Bijeenkomst 5

Training kijken als sociaal werker




Bijeenkomst 5
Trainer: Pelin Temiz
September 2021
1 / 28
next
Slide 1: Slide
social workHBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Training kijken als sociaal werker




Bijeenkomst 5
Trainer: Pelin Temiz
September 2021

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Korte herhaling
  • Spel
  • Confirmation Bias
  • Observer Bias
  • Halo en Horn effect

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben jullie onthouden:
Referentiekaders

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Kan veranderen, niet veroordelen

Slide 4 - Slide

Kort herhalen vorige week.
Door welke bril kijk je – ref kaders. Probleem is dat het grotendeels onbewust is. Vandaag gaan we in het 2e gedeelte vd les delen van ons persoonlijk referentiekader in kaart proberen te brengen. In het eerste gedeelte vd les gaan we in op processen die onze waarneming onbewust sturen en die van belang zijn om bewust van te zijn als sociaal werker

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Observator Bias
  • Observator-bias: de fouten die een observator maakt bij zijn observaties. Letterlijk betekent het: de afwijking van de observator
  • Gericht op bepaald gedrag of cliënt positiever inzien dan een ander cliënt 

- Aandachts
- Selectie
- Perceptie
- Plaats
- Tijd
- Wat vooraf ging
- Persoonlijke omstandigheden

Slide 6 - Slide

Bij observeren probeer je zo objectief mogelijk te zijn, maar objectiviteit bestaat niet. In eerdere lessen al gehad over dat in de perceptie en selectie van prikkels grote verschillen bestaan in wat mensen waarnemen. We selecteren prikkels, die hebben te maken met waar we de aandacht op richten. Hoe we de prikkels decoderen (vertalen) hangt weer samen met vorige ervaringen en associaties. We kunnen alleen zo objectief mogelijk oberveren en daarbij helpt het om een plan voor observeren te bedenken 
Spel 2, 4, 8

Slide 7 - Slide

Ik geef jullie 3 nummers en ik heb een regel in gedachte waar die nummers aan voldoen. De manier waarop je informatie kunt verzamelen is 3 nummers te noemen die aan de regel voldoen die ik in mijn hoofd heb. En daarop zeg ik: Ja dat volgt mijn regel, of ik zeg nee, dat volgt niet mijn regel. En dan kun je vervolgens een gok doen wat mijn regel zal zijn. Ok?
Drie nummers zijn: 2 4 8. Je hoeft niet mijn sequence te vervolgen.
Wat hier interessant is, is dat iedereen een regel in gedachten neemt: namelijk x 2 en alleen maar nummers zeggen die bij de regel passen. Ik wil juist een set van nummers horen die niet jullie regel zouden volgen. Je vraagt altijd iets, waarop je verwacht dat het antwoord ja is.
Numbers in increasing order is the rule.
Black swan is een metafoor voor het onbekende en het onverwachte. We hadden een theorie in de wereld dat alle zwanen wit zijn. Elke keer als je een witte zwaan ziet denk je, ja de theorie klopt. Maar je kan nooit een theorie als ‘waar’ bewijzen. Je kan alleen bewijzen dat iets niet waar is.

Confirmation Bias
  • Confirmation Bias: voorkeur voor bevestiging
  • Verwijst naar de neiging van mensen om meer aandacht en waarde te hechten aan informatie die de eigen ideeën of hypotheses bevestigt
  • Tegelijkertijd is er de neiging om minder aandacht te besteden aan informatie die eigen ideeën tegenspreekt.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat observeer je?

Slide 11 - Slide

 Een yoga docent ziet hier veel meer in dan anderen.
Hier blijkt dat een gebrek aan kennis ook een gebrek aan observatie ruimte betekent. Observeren gaat namelijk bijna altijd over herkennen. Kennis is bij de observatie dus een tweesnijdend zwaard.

Gespannen schouders
Onderrug is gebogen
Kuiten niet parallel aan de mat
Nek niet aligned met spine
Voeten niet geflexed
Core niet actief

Spel

Slide 12 - Slide

Wie heeft een gelukkigere relatie denk je? Eerste ingeving?
Wie denk je dat er een betere baan heeft
Wie heeft meer vrienden
Wie verdient meer geld
Wie heeft een gelukkigere relatie
Wie woont in een mooier huis

Halo en Horn effect
Halo effect: de neiging om een persoon met een aantal prettige kenmerken (volgens beoordelaar) nog veel meer positieve eigenschappen toe te dichten.

Horn effect: de neiging om een persoon met een aantal vervelende kenmerken (volgens beoordelaar) negatief beoordelen.

Gevaar:  zien wat je wilt zien

Slide 13 - Slide

Halo categorie: positieve reactie als je die persoon ziet.
Als die persoon een foutje maakt, neiging om door de vingers te zien.
Reactie op persoon in Halo categorie is ook anders. Als iemand met de deur gooit, de neiging om meer begrijpend te denken. Hij zal er wel een reden voor hebben. Terwijl bij Horn categorie je miss veel sneller zal veroordelen.

1

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

00:22
Wie verdiend er meer?
Max
Paul

Slide 20 - Poll

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

Inter, met zn alle vergroten
Intra, alleen

Kortom; hoe denken we nu over observeren als ‘objectief observeren’? Zo is het toch, zo objectief mogelijk?
Samenvatten: hoe kunnen we het zo objectief mogelijk maken (en daarmee de betrouwbaarheid vergroten?). Door training en duidelijke afspraken over doelstellingen, observatievragen, operationaliseringen, concrete gedragingen en observatieformulieren kun je beide observatiebetrouwbaarheden vergroten.
En bewust zijn van je referentiekader! Gaan we nu dieper naar kijken.

Eigen referentiekaders
  • Door welke bril kijk ik?
  • Aan de slag met deelproduct 2: Collage

Slide 22 - Slide

 Jullie gaan in het laatste deel van vandaag, en volgende week jullie eigen referentiekader vormgeven en dus nog beter leren kennen. Dat doen jullie zowel in beeld als in tekst.
 Ter voorbereiding krijgen jullie zometeen een blad met daarop het montuur van een bril. Jouw referentiekader is als een bril, die je op hebt en waardoor jij de wereld bekijkt. Aan jullie de opdracht om vandaag vooral dat montuur inhoud te geven. Oftewel: wat heeft invloed op hoe jij kijkt? Of wat zou invloed kunnen hebben op hoe jij kijkt? Je beschrijft daar dus in steekwoorden welke normen, waarden, denkbeelden, ervaringen en vooroordelen jouw kijken zouden kunnen beinvloeden. Elke bril ziet er als het goed is anders uit, maar er zullen ook overeenkomsten zijn.
 Op het blad staan een aantal hulpvragen die je op weg helpen. Maar deze hoef je niet te volgen. Ga vooral zelf aan de slag.
 Vertel dat dit een voorbereiding is op een collage die zij gaan presenteren in de laatste bijeenkomst. Tevens moet die collage en de uitleg van die collage terugkomen in hun eindverslag.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Vat de les samen in je eigen woorden

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Sta stil bij hoe je naar de wereld kijkt. Elke keer dat je een mening vormt: waar is dat dan op gebaseerd? Wat zegt dit over jouw referentiekader?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions