De Eindexamenquiz
1 / 34
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Dierlijke cel
Schimmelcel
Bacteriecel
Plantencel
Slide 3 - Drag question
Celkern
Cytoplasma
Bladgroenkorrel
Celmembraan
Celwand
Vacuole
Slide 4 - Drag question
Producent
Consument
Reducent
Slide 5 - Drag question
Slide 6 - Slide
Neusholte
Keelholte
Luchtpijp
Bronchiën
Luchtpijptakje
Longblaasjes
Middenrif
Slide 7 - Drag question
Waar wordt gal gemaakt?
A
Lever
B
Galblaas
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Zet de organen van
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde.
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde.
Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige
darm
darm
Maag
Slide 10 - Drag question
Fotosynthese
Verbranding
Slide 11 - Drag question
Maak de reactievergelijking van verbranding.
+
+
verbranding
koolstofdioxide
zuurstof
water
glucose
Slide 12 - Drag question
Longen
Tracheeën
Kieuwen
Longen en huid
Slide 13 - Drag question
Voedingsstoffen die moeten worden verteerd
Voedingsstoffen die niet worden verteerd
Mineralen
Zetmeel
Water
Eiwitten
Vetten
Vitaminen
Koolhydraten
Slide 14 - Drag question
Tandglazuur
Kaak
Tandvlees
Tandbeen
Bloedvaten en zenuwen
Slide 15 - Drag question
Waarmee toon je zetmeel aan?
A
Koolstofdioxide
B
Kalkwater
C
Jood-oplossing
D
Gal
Slide 16 - Quiz
Waarmee toon je koolstofdioxide aan?
A
Jood-oplossing
B
Water
C
Kalkwater
D
Alvleessap
Slide 17 - Quiz
Hoe noem je een stof waarmee je een andere stof aantoont?
A
Dictator
B
Indicator
C
Jood-oplossing
D
Kalkwater
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Vagina
Blaas
Urineleider
Eileider
Baarmoeder
Eierstok
Slide 20 - Drag question
Gevoelig voor prikkels.
Hier vindt de ontwikkeling van eicellen plaats.
Hier vindt de ontwikkeling van het ongeboren kind plaats.
Hier komt het sperma bij de geslachtsgemeenschap.
Vervoeren van eicellen.
Vormen slijm waardoor de toegang tot de vagina gladder wordt.
Elk orgaan van het vrouwelijke voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.
Kies bij elke taak het juiste orgaan.
eierstokken
binnenste schaamlippen
baarmoeder
clitoris
eileiders
vagina
Slide 21 - Drag question
teelbal
zwellichaam
prostaat
zaadblaasje
bijbal
Slide 22 - Drag question
aanmaken van zaadcellen
gevoelig voor prikkels
kunnen zich vullen met bloed
tijdelijk opslaan van zaadcellen
vervoeren zaadcellen
voegen vocht toe aan de zaadcellen (twee organen)
Elk orgaan van het mannelijk voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.
Kies bij elke taak het juiste orgaan.
prostaat
bijbal
eikel
zaadblaasje
teelbal
zwellichaam
zaadleider
Slide 23 - Drag question
Slide 24 - Slide
Onderdelen van de huid
bloedvat
Haar
Kiemlaag
Haarzakje
Haarspiertje
onderhuidsbindweefsel
Zweetklier
hoornlaag
talgklier
Slide 25 - Drag question
Nieren : sleep de onderdelen naar de juiste plaats
Niermerg
nierschors
urineleider
nierslagader
nierader
nierbekken
Slide 26 - Drag question
Blaas
Urineleider
Nier
Urinebuis
Slide 27 - Drag question
Slide 28 - Slide
Gehoorgang
Trommelvlies
Slakkenhuis
Evenwichtsorgaan
Buis van Eustachius
Slide 29 - Drag question
iris
netvlies
lens
blinde vlek
pupil
oogzenuw
Slide 30 - Drag question
Schakelcel
Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel
Slide 31 - Drag question
Slide 32 - Slide
nierslagader
aorta
leverader
longslagader
darmslagader
longader
holle ader
poortader
Slide 33 - Drag question
aorta
longslagader
longader
bovenste holle ader
onderste holle ader
linkerboezem
linkerkamer
rechterboezem
rechterkamer
hartklep
hartklep
halve maanvormige klep
halve maanvormige klep
