Persoonlijke voornaamwoorden

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


Hoe vind je het persoonlijk voornaamwoord?

Slide 2 - Open question

De instrumenten zijn al oud, maar ze klinken nog prima!
Wat is in deze zin het persoonlijk voornaamwoord?
A
De instrumenten
B
zijn
C
oud
D
ze

Slide 3 - Quiz

Zou hij mensengeluiden kunnen nadoen?
Wat is in deze zin het persoonlijk voornaamwoord?
A
Zou
B
Hij

Slide 4 - Quiz


Ze kreeg gisteren een tas voor haar verjaardag.
A
Ze
B
gisteren
C
een tas
D
verjaardag

Slide 5 - Quiz

Welk instrument zou jij wel willen bespelen?

Slide 6 - Open question

De zangeres zingt een solo. Het klinkt erg goed!
A
De zangeres
B
een solo
C
Het
D
erg goed

Slide 7 - Quiz

Wij gaan naar het zwembad.
A
Wij
B
Het zwembad

Slide 8 - Quiz

Varkens zijn alleseters: ze eten zowel planten als vlees.
A
Varkens
B
alleseters
C
ze
D
als

Slide 9 - Quiz

Jullie ontvingen een uitbundig applaus van hem na jullie optreden!

Slide 10 - Open question

Joep heeft een spel gekregen. Hij wil het meteen spelen.
A
Joep
B
een spel
C
Hij
D
het

Slide 11 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van persoonlijke voornaamwoorden?

Slide 12 - Open question

Verzin nu zelf een zin waar een persoonlijk voornaamwoord in voorkomt.

Slide 13 - Open question

We gaan zelf een verhaal schrijven.
Onderwerp: verzin een schoolkamp zoals jij hem zou willen hebben.

Slide 14 - Slide