Zinsdelen les 1

les 1
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

les 1
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?

Slide 1 - Slide

Deze les:
...maak je zinnen en ontdek je zinsdelen
...haal je je kennis op over persoonsvorm, onderwerp en bijwoordelijke bepaling

Slide 2 - Slide

Schrijf met blauw op 3 blaadjes:
B
een persoon, een persoonlijk voornaamwoord of ding (onderwerp)
Gebruik 2e of 3e persoon enkelvoud  

bijvoorbeeld: Henk, hij, de stoel

Slide 3 - Slide

Schrijf met rood op 3 blaadjes:

iets wat iemand doet (persoonsvormen)
Gebruik 2e of 3e persoon enkelvoud tt of vt

bijvoorbeeld: loopt, danst, snurkt

Slide 4 - Slide

Schrijf met groen op 3 blaadjes:

een tijd (bijwoordelijke bepaling van tijd)


bijvoorbeeld: om 13.00 uur, in de vorige eeuw

Slide 5 - Slide

Schrijf met groen op 3 blaadjes:

een plaats (bijwoordelijke bepaling van plaats)


bijvoorbeeld: in Eindhoven, onder de tafel, achter de man

Slide 6 - Slide

Schrijf met groen op 3 blaadjes:

op welke manier (bijwoordelijke bepaling van gesteldheid)


bijvoorbeeld: heel langzaam, vrolijk

Slide 7 - Slide

Opdracht:
  1. Leg de blaadjes op de goede stapel
  2. Pak van elke stapel 1 blaadje
  3. Maak er een zin van
  4. Moet je iets aanpassen?
  5. Schrijf de zin in je schrift

Slide 8 - Slide

Welke zin heb je gemaakt? Denk aan de hoofdletter en de punt.

Slide 9 - Open question

Opdracht:
  1. Haal de persoonsvorm uit je zin.
  2. Leg deze vooraan 
  3. Wat gebeurt er met je zin?
  4. Schuif nu 1 voor 1 de andere zinsdelen voor de persoonsvorm en schrijf deze zinnen op.

Ruil je kaartjes om! Doe dezelfde opdracht nog eens.

Slide 10 - Slide