V2 §12 WS Zww, kww en hww in samengestelde zinnen

Grammatica
§12 WS zelfstandig werkwoord hulpwerkwoord
koppelwerkwoord

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammatica
§12 WS zelfstandig werkwoord hulpwerkwoord
koppelwerkwoord

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
* Je kunt het zww, hww en kww herkennen in samengestelde zinnen.
* Je weet wanneer een werkwoord een zww, een hww of een kww is.

Slide 2 - Slide

NG en WG samengevat
  • NG: Wat het onderwerp IS/WORDT/BLIJFT - noteer alle werkwoorden en zet het naamwoordelijke deel tussen [...] (dat zegt iets over het OW)

  • WG: Wat het onderwerp DOET/OVERKOMT - noteer alle werkwoorden + aan het, te, zich en het splitsbare deel van het werkwoord.

Slide 3 - Slide

Voorbeeld WG/NG
A Ik heb een heerlijke hotdog gegeten.
B Ik ben de Nederlands kampioen hotdogs eten. 

Iemand/ iets DOET iets in zin ...
Iemand/ iets IS iets in zin ...

Slide 4 - Slide

Deze band werd beroemd doordat Lisa prachtig zong en Brendan originele composities maakte.

Slide 5 - Slide

Deze band werd beroemd doordat Lisa prachtig zong en Brendan originele composities maakte.

Zin 1: Deze band werd beroemd. (HZ)
werd = kww, 'beroemd' zegt iets over 'deze band'

Zin 2: Lisa zong prachtig.  (HZ)
zong = zww

Zin 3: Brendan maakte originele composities. (HZ)
maakte = zww



Slide 6 - Slide

hww, zww of kww?
hww = kun je altijd uit de zin halen
zww = het belangrijkste werkwoord van een WG
kww = het belangrijkste werkwoord van een NG

Slide 7 - Slide


                                                                     zelfstandig ww


                                belangrijkste

                                          werkwoord

                                                                      koppelww

werkwoord dat je weg kunt laten



                               hulpwerkwoord

Slide 8 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
- hulpwerkwoord
- zelfstandig ww

Naamwoordelijk gezegde
- koppelwerkwoord
- hulpwerkwoord

Slide 9 - Slide

Hulpwerkwoorden...
- Hww-den staan nooit alleen in de zin.
- Er staat dus altijd een zww of een kww bij.
- Je kunt een hww altijd uit de zin halen zonder dat de betekenis van de zin verandert.
- Er kunnen meerdere hulpwerkwoorden in de zin staan.

Slide 10 - Slide

Zww of Kww?
Zww is het belangrijkste werkwoord in de zin waarin iemand of iets wat DOET/OVERKOMT.
Kww is het belangrijkste werkwoord in de zin waarin iemand of iets wat IS/BLIJFT/WORDT.
>> 9 koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen

Slide 11 - Slide

Uit onderzoek blijkt dat fijnstof in de longen en in de hersenen terechtkomt.
terechtkomt = ...

A
hww
B
zww
C
kww

Slide 12 - Quiz

Mensen lachen vooral omdat ze aardig willen doen tegen anderen.
willen =
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 13 - Quiz

Tijdens de voorstelling zouden we liever niet gestoord willen worden.
worden =
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 14 - Quiz

Emma wil graag de beste hockeyster van Nederland worden.

worden =
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 15 - Quiz

Zouden er voor de workshop van vanmiddag voldoende schorten zijn?

zijn =
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 16 - Quiz

Zouden er voor de workshop van vanmiddag voldoende schorten gekocht zijn?

zijn =
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 17 - Quiz

Dat hij de journalistiek in wilde, wist Jeroen Pauw al op de middelbare school.
wist =
A
hww
B
C
kww
D
zww

Slide 18 - Quiz

Dat hij de journalistiek in wilde, wist Jeroen Pauw al op de middelbare school.
wilde =
A
hww
B
C
kww
D
zww

Slide 19 - Quiz

Hoewel hij wel ontworpen is, heeft Nederland de snelweg A3 nooit aangelegd.
ontworpen = ...
A
hww
B
C
kww
D
zww

Slide 20 - Quiz

Hoewel hij wel ontworpen is, heeft Nederland de snelweg A3 nooit aangelegd.
is = ...
A
hww
B
C
kww
D
zww

Slide 21 - Quiz

Hoewel hij wel ontworpen is, heeft Nederland de snelweg A3 nooit aangelegd.
aangelegd = ...
A
hww
B
C
kww
D
zww

Slide 22 - Quiz

Hoewel hij wel ontworpen is, heeft Nederland de snelweg A3 nooit aangelegd.
heeft = ...
A
hww
B
C
kww
D
zww

Slide 23 - Quiz

Het cryptogram was mij vroeger een veel te moeilijke puzzelvorm.
was = ...
A
hww
B
C
kww
D
zww

Slide 24 - Quiz

In het algemeen blijken vooral meisjes deze lastige opgaven heel goed te maken.
blijken = ...
A
hww
B
C
kww
D
zww

Slide 25 - Quiz

Waarschijnlijk zijn die oude schoenen je inmiddels veel te klein geworden.
geworden= ...
A
hww
B
C
kww
D
zww

Slide 26 - Quiz

zww, kww of hww?
In deze zin is geworden het belangrijkste werkwoord. Dat kun je zien aan dat het een voltooid deelwoord is. In deze zin hebben we te maken met een NG. Dus is 'geworden', het belangrijkste werkwoord van de zin een 'kww'.

Slide 27 - Slide

Waarschijnlijk zijn die oude schoenen je inmiddels veel te klein geworden.
zijn= ...
A
hww
B
C
kww
D
zww

Slide 28 - Quiz

zww, kww of hww?
In deze zin is zijn een hulpwerkwoord. Het belangrijkste werkwoord is namelijk 'geworden'. We kunnen dat zien aan het voltooid deelwoord. Het belangrijkste werkwoord schuift namelijk op in de zin als er een hulpwerkwoord aan toe wordt gevoegd. 

Slide 29 - Slide