H4 Ongelijkheid

H4 Ongelijkheid
1 / 53
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H4 Ongelijkheid

Slide 1 - Slide

Planning tot de toetsweek
Bekijk de werkwijzer op magister!

PW Hoofdstuk 4 - Ongelijkheid
Project 'Arm en rijk' (Verslag en presentatie)
Geen toets in de toetsweek

Slide 2 - Slide

Wat zie je?

Slide 3 - Slide

Over de foto..
Nee, dit is geen voor en na foto. 
Dit is een grens tussen een rijke en een arme buurt.

Grote verschillen in arm en rijk vinden we veel meer op de wereld. 
Niet alleen tussen verschillende landen, maar ook binnen een land. Daar gaat hoofdstuk 4 over.

Slide 4 - Slide

Waar denk jij aan bij 'arm en rijk'?

Slide 5 - Mind map

Bekijk de foto. Je krijgt hierover zo een vraag.

Slide 6 - Slide

Is de foto gemaakt in een arme of rijke wijk? Leg je antwoord uit. (waarom?)

Slide 7 - Open question

Bekijk de foto. Je krijgt hierover zo een vraag.

Slide 8 - Slide

Deze foto liet zowel rijk als arm zien. In welk werelddeel denk je dat deze foto is genomen?

Slide 9 - Open question

Bekijk de foto. Je krijgt hierover zo een vraag.

Slide 10 - Slide

Is de foto gemaakt in een arme of rijke wijk? Leg je antwoord uit.

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Video

Waar denk je tijdens dit hoofdstuk over te leren?

Slide 13 - Open question

§4.1 Welvaart in de wereld

Slide 14 - Slide

Leerdoelen
Ik kan vertellen over welvaart:
  • de welvaart meten

Slide 15 - Slide

Welvaart is:
A
Inkomen
B
Macht
C
Geluk

Slide 16 - Quiz

Welvaart
De welvaart geeft aan hoe het met een land gaat op basis van hoeveel geld er verdient wordt.



Hierbij gebruik je het: bbp/hoofd

Welvaart in Europa
In West-Europa is er meer welvaart dan in Oost-Europa. 
Er wordt in West-Europa meer geld verdiend. 

Slide 17 - Slide

Bruto Binnenlands Product
Het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking geeft aan hoeveel geld mensen gemiddeld per persoon verdienen.


Slide 18 - Slide

In Luilekkerland zijn in 2025 de totale inkomsten 5 miljard euro. Er wonen in dit land 2 miljoen mensen. Wat is het bbp per hoofd?

Slide 19 - Open question

Wat is welvaart en hoe kan je het meten?

Slide 20 - Open question

Aan de slag!
Lezen: 4.1 - Welvaart
Maken: opdrachten 1 & 2

Na 10 minuten gaan wij de opdrachten bespreken. 


timer
15:00

Slide 21 - Slide

§4.1 Welvaart in de wereld

Slide 22 - Slide

Leerdoelen
Ik kan vertellen over welvaart:
  • de welvaart meten
  • de welvaart op de wereld in drie groepen verdelen
  • het verband tussen welvaart en beroepsbevolking

Slide 23 - Slide

lage-inkomenslanden
midden-inkomenslanden
hoge-inkomenslanden
Drie soorten landen 

Slide 24 - Slide



  • mensen die kunnen & willen werken = beroepsbevolking
  • beroepsbevolking groter dan werk = werkeloosheid
  • werklozen horen ook bij beroepsbevolking (uitkering)
Beroepsbevolking

Slide 25 - Slide

Drie soorten landen 
1 Lage-inkomenslanden = periferie 
Veel mensen hebben minder dan €1,70 per dag te besteden. Zij leven onder de: armoedegrens
Veel mensen werken in de: landbouw


2 Midden-inkomenslanden = semiperiferie 
Veel mensen ingeënt tegen ziekten, elektriciteit in huis en een telefoon. Niet genoeg goede ziekenhuizen, weinig mensen kunnen op vakantie.
Veel mensen werken in de: industrie

3 Hoge-inkomenslanden = centrumlanden
Genoeg eten en schoon drinkwater, veel mensen kunnen op vakantie.
Veel mensen werken in de: diensten

Slide 26 - Slide

Welvaart
A
Geluk
B
Werk
C
Rijkdom
D
Armoede

Slide 27 - Quiz

Wat is het bbp?
A
Inkomen van de wereld
B
Inkomen van een inwoner
C
inkomen van een land
D
Hoeveel er in Nederland verdient wordt

Slide 28 - Quiz

Een land heeft 20 inwoners.
Het totale BBP is 100.000 euro.
Wat is het BBP/hoofd?

