

Slide 27 - Quiz

Wat was geen reden voor het feit dat er maar weinig Duitsers in verzet kwamen tegen de Duitse dictatuur.
A
Je kon makkelijk worden opgepakt door de Gestapo
B
Door de propaganda geloofde mensen in Hitler.
C
Als je je verzette kon je in een concentratie kamp komen.
D
Operatie Walkure mislukte.

Slide 28 - Quiz

Geef per omschrijving aan welke naam daarbij hoort door te slepen.
Let op! Er blijft één naam over. 
Hierna: filmpje 'Hoe heeft Nazi-Duitsland als totalitaire staat totale controle over de Duitse bevolking ?'- Jort (+ 4 min)
een door Hitler opgerichte knokploeg om partijvergaderingen van de
NSDAP te beschermen.
een jeugdorganisatie om meisjes voor te bereiden op hun taak in de
maatschappij.
een organisatie die bekend staat als de geheime politie in nazi-Duitsland. 
een organisatie die onder andere concentratie- en
vernietigingskampen bewaakte.
Bund Deutscher Mädel
Gestapo.
Hitlerjugend.
SA.
SS.

Slide 29 - Drag question

Welke zinnen zijn waar of niet waar in een rechtsstaat? Zet het juiste woord in de tabel. 
1. Rechters zijn onafhankelijk.
2. Iedereen mag een politieke partij of vereniging oprichten.
3. Je mag niet zeggen dat je het oneens bent met de regering. Als je dat toch doet, kan de rechter je bestraffen. 
4. De regering mag een partij of vereniging verbieden die discrimineert. 
waar
waar
waar
waar
niet waar
niet waar
niet waar
niet waar

Slide 30 - Drag question

Zeg in je eigen woorden wat een dictatuur is.

Slide 31 - Open question


Bondgenootschappen Tweede Wereldoorlog
As-mogendheden
Geallieerden
Neutraal
Rusland
Italië
Japan
VS
Groot-Brittannië
Duitsland
Frankrijk
Nederland

Slide 32 - Drag question

Sleep de zinnen naar het goede vak.
Geen reden waarom Japan Nederlands-Indië veroverde.
Een reden waarom Japan Nederlands-Indië veroverde. 
Duitsland had Japan opdracht gegeven voor deze verovering.
De Japanners wilden een groot rijk stichten.
Nederlands-Indië  was oorspronkelijk Japans.
Er woonden veel Japanners in Nederlands-Indië .
Ze hadden grondstoffen, zoals olie nodig voor de oorlog.

Slide 33 - Drag question

Wat zijn politionele acties?

Slide 34 - Open question

Op welke twee Japanse steden werd een atoombom gegooid?
A
Hiroshima & Tokio
B
Nagasaki & Kyoto
C
Hiroshima & Nagasaki
D
Tokio & Osaka

Slide 35 - Quiz

Waarom gooiden de Amerikanen een atoombom op Japan?
A
Ze wilden aan de wereld laten zien dat ze atoombommen hadden
B
Ze wilden de invasie van Japan makkelijker maken
C
Ze wilden er de Japanse keizer mee vermoorden
D
Ze wilden meer Amerikaanse slachtoffers voorkomen

Slide 36 - Quiz

VS gooien atoombom op Nagasaki
VS verklaren Japan de oorlog
Japan begint met veroveren delen van China
Japan capituleert
Japan valt Pearl Harbor aan
Japan verovert Indonesië

Slide 37 - Drag question

Lees Nederlands-Indië wordt Indonesië. Zet de juiste woorden in de tekst. Doe de woorden die je niet gebruikt in de prullenbak. 
Heel veel mensen in Indonesië wilde een onafhankelijk land. Ze richtte daarvoor een                                 partij op. De leider van deze partij was                               
Nadat Japan de oorlog verloren had riep hij de                                             uit. 
Nederland was het hier niet mee eens en stuurde soldaten. Ze noemde dit 
                                            . In                      erkende Nederland dat Indonesië een onafhankelijk land was en geen                                              van Nederland meer. 
nationalistische
Soekarno
onafhankelijkheid
politionele acties
1949
kolonie
1945
Hatta

Slide 38 - Drag question