§7.2 radioactieve stoffen 2020

Samenstelling van het atoom
Kern
Neutronen en protonen
Rond de kern
Elektronen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Samenstelling van het atoom
Kern
Neutronen en protonen
Rond de kern
Elektronen

Slide 1 - Slide

leerdoelen
  • Opbouw van een atoom
  • Wat is een isotoop?
  • wat is het verschil tussen een atoomnummer en atoomgetal

Slide 2 - Slide

Samengevat
De kern van een atoom is opgebouwd uit protonen en neutronen.
  • Proton: positief
  • Neutron: neutraal (geen lading)
  • Elektron: negatief

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Onthouden:
  • Het atoomnummer = aantal protonen
  • Het massagetal = aantal protonen + neutronen
  • Het aantal elektronen is gelijk aan het aantal protonen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Het atoomnummer is het zelfde als...
A
Aantal elektronen
B
Aantal neutronen
C
Aantal protonen
D
Aantal neutronen + protronen

Slide 8 - Quiz

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel neutronen heeft natrium?
A
11
B
12
C
23
D
34

Slide 9 - Quiz

Isotopen
Atomen met hetzelfde aantal protonen maar met een verschillend aantal neutronen heten isotopen.


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Isotopen

Slide 12 - Slide

Wat is een isotoop?
A
zelfde atoom, andere massa
B
ander atoom, zelfde massa
C
zelfde atoom, ander atoomnummer
D
ander atoom, zelfde atoomnummer

Slide 13 - Quiz

Hiernaast de weergave van alfa-straling, ofwel een Helium-kern. Waar staan de getallen 2 en 4 voor?
A
2 voor het aantal protonen en 4 voor het aantal neutronen.
B
2 voor het aantal neutronen en 4 voor het aantal protonen.
C
2 voor het aantal protonen en 4 voor het massagetal.
D
2 voor het aantal neutronen en 4 voor het massagetal.

Slide 14 - Quiz

huiswerk
Ga nu naar Pulsar en maak alle vragen van §7.2. 
Ben je klaar kijk dan de antwoorden na. 
Goed? Teken een krul.
Fout? Verbeter je antwoord.
Schrijf boven elke bladzijde je volledige naam.

Slide 15 - Slide

Hier stuur je opgave 17 t/m 25 in. Denk er aan je naam op je blaadje te zetten.

Slide 16 - Open question

Hier stuur je in opgave 26 t/m 28 (voor de havo) en opgave 26 t/m 31 (voor het vwo).
Zet wel op elk blaadje je naam.

Slide 17 - Open question

Mocht je nog een blaadjes hebben vol geschreven dan stuur je die hier in.

Slide 18 - Open question

Mocht je nog een blaadjes hebben vol geschreven dan stuur je die hier in.

Slide 19 - Open question

Klaar!!

Slide 20 - Slide