Slide 29 - Open question

Centrumland?
A
rijk
B
arm
C
tussenin

Slide 30 - Quiz

De armoedegrens....
A
verschilt per land
B
is voor ieder land gelijk

Slide 31 - Quiz

Aan de slag!
Lezen: 4.1 - Welvaart
Maken: opdrachten 3 t/m 5

Na 15 minuten gaan wij de opdrachten bespreken. 

Opdracht 6 is huiswerk.
timer
15:00

Slide 32 - Slide

Is geld het belangrijkste om een goed leven te hebben?
Ja!
Nee, gezondheid is belangrijker.
Nee, maar een beetje geld is wel handig

Slide 33 - Poll

Welzijn

Slide 34 - Slide

Leerdoelen
Ik kan vertellen over welzijn
  • het welzijn meten
  • begrijp je de relatie tussen gezondheid, onderwijs en inkomen
  • welke verschillen in welzijn er voorkomen in de wereld.


Slide 35 - Slide

Welzijn
Om het welzijn in een land te meten moet je kijken naar de leefomstandigheden van de mensen. 

Slide 36 - Slide

Om welzijn te meten kijk je naar 2 onderdelen:
De gezondheid van de inwoners. 
Hoe oud worden mensen gemiddeld? -> Levensverwachting
Kan je naar het ziekenhuis als je ziek bent?
Onderwijs
Heel mensen kunnen er lezen en schrijven? 
Dit wordt uitgedrukt in de alfabetiseringsgraad, hieraan kun je zien hoeveel mensen boven de 15 jaar kunnen lezen en schrijven.

Inkomen
Gezondheid
Onderwijs

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Wat is welzijn?
A
Dat geeft aan of het goed met iemand gaat.
B
Genoeg geld hebben en goed kunnen voorzien in je behoeften.

Slide 39 - Quiz

Welk land heeft een zeer slecht welzijn?

A
Mexico
B
Mozambique
C
Spanje
D
Rusland

Slide 40 - Quiz

Welzijn gaat niet over ...
A
De gezondheid van mensen
B
Het inkomen van mensen
C
Het onderwijs dat mensen volgen
D
De voedselzekerheid die mensen hebben

Slide 41 - Quiz

Aan de slag!
Lezen: 4.2 - Welzijn
Maken: opdrachten 2 t/m 5

Na 15 minuten gaan wij de opdrachten bespreken. 

Opdracht 6 is huiswerk.
timer
20:00

Slide 42 - Slide

§4.3 Ongelijkheid in landen

Slide 43 - Slide

Leerdoelen
Als je klaar bent met deze paragraaf:
• weet je het verschil tussen sociale ongelijkheid en regionale ongelijkheid;
• kun je verklaringen geven voor sociale ongelijkheid en regionale ongelijkheid in landen;
• kun je het verschil tussen de formele sector en de informele sector uitleggen.

Slide 44 - Slide

Welvaart 
Welzijn

Slide 45 - Drag question

Combineer de juiste welzijnsniveaus 
Hoge welzijn
Erg lage welzijn
Redelijk lage welzijn

Slide 46 - Drag question

Wat is alfabetisme?
A
Het leren van vreemde talen.
B
Het vermogen om te rekenen.
C
Het vermogen om muziek te spelen.
D
Het vermogen om te lezen en schrijven.

Slide 47 - Quiz

Ongelijkheid tussen mensen
  • Sociale ongelijkheid = verschillen in welvaart tussen mensen in een land.

  • Vooral in lage-inkomenslanden is de sociale ongelijkheid het grootst. Een grote groep leeft onder de armoedegrens, terwijl een kleine groep mensen een hoog inkomen heeft.
Hoe is sociale ongelijkheid hier te herkennen?

Slide 48 - Slide

Ongelijkheid tussen gebieden
  • Regionale ongelijkheid = het verschil in welvaart tussen gebieden in een land.

  • In veel lage-inkomens en midden-inkomenslanden is het verschil tussen regio's onderling zeer groot. Soms is dit verschil tussen regio's ook te zien in hoge-inkomenslanden.

Slide 49 - Slide

Hoe herken je regionale ongelijkheid op de kaart?

Slide 50 - Open question

Werk
  • Er zijn twee sectoren in de economie:
1. Formele sector: officiële deel van de economie in een land. In hoge-inkomenslanden werkt bijna iedereen in deze sector.
2. Informele sector: niet-officiële deel van de economie in een land. Deze sector is het grootst in arme landen, zoals: schoenpoetser.

  • Wat zijn kenmerken van de informele sector:
- bij ziekte geen geld;
- wisselend inkomen;
- geen belasting betalen;
- niet officieel.

Slide 51 - Slide

Formele sector
Informele sector

Slide 52 - Drag question

Aan de slag!
Lezen: 4.3 'Ongelijkheid in landen'
Maken: opdrachten 2 & 3

Na 10 minuten gaan wij de opdrachten bespreken. 

Huiswerk: Opdracht 2 t/m 6 
timer
20:00

Slide 53 - Slide