H1.4 Getallen op de rekenmachine

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: rekenen Hoofdstuk: 1.4
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek op tafel. Open je boek op blz 36.

2. Lesdoel 

Aan het eind van deze les:

- ken je het verschil tussen verschillende rekenmachines,

- kun je getallen intoetsen op een rekenmachine,

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht 37 t/m 39 op blz. 36 en 37.

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

-

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Is dit een rekenmachine?

1. Ja
2. Nee

Type op je rekenmachine:
707
Draai je rekenmachine om. Welk woord zie je?

1. LOL
2. LAL
3. HOI
4. DOL

Oefenen: rekenmachine

Wat is 65 - 30 op de rekenmachine? 

Laat de leerlingen de som oplossen op de rekenmachine en geef het antwoord.

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 37 t/m 39 op blz. 36 en 37.

De rest doet mee met de instructie. 

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

 jullie gaan zelfstandig opdracht 37 t/m 39 op blz. 36 en 37 maken. 

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? - of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij kijken samen naar de uitleg.

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig opdracht 37 t/m 39 op blz. 36 en 37.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdracht na.

Daarna ga je verder in Studiemeter of leer je voor de toets.

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

- kun je het verschil tussen cijfers en getallen benoemen? 

                       

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

Werk dat niet af is, maar je als huiswerk.

Leren voor het SO H1.

Toetsen: 

SO H1

Oefenen

Toets in op je rekenmachine: 

60+30=?

70-20=